Paaseieren zijn net als pepernoten: ze liggen al ver voor het begin van het bijbehorende feest in de schappen van de supermarkt en eigenlijk zou je ze gewoon het hele jaar door kunnen eten. Sinds eind februari heb ik ze dan ook al in huis. Niet omdat ik nu al Pasen wil vieren, maar gewoon omdat ik ze lekker vind. Wat mij betreft hebben paaseieren niets te maken met het paasfeest.
Winkeliers denken daar anders over. Naast paaseieren zijn er ook paashazen, paaskuikens en paastakken verkrijgbaar. De plaatselijke Blokker is omgetoverd in bijpassende tinten pastelroze, -groen en –geel. En het duurt niet lang meer of de nabijgelegen Albert Heijn komt met een folder over alle broodnodige ingrediënten voor paasontbijtjes, paasbrunches, paaslunches en paasdiners. Kortom, Pasen is de nieuwe Kerst. En de boodschap is dat het met veel eten pas echt goed gevierd wordt.
Ik heb niets met deze commerciële paasgedachte. Ik houd van lekker eten, maar dat kan ook op andere momenten, wat mij betreft. Het bijbelse verhaal omtrent Pasen wordt naar mijn idee volledig overstemd door het geluid van de commercie. Weten mensen tegenwoordig eigenlijk nog wel wat de echte betekenis van het paasfeest is? Of denkt iedereen dat met Pasen de paashaas aankomt in ons land?
Ik erger me aan de commerciële geluiden die de paasboodschap overstemmen, zoals dat eigenlijk ook elk jaar gebeurt met de kerstboodschap. Ik merk bij mezelf een behoefte aan bezinning, aan rust en aan stilte om na te kunnen denken over de boodschap van mijn Schepper aan mij. Veel te weinig kom ik daaraan toe in mijn dagelijks leven, waar andere zaken mijn tijd en aandacht vragen. Ik betrap mezelf erop dat ik te weinig de rust heb, vind en neem om stil te staan bij het niet-tastbare, in beslag genomen als ik word door het tastbare. Door de ruis van een jachtig bestaan, hoor en zie ik te weinig dat er een God is, die me een hoop te vertellen heeft.
Over ongeveer een maand is het zover. Met of zonder paaseieren, wordt Pasen voor mij dit jaar een feest van bezinning. Ik houd namelijk wel van een feestje, maar deze keer dan zonder ruis.
Winkeliers denken daar anders over. Naast paaseieren zijn er ook paashazen, paaskuikens en paastakken verkrijgbaar. De plaatselijke Blokker is omgetoverd in bijpassende tinten pastelroze, -groen en –geel. En het duurt niet lang meer of de nabijgelegen Albert Heijn komt met een folder over alle broodnodige ingrediënten voor paasontbijtjes, paasbrunches, paaslunches en paasdiners. Kortom, Pasen is de nieuwe Kerst. En de boodschap is dat het met veel eten pas echt goed gevierd wordt.
Ik heb niets met deze commerciële paasgedachte. Ik houd van lekker eten, maar dat kan ook op andere momenten, wat mij betreft. Het bijbelse verhaal omtrent Pasen wordt naar mijn idee volledig overstemd door het geluid van de commercie. Weten mensen tegenwoordig eigenlijk nog wel wat de echte betekenis van het paasfeest is? Of denkt iedereen dat met Pasen de paashaas aankomt in ons land?
Ik erger me aan de commerciële geluiden die de paasboodschap overstemmen, zoals dat eigenlijk ook elk jaar gebeurt met de kerstboodschap. Ik merk bij mezelf een behoefte aan bezinning, aan rust en aan stilte om na te kunnen denken over de boodschap van mijn Schepper aan mij. Veel te weinig kom ik daaraan toe in mijn dagelijks leven, waar andere zaken mijn tijd en aandacht vragen. Ik betrap mezelf erop dat ik te weinig de rust heb, vind en neem om stil te staan bij het niet-tastbare, in beslag genomen als ik word door het tastbare. Door de ruis van een jachtig bestaan, hoor en zie ik te weinig dat er een God is, die me een hoop te vertellen heeft.
Over ongeveer een maand is het zover. Met of zonder paaseieren, wordt Pasen voor mij dit jaar een feest van bezinning. Ik houd namelijk wel van een feestje, maar deze keer dan zonder ruis.
Log in om te reageren.