“Oma, hoe kwam u opa tegen?”, vraag ik. Het is een zeer zonnige zaterdag. Ik zit met mijn oma in de tuin, gezellig thee te drinken.
“Het ging zo…“, vertelt ze. “Het was vlak na de oorlog en we woonden allebei in een klein dorp… Je opa had mij al een keer gezien toen ik met mijn kleuterklasje buiten liep. Hij had toen tegen zijn vrienden gezegd: “Met dat meisje wil ik trouwen.” ...En op een dag liep ik met mijn vriendinnen door het dorp, en toen kwam hij eraan fietsen. Hij vroeg of ik een eindje met hem meeliep, en zo liepen we naar de nieuwe brug toe. Toen we op de brug stonden, zong hij: “Jij bent de liefste voor mij.”
“Awwww, wat lief!”, zeg ik.
“Maar hoe gaat dat dan als jij iemand leuk vindt?”, vraagt m’n oma.
“Ehm, nou ja da’s nogal ingewikkeld. Stel, ik vind iemand uit m’n werkgroep leuk. Dan kijk ik eerst of ‘ie op Hyves zit. Da’s een site, u weet wel, op het internet. “
“Oh ja, dat internet,” zegt m’n oma.
“ Dus bij Hyves hebben mensen foto’s van zichzelf… en je kunt aangeven dat je vrienden van elkaar bent, en dan kun je op elkaars pagina een berichtje achterlaten.
Maar dan moet je wel de volledige naam van diegene weten... want als je dat niet weet wordt het lastig. Zo heb ik een keertje heel lang gezocht omdat ik alleen maar de achternaam van de jongen wist. En hij heette Jansen!
Of wat je ook kunt doen, is vragen of ‘ie MSN heeft...da’s een programmaatje op de computer. En daarmee kun je via het internet met iemand MSN’en.”
M’n oma kijkt me niet-begrijpend aan.
Ik leg het uit. “Da’s zeg maar praten via de computer, maar dan door te typen. Maar sommige mensen zijn nooit op MSN. Dus dan zit ik altijd te hopen dat die Leuke Jongen online is, maar dat gebeurt dan nooit.”
Ik denk even na, en vertel dan verder: “Of als ik helemaaaal veel lef heb, vraag ik om zijn nummer ... dat wil zeggen, het nummer van zijn mobiele telefoon. U weet wel, net zoals uw mobiele telefoon, waarvan ik u nog heb uitgelegd hoe het werkt. En dan stuur ik hem een sms’je. Da’s een berichtje dat de ander dan ziet op zijn mobieltje. En dan zit ik de hele tijd te wachten totdat ‘ie een sms’je terugstuurt... “
M’n oma kijkt me medelijdend aan. “Kind, wat ingewikkeld allemaal!”, zegt ze.
“Ja”, zeg ik. “Ik wou soms ook dat het zo eenvoudig was als in uw tijd...”
“Het ging zo…“, vertelt ze. “Het was vlak na de oorlog en we woonden allebei in een klein dorp… Je opa had mij al een keer gezien toen ik met mijn kleuterklasje buiten liep. Hij had toen tegen zijn vrienden gezegd: “Met dat meisje wil ik trouwen.” ...En op een dag liep ik met mijn vriendinnen door het dorp, en toen kwam hij eraan fietsen. Hij vroeg of ik een eindje met hem meeliep, en zo liepen we naar de nieuwe brug toe. Toen we op de brug stonden, zong hij: “Jij bent de liefste voor mij.”
“Awwww, wat lief!”, zeg ik.
“Maar hoe gaat dat dan als jij iemand leuk vindt?”, vraagt m’n oma.
“Ehm, nou ja da’s nogal ingewikkeld. Stel, ik vind iemand uit m’n werkgroep leuk. Dan kijk ik eerst of ‘ie op Hyves zit. Da’s een site, u weet wel, op het internet. “
“Oh ja, dat internet,” zegt m’n oma.
“ Dus bij Hyves hebben mensen foto’s van zichzelf… en je kunt aangeven dat je vrienden van elkaar bent, en dan kun je op elkaars pagina een berichtje achterlaten.
Maar dan moet je wel de volledige naam van diegene weten... want als je dat niet weet wordt het lastig. Zo heb ik een keertje heel lang gezocht omdat ik alleen maar de achternaam van de jongen wist. En hij heette Jansen!
Of wat je ook kunt doen, is vragen of ‘ie MSN heeft...da’s een programmaatje op de computer. En daarmee kun je via het internet met iemand MSN’en.”
M’n oma kijkt me niet-begrijpend aan.
Ik leg het uit. “Da’s zeg maar praten via de computer, maar dan door te typen. Maar sommige mensen zijn nooit op MSN. Dus dan zit ik altijd te hopen dat die Leuke Jongen online is, maar dat gebeurt dan nooit.”
Ik denk even na, en vertel dan verder: “Of als ik helemaaaal veel lef heb, vraag ik om zijn nummer ... dat wil zeggen, het nummer van zijn mobiele telefoon. U weet wel, net zoals uw mobiele telefoon, waarvan ik u nog heb uitgelegd hoe het werkt. En dan stuur ik hem een sms’je. Da’s een berichtje dat de ander dan ziet op zijn mobieltje. En dan zit ik de hele tijd te wachten totdat ‘ie een sms’je terugstuurt... “
M’n oma kijkt me medelijdend aan. “Kind, wat ingewikkeld allemaal!”, zegt ze.
“Ja”, zeg ik. “Ik wou soms ook dat het zo eenvoudig was als in uw tijd...”
Log in om te reageren.