Een heel aantal jaren geleden schreef ik me in op Funky Fish. Ik had toen veel tijd om verschillende mensen te leren kennen. Ik zwom geregeld rond in het aquarium, waar ik als ‘Vlinder’ uren in gesprek was met anderen. Het contact met ‘community minded people’ ervoer ik als vriendschap. Mensen deelden hun hart, vertelden elkaar wat hen bezighield. Als er hulp nodig was met een verhuizing, sprongen mensen bij. Als iemand verdriet had, werden er flesjes en gastenboekberichten geschreven. Mensen waren betrokken bij elkaar, we genoten en het digitale aspect van de site was geen belemmering om ons hart door anderen te laten kennen.
Vandaag, een kleine tien jaar later, vraag ik me soms af waar d(i)e tijd gebleven is en waarom dit ‘samenzijn’ en het hart om anderen te bemoedigen soms zo veranderd lijkt. Is die tijd voorbij of ben ik in een leeftijdscategorie beland waarin angst om te verbinden groter is geworden dan de moed om het risico te lopen gekwetst te worden?
Of ik een antwoord op die vraag heb weet ik niet (er is ten slotte zelden één antwoord en perspectief), maar een paar dingen vielen me op in de afgelopen jaren. Hoe ouder ik werd, hoe vaker ik mannen tegenkwam die veel verdriet en bitterheid met zich meedroegen met betrekking tot voorbij gegane relaties. Het tekende hen en de angst om weer te falen was soms zo groot dat het eerste wat ze riepen was: “Ik ben niet op zoek naar een relatie.” Dat ze een week later twee dates met twee verschillende vrouwen hadden, was niet bespreekbaar. De steeds ouder wordende andere sekse, waar ik door mijn eerste grijze haren ongewild deel van werd, was niet anders. Deze vrouwen schreeuwden om aandacht en onderling bespraken ze de zogenaamde narcistische mannen die ze volgens eigen zeggen altijd aantrokken omdat ze te lief zouden zijn. Dat ze mannen heel hard afstootten met hun zelfmedelijden en over-emotionele en dramatische gedrag, werd uiteraard ontkent.
“Het leven gaat niet over rozen”, we hebben het vaak genoeg gehoord. Waarschijnlijk hebben de meesten van ons het ook ondervonden. Ook de jongeren van tegenwoordig die net zo goed deel zijn van dit verhaal. Mensen kwetsen ons, we voelen ons soms ongezien, we worstelen met wie we (willen) zijn en worden door onbegrip afgewezen. Het verdriet dat we soms met ons meedragen, lijkt te zwaar om op de grond te zetten en achter ons te laten, maar niets minder is waar.
Als we echt willen en oprecht de confrontatie aangaan met de werkelijkheid van het leven, waar zowel pijn als vreugde deel van zijn, zullen we in staat zijn om te vergeven, om los te laten en weer op te staan. Als we onszelf en Waarheid weer rauw eerlijk in de ogen gaan kijken, in plaats van vingers te wijzen naar anderen, zullen we weer vrij en onbevangen worden. Vrij van angst om wéér gekwetst te worden, want ‘wéér’ zal dan niet meer van belang zijn. Het zal ons vrijmaken van teleurstelling in onszelf en anderen, omdat het onze blik op de toekomst richt, en op geven aan een ander. Vrij zal het ons maken, om (weer) te worden wie we zijn. Vrij om ons opnieuw te binden aan anderen, om weer van onszelf te geven en anderen weer te omarmen.
Vandaag, een kleine tien jaar later, vraag ik me soms af waar d(i)e tijd gebleven is en waarom dit ‘samenzijn’ en het hart om anderen te bemoedigen soms zo veranderd lijkt. Is die tijd voorbij of ben ik in een leeftijdscategorie beland waarin angst om te verbinden groter is geworden dan de moed om het risico te lopen gekwetst te worden?
Of ik een antwoord op die vraag heb weet ik niet (er is ten slotte zelden één antwoord en perspectief), maar een paar dingen vielen me op in de afgelopen jaren. Hoe ouder ik werd, hoe vaker ik mannen tegenkwam die veel verdriet en bitterheid met zich meedroegen met betrekking tot voorbij gegane relaties. Het tekende hen en de angst om weer te falen was soms zo groot dat het eerste wat ze riepen was: “Ik ben niet op zoek naar een relatie.” Dat ze een week later twee dates met twee verschillende vrouwen hadden, was niet bespreekbaar. De steeds ouder wordende andere sekse, waar ik door mijn eerste grijze haren ongewild deel van werd, was niet anders. Deze vrouwen schreeuwden om aandacht en onderling bespraken ze de zogenaamde narcistische mannen die ze volgens eigen zeggen altijd aantrokken omdat ze te lief zouden zijn. Dat ze mannen heel hard afstootten met hun zelfmedelijden en over-emotionele en dramatische gedrag, werd uiteraard ontkent.
“Het leven gaat niet over rozen”, we hebben het vaak genoeg gehoord. Waarschijnlijk hebben de meesten van ons het ook ondervonden. Ook de jongeren van tegenwoordig die net zo goed deel zijn van dit verhaal. Mensen kwetsen ons, we voelen ons soms ongezien, we worstelen met wie we (willen) zijn en worden door onbegrip afgewezen. Het verdriet dat we soms met ons meedragen, lijkt te zwaar om op de grond te zetten en achter ons te laten, maar niets minder is waar.
Als we echt willen en oprecht de confrontatie aangaan met de werkelijkheid van het leven, waar zowel pijn als vreugde deel van zijn, zullen we in staat zijn om te vergeven, om los te laten en weer op te staan. Als we onszelf en Waarheid weer rauw eerlijk in de ogen gaan kijken, in plaats van vingers te wijzen naar anderen, zullen we weer vrij en onbevangen worden. Vrij van angst om wéér gekwetst te worden, want ‘wéér’ zal dan niet meer van belang zijn. Het zal ons vrijmaken van teleurstelling in onszelf en anderen, omdat het onze blik op de toekomst richt, en op geven aan een ander. Vrij zal het ons maken, om (weer) te worden wie we zijn. Vrij om ons opnieuw te binden aan anderen, om weer van onszelf te geven en anderen weer te omarmen.
Log in om te reageren.