‘Wat als…?’ Deze vraag circuleert regelmatig door mijn hoofd. Gerelateerd aan allerhande keuzes en situaties. Soms dromend. Soms vanuit nieuwsgierigheid. Vaker vanuit spijt of zelfverwijt. En steeds, steeds kom ik weer tot precies dezelfde conclusie: het is zinloos. Je kunt er niets, maar dan ook niets mee veranderen.
Toch is mijn behoefte aan deze hypothetische gedachtegang waarschijnlijk groot. Anders zou ik mezelf deze vraag minder vaak stellen. Zeker de laatste tijd pint deze vraag zich met frequentie vast op één bepaalde situatie. Steeds reflecteer ik weer op een keuze die ik heb gemaakt die ik graag zou overdoen als ik daarvoor de kans kreeg.
Het begint steeds met de gedachte: ‘Als ik toen niet dit, dan nu niet dat...’ Maar van welke kant ik de situatie ook belicht, ik kom steeds weer uit op hetzelfde punt: ik kan de tijd niet terugdraaien. Een poosje blijf ik dan hangen in zelfverwijt, om vervolgens te kijken naar de keerzijde. ‘Als ik toen een andere keuze had gemaakt, dan had ik dat en dat ook niet meegemaakt. En had ik dat willen missen? ‘Nee?’.
Ik realiseer me dan ook dat het achteraf altijd makkelijk beredeneren is. Dan zie je alles in perspectief. Dan zie je heel duidelijk oorzaak en gevolg. Dan kun je de meest ideale gang van zaken perfect uitdenken. Maar op het moment zelf moet je het doen met de kennis en wijsheid die je op dat moment hebt. En daarbij komt: je kunt nooit zeker weten wat de uitwerking van een andere beslissing was geweest.
En ergens, ergens is dat een geruststellende gedachte. Het helpt om te accepteren. Om te kijken naar de toekomst in plaats van naar het verleden. En te leren van fouten in plaats van te blijven hangen in zelfverwijt. Dat is de theorie. Nu de praktijk nog.
Toch is mijn behoefte aan deze hypothetische gedachtegang waarschijnlijk groot. Anders zou ik mezelf deze vraag minder vaak stellen. Zeker de laatste tijd pint deze vraag zich met frequentie vast op één bepaalde situatie. Steeds reflecteer ik weer op een keuze die ik heb gemaakt die ik graag zou overdoen als ik daarvoor de kans kreeg.
Het begint steeds met de gedachte: ‘Als ik toen niet dit, dan nu niet dat...’ Maar van welke kant ik de situatie ook belicht, ik kom steeds weer uit op hetzelfde punt: ik kan de tijd niet terugdraaien. Een poosje blijf ik dan hangen in zelfverwijt, om vervolgens te kijken naar de keerzijde. ‘Als ik toen een andere keuze had gemaakt, dan had ik dat en dat ook niet meegemaakt. En had ik dat willen missen? ‘Nee?’.
Ik realiseer me dan ook dat het achteraf altijd makkelijk beredeneren is. Dan zie je alles in perspectief. Dan zie je heel duidelijk oorzaak en gevolg. Dan kun je de meest ideale gang van zaken perfect uitdenken. Maar op het moment zelf moet je het doen met de kennis en wijsheid die je op dat moment hebt. En daarbij komt: je kunt nooit zeker weten wat de uitwerking van een andere beslissing was geweest.
En ergens, ergens is dat een geruststellende gedachte. Het helpt om te accepteren. Om te kijken naar de toekomst in plaats van naar het verleden. En te leren van fouten in plaats van te blijven hangen in zelfverwijt. Dat is de theorie. Nu de praktijk nog.
Log in om te reageren.