Ik keek in U.’s mooie groenblauwe ogen. Schrijvers, dichters en musici zeggen vaak dat ogen de poort naar de ziel zijn. Kijk in iemands ogen, en je ziet iemands persoonlijkheid, geschiedenis en ziel. Ik ben er alleen slecht in. Ik zag alleen oogwit, een boog van fluorescerende kleuren met dolfijnen van edelgesteente die rondzwommen in haar iris, rond de zogenaamde zwarte poort, de pupil waar ik alleen maar de leerling van kan zijn.
Anderen kunnen mij wel aflezen. Een paar maanden geleden vroeg mijn afdelingshoofd of ik enthousiasme had voor het Project 'Voorbij de stippen op de horizon to the core in je kracht staan met integrale visie op morgen'. Uiteraard had ik dat, zei ik haar. Ik moest dat herhalen terwijl ik haar in de ogen keek. Ik zag van haar kant alleen gefronste wenkbrauwen, maar na een paar lange seconden geloofde ze mij. Ze stelde mij gerust en zei dat ik mijn zweetdruppels kon wegvegen.
H., mijn toenmalige vriendin, kon mijn ogen ook aflezen. We waren eens in Dortmund op een stedentrip. Aangezien ik de betere Googelaar was, leidde ik haar rond in de drukke stad. Helaas ben ik niet geschikt als reisleider, want aan het eind van de middag bleven mijn ogen hangen bij een winkel vol verantwoorde koffiemokken en tumblers. In een vlaag van concentratieverlies overwoog ik alleen nog maar welke ik voor mijzelf zou kopen en welke aan H: zou ik voor de mok met de Duitstalige grondwet gaan en gaf ik haar de Soft Kitty, Warm Kitty-tumbler? Of waren de Duitse Grondwet-tumblers meer iets voor mij en gaf ik haar om te plagen een mok met “Meine Hertz ist wie Kaffee, Schwarz und Stark”?
Toen ik uiteindelijk de winkel weer uitliep – geen idee hoe ik er in kwam – was H. in geen velden of wegen te bekennen. Niet dat ik velden of wegen zag, maar ook in de enorme deinende mensenmassa zag ik haar niet. Het hielp niet dat ze 1,65m was en dat ze geen telefoon met internetbundel in het buitenland had.
Uiteindelijk vonden we elkaar, een klein wonder op zich. Of in ieder geval, zij vond mij, terwijl ik over de straten liep met mokken vol schuldgevoel. Ik keek rond naar haar, maar zij vond mij meer kijken als een verdwaalde puppy. Toen ze me zo zag keek ze mijn ogen in, en ze zag dat ik haar niet met opzet was kwijtgeraakt. Niet alles was goed, maar ze bespaarde mij de reprimande die ze uitvoerig had geoefend, zei ze.
U. keek me nog steeds aan. Ik hoorde de rivier naast het terras verder stromen, maar ik had ook geen antwoord gegeven. Hoe kon ik antwoorden of ik eerlijk zou zijn? Een eerlijk mens zegt "Ja". Maar een leugenachtig mens zou ook zeggen dat hij eerlijk is. Of je eerlijk bent zal moeten blijken uit je daden en niet uit woorden.
Ik keek terug naar U. “Ik doe mijn best om eerlijk te zijn en blijven. Maar dat zijn woorden, dus als je me niet gelooft, mag je in mijn ogen kijken.”
Ze keek me aan, bleef stil, en ze knikte. Ik wou dat ik wist of ze mijn geloofde of niet.
Volgende week moet ik toch maar navragen bij mijn afdelingshoofd hoe je dat doet, iemand uitvogelen door diegene in de ogen te kijken.
Anderen kunnen mij wel aflezen. Een paar maanden geleden vroeg mijn afdelingshoofd of ik enthousiasme had voor het Project 'Voorbij de stippen op de horizon to the core in je kracht staan met integrale visie op morgen'. Uiteraard had ik dat, zei ik haar. Ik moest dat herhalen terwijl ik haar in de ogen keek. Ik zag van haar kant alleen gefronste wenkbrauwen, maar na een paar lange seconden geloofde ze mij. Ze stelde mij gerust en zei dat ik mijn zweetdruppels kon wegvegen.
H., mijn toenmalige vriendin, kon mijn ogen ook aflezen. We waren eens in Dortmund op een stedentrip. Aangezien ik de betere Googelaar was, leidde ik haar rond in de drukke stad. Helaas ben ik niet geschikt als reisleider, want aan het eind van de middag bleven mijn ogen hangen bij een winkel vol verantwoorde koffiemokken en tumblers. In een vlaag van concentratieverlies overwoog ik alleen nog maar welke ik voor mijzelf zou kopen en welke aan H: zou ik voor de mok met de Duitstalige grondwet gaan en gaf ik haar de Soft Kitty, Warm Kitty-tumbler? Of waren de Duitse Grondwet-tumblers meer iets voor mij en gaf ik haar om te plagen een mok met “Meine Hertz ist wie Kaffee, Schwarz und Stark”?
Toen ik uiteindelijk de winkel weer uitliep – geen idee hoe ik er in kwam – was H. in geen velden of wegen te bekennen. Niet dat ik velden of wegen zag, maar ook in de enorme deinende mensenmassa zag ik haar niet. Het hielp niet dat ze 1,65m was en dat ze geen telefoon met internetbundel in het buitenland had.
Uiteindelijk vonden we elkaar, een klein wonder op zich. Of in ieder geval, zij vond mij, terwijl ik over de straten liep met mokken vol schuldgevoel. Ik keek rond naar haar, maar zij vond mij meer kijken als een verdwaalde puppy. Toen ze me zo zag keek ze mijn ogen in, en ze zag dat ik haar niet met opzet was kwijtgeraakt. Niet alles was goed, maar ze bespaarde mij de reprimande die ze uitvoerig had geoefend, zei ze.
U. keek me nog steeds aan. Ik hoorde de rivier naast het terras verder stromen, maar ik had ook geen antwoord gegeven. Hoe kon ik antwoorden of ik eerlijk zou zijn? Een eerlijk mens zegt "Ja". Maar een leugenachtig mens zou ook zeggen dat hij eerlijk is. Of je eerlijk bent zal moeten blijken uit je daden en niet uit woorden.
Ik keek terug naar U. “Ik doe mijn best om eerlijk te zijn en blijven. Maar dat zijn woorden, dus als je me niet gelooft, mag je in mijn ogen kijken.”
Ze keek me aan, bleef stil, en ze knikte. Ik wou dat ik wist of ze mijn geloofde of niet.
Volgende week moet ik toch maar navragen bij mijn afdelingshoofd hoe je dat doet, iemand uitvogelen door diegene in de ogen te kijken.
Log in om te reageren.