Wat is het toch dat mannen geschapen schijnen te zijn om te heersen over de schepping, te overleven in de wildernis? Een aantal jaar geleden ontstond opeens het fenomeen: de ongetemde man. De gelovige man moet wild en dapper durven zijn, sterk maar toch kwetsbaar.
Hele volksstammen trekken de wijde wereld in, op zoek naar hun ware ik, hun echte identiteit, ver weg van de maakbare consumptiemaatschappij. Niet gehinderd door enige vorm van originaliteit kwam ook ik in de onvermijdelijke wild life periode terecht. Niet meer de Urban Jungle, maar de echte woestenij in.
Oktober 2009 vertrok ik voor een éénweekse retraite naar Cantignergues, Zuid Frankrijk. Met veel gewandel met de groep door de omgeving kwam het verlangen in me los: een hele dag er alleen op uit! Vroeg in de morgen opstaan en op pad gaan naar de drie bergen die me al de hele week aan het uitdagen waren. De een-na-laatste dag was het eindelijk zover. Ik begon overmoedig aan de 'beklimming' van de eerste rotspartijen. Amper een uur later stond ik op de top van de berg en was ik vol verwachting over het ontstaan van een diepe keelstem en massa's baardhaar op het gezicht van deze nieuwgeboren ongetemde strijder. Niets was minder waar. Na de lunch, die vanwege mijn beperkte jachtinstincten beperkt bleef tot de iets minder tot de verbeelding sprekende boterhammen met hagelslag trok ik verder, op weg naar de tweede berg. Toen er tussen de twee bergen een snelstromende beek liep zou ik die natuurlijk zonder problemen oversteken. Met al mijn kennis van de survival programma's van Discovery Channel op zak zocht ik naar de helpende hand van Moeder Natuur. En toen zag ik het: een grote tak over het midden van de stroom, vlakbij een grote kei. De aanloop en sprong naar de kei was loepzuiver al was de kei helaas net zo glad als mijn onbehaarde gezicht. Terwijl ik tot over mijn middel in de beek viel kreeg ik visioenen van wegdrijvende lijken in een door bloed rozegekleurde beek. Wat restte was de soppende afgang terug naar de slaaplocatie om mijn mentale wonden te likken.
Amper 3 maanden later besloot ik om samen met twee goede vrienden het outdoorleven nogmaals te beproeven, door de periode tussen kerst en oud en nieuw door te brengen in de Belgische en Franse Ardennen. Na een afmattende treinreis en het noodgedwongen nachtelijk kamperen in een Vlaams stadspark waren we eindelijk aangekomen bij ons startpunt. De hike zou vier dagen duren en ons uiterlijk op oudejaarsdag 2009 weer in Nederland brengen per trein. Het grootste deel van de tijd liepen we over asfaltpaadjes op weg naar het volgende dorp, en weer het volgende, terwijl de eenvoudige doch voedzame maaltijden van pasta en/of aardappelpuree en/of bouillon ons steeds meer begonnen tegen te staan. De grootste gevaren op deze tocht werden niet zozeer veroorzaakt door de onherbergzaamheid van de natuur, maar meer door culturele invloeden zoals een militair oefenterrein en een overnachting in een jaagbos.
En toen, midden tussen de rondvliegende hagelschoten, kwam de waarheid hard binnen bij mij: Deze man is liever tam.
Hele volksstammen trekken de wijde wereld in, op zoek naar hun ware ik, hun echte identiteit, ver weg van de maakbare consumptiemaatschappij. Niet gehinderd door enige vorm van originaliteit kwam ook ik in de onvermijdelijke wild life periode terecht. Niet meer de Urban Jungle, maar de echte woestenij in.
Oktober 2009 vertrok ik voor een éénweekse retraite naar Cantignergues, Zuid Frankrijk. Met veel gewandel met de groep door de omgeving kwam het verlangen in me los: een hele dag er alleen op uit! Vroeg in de morgen opstaan en op pad gaan naar de drie bergen die me al de hele week aan het uitdagen waren. De een-na-laatste dag was het eindelijk zover. Ik begon overmoedig aan de 'beklimming' van de eerste rotspartijen. Amper een uur later stond ik op de top van de berg en was ik vol verwachting over het ontstaan van een diepe keelstem en massa's baardhaar op het gezicht van deze nieuwgeboren ongetemde strijder. Niets was minder waar. Na de lunch, die vanwege mijn beperkte jachtinstincten beperkt bleef tot de iets minder tot de verbeelding sprekende boterhammen met hagelslag trok ik verder, op weg naar de tweede berg. Toen er tussen de twee bergen een snelstromende beek liep zou ik die natuurlijk zonder problemen oversteken. Met al mijn kennis van de survival programma's van Discovery Channel op zak zocht ik naar de helpende hand van Moeder Natuur. En toen zag ik het: een grote tak over het midden van de stroom, vlakbij een grote kei. De aanloop en sprong naar de kei was loepzuiver al was de kei helaas net zo glad als mijn onbehaarde gezicht. Terwijl ik tot over mijn middel in de beek viel kreeg ik visioenen van wegdrijvende lijken in een door bloed rozegekleurde beek. Wat restte was de soppende afgang terug naar de slaaplocatie om mijn mentale wonden te likken.
Amper 3 maanden later besloot ik om samen met twee goede vrienden het outdoorleven nogmaals te beproeven, door de periode tussen kerst en oud en nieuw door te brengen in de Belgische en Franse Ardennen. Na een afmattende treinreis en het noodgedwongen nachtelijk kamperen in een Vlaams stadspark waren we eindelijk aangekomen bij ons startpunt. De hike zou vier dagen duren en ons uiterlijk op oudejaarsdag 2009 weer in Nederland brengen per trein. Het grootste deel van de tijd liepen we over asfaltpaadjes op weg naar het volgende dorp, en weer het volgende, terwijl de eenvoudige doch voedzame maaltijden van pasta en/of aardappelpuree en/of bouillon ons steeds meer begonnen tegen te staan. De grootste gevaren op deze tocht werden niet zozeer veroorzaakt door de onherbergzaamheid van de natuur, maar meer door culturele invloeden zoals een militair oefenterrein en een overnachting in een jaagbos.
En toen, midden tussen de rondvliegende hagelschoten, kwam de waarheid hard binnen bij mij: Deze man is liever tam.
Log in om te reageren.