..is it only a dream that there'll be, no more turning away? – Pink Floyd
Om de één of andere reden kunnen we elkaar vaak niet vinden. Lijkt de inhoud of de vorm in de weg te staan om nader tot elkaar te komen. Lukt het ons simpelweg niet de ander er te laten zijn zonder daar een hekje omheen te zetten of er een sticker op te plakken. We moeten er wat van vinden. Hoewel we geen opdracht hebben tot oordelen en de meesten van ons er ook geen opleiding voor hebben genoten, is het toch een 'vaardigheid' die we al snel laten zien. Wonderlijk.
Door christenen wordt wel eens gezegd dat in het 'je naaste liefhebben als jezelf' ook de opdracht zit die ander te vermanen. In elk geval hoor ik dat nog wel eens terug als ik kritisch ben over oordelen. Dat 'het recht' te vermanen dan zo snel op tafel komt, roept bij mij de vraag op of we andere vormen van 'je naaste liefhebben' (andere wang toekeren, 2e mijl gaan, 50% uitdelen van wat je hebt hebt, je vijand liefhebben, zegenen die je vervloeken etc.) met hetzelfde vuur verdedigen. Ik heb de indruk dat dit niet zo is.
Recent was er weer genoeg in de media om er iets van te vinden. Denk aan de manier waarop het gesprek is gevoerd over de Nashville-verklaring. Zonder maar enigszins op de inhoud in te willen gaan, denk eens aan hoe het 'gesprek' met elkaar werd gevoerd. Was er gesprek? Of vooral een van twee kanten met kluiten modder gooien en de ander in het verdomhoekje plaatsen.
Is het haalbaar dat we verder kijken dan de inhoud en er eerst maar gewoon eens voor kiezen mensen te blijven zien. In hun context, met hun vragen, mooie dingen, worstelingen, zonden. Dat we ons daarmee verbinden zonder de ander te willen veranderen. Durven we de ruimte te geven aan de ontdekking dat de ander soms verrassend veel op ons lijkt, misschien wel meer dan we willen? Is het misschien mijn eigen onzekerheid die de behoefte schept de ander zwart-wit neer te zetten.
Ik moest van de week denken aan het verhaal van de overspelige vrouw die bij Jezus wordt gebracht. Doel: Jezus een loer draaien, vrouw gebruiken. Doel heiligt middelen, zoiets. Jezus vraagt de omstanders na te gaan of ze zelf nog zonden in hun leven hebben. En nodigt degene zonder zonden uit het ritueel der steniging te openen. De mensen druipen af. Als er niets te gooien blijkt, gaan ze weg. Zonde!
Juist in de nasleep van dit verhaal vindt de ontmoeting plaats. Die niet wordt gezien door alle mensen die zijn afgedropen. De kans te leren van een Voorbeeld verkeken. De kans een ander te ontmoeten gemist. Wie ik ook tegenkom, meer of minder afwijkend van mijn principes of mening, indruisend tegen mijn normen en waarden of dogma’s, in the end heb ik volgens mij maar 2 keuzen: van de ander weglopen of hem omarmen. Wat ik ook kies, het zegt meer over mij dan over de ander.
Om de één of andere reden kunnen we elkaar vaak niet vinden. Lijkt de inhoud of de vorm in de weg te staan om nader tot elkaar te komen. Lukt het ons simpelweg niet de ander er te laten zijn zonder daar een hekje omheen te zetten of er een sticker op te plakken. We moeten er wat van vinden. Hoewel we geen opdracht hebben tot oordelen en de meesten van ons er ook geen opleiding voor hebben genoten, is het toch een 'vaardigheid' die we al snel laten zien. Wonderlijk.
Door christenen wordt wel eens gezegd dat in het 'je naaste liefhebben als jezelf' ook de opdracht zit die ander te vermanen. In elk geval hoor ik dat nog wel eens terug als ik kritisch ben over oordelen. Dat 'het recht' te vermanen dan zo snel op tafel komt, roept bij mij de vraag op of we andere vormen van 'je naaste liefhebben' (andere wang toekeren, 2e mijl gaan, 50% uitdelen van wat je hebt hebt, je vijand liefhebben, zegenen die je vervloeken etc.) met hetzelfde vuur verdedigen. Ik heb de indruk dat dit niet zo is.
Recent was er weer genoeg in de media om er iets van te vinden. Denk aan de manier waarop het gesprek is gevoerd over de Nashville-verklaring. Zonder maar enigszins op de inhoud in te willen gaan, denk eens aan hoe het 'gesprek' met elkaar werd gevoerd. Was er gesprek? Of vooral een van twee kanten met kluiten modder gooien en de ander in het verdomhoekje plaatsen.
Is het haalbaar dat we verder kijken dan de inhoud en er eerst maar gewoon eens voor kiezen mensen te blijven zien. In hun context, met hun vragen, mooie dingen, worstelingen, zonden. Dat we ons daarmee verbinden zonder de ander te willen veranderen. Durven we de ruimte te geven aan de ontdekking dat de ander soms verrassend veel op ons lijkt, misschien wel meer dan we willen? Is het misschien mijn eigen onzekerheid die de behoefte schept de ander zwart-wit neer te zetten.
Ik moest van de week denken aan het verhaal van de overspelige vrouw die bij Jezus wordt gebracht. Doel: Jezus een loer draaien, vrouw gebruiken. Doel heiligt middelen, zoiets. Jezus vraagt de omstanders na te gaan of ze zelf nog zonden in hun leven hebben. En nodigt degene zonder zonden uit het ritueel der steniging te openen. De mensen druipen af. Als er niets te gooien blijkt, gaan ze weg. Zonde!
Juist in de nasleep van dit verhaal vindt de ontmoeting plaats. Die niet wordt gezien door alle mensen die zijn afgedropen. De kans te leren van een Voorbeeld verkeken. De kans een ander te ontmoeten gemist. Wie ik ook tegenkom, meer of minder afwijkend van mijn principes of mening, indruisend tegen mijn normen en waarden of dogma’s, in the end heb ik volgens mij maar 2 keuzen: van de ander weglopen of hem omarmen. Wat ik ook kies, het zegt meer over mij dan over de ander.
Log in om te reageren.