Haar vader heeft een foto in zijn handen. Een foto waar zijn dochter op staat. Een vrolijke lach. Ze wilde afvallen en zich graag energieker voelen. De natuurgenezeres had de oplossing voor haar problemen. Anderhalf jaar na hun eerste ontmoeting sterft ze eenzaam en in stilte op het toilet. Haar lichaam zit vol met infecties.
"Er was zoveel bloed, Jos." Hij zegt het haast onbewogen, maar zijn handen verraden een nervositeit, een verdrietige woede die door zijn aderen stroomt. Toen zijn dochter bij de natuurgenezeres kwam, was ze een gezonde vrouw van zevendertig jaar. Goed, ze was misschien wat labiel, maar had sinds kort een relatie en het leven lachte haar toe.
Hij laat korrels zien. Witte kleine korrels bewegen in de palm van zijn hand. "Deze korrels moest ze op haar lichaam plakken. Deze korrels leidden naar het eeuwige leven. De korrels zouden leiden tot onsterfelijkheid." Zijn dochter plakte de korrels op haar lichaam alsof haar leven er van hing. De man laat mij de korrels voelen. Kleine witte balletjes rollen over mijn handen.
Zijn dochter kreeg infecties. Van de natuurgenezeres mocht ze niet naar haar huisarts. De infecties hoorde bij haar genezingsproces. Ze wilde toch het eeuwige leven? Ze wilde toch onsterfelijk worden? Dan moet je eerst door een diep dal, maar daarna staat je iets moois te wachten. Zijn dochter geloofde dat. Ze kreeg open wonden bij haar anus, bulten in haar liezen, haar tanden lieten los, maar ze geloofde. Binnenkort zou de explosief volgen en was ze 120 procent onsterfelijk.
De natuurgenezeres was haar hoop in leven en sterven. Alsnog naar een huisarts stappen zou gezien worden als afgoderij en een verwijdering betekenen tussen haar en de natuurgenezeres.
Op een gegeven moment heeft zijn dochter zoveel pijn dat ze niet meer kan lopen. Ze schrijft een smeekbede aan haar natuurgenezeres. Ze wil stoppen, wil medicijnen en pijnstillers. De natuurgenezeres zegt dat ze vol moet houden. Dat dit er allemaal bij hoort. Ze gelooft het, en excuseert zich voor haar kleingeloof. Drie dagen later kruipt ze naar het toilet. Ze braakt zwart en rood slijm. Ze sterft aan verwaarloosde infecties. Haar organen falen.
Haar vader zit op zijn bed. Hij vertelt mij dat hij haar altijd heeft willen wegtrekken uit de monsterlijke handen van de natuurgenezeres. Zijn schouders schokken. Ik kan niks voor hem doen.
Terug in de auto denk ik aan mijn eigen geloof. Ik vraag mij af of ik niet ook een kwakzalver volg, en of ik mijzelf niet voor de gek hou omdat ik houvast zoek vanwege de beloofde onsterfelijkheid.
"Er was zoveel bloed, Jos." Hij zegt het haast onbewogen, maar zijn handen verraden een nervositeit, een verdrietige woede die door zijn aderen stroomt. Toen zijn dochter bij de natuurgenezeres kwam, was ze een gezonde vrouw van zevendertig jaar. Goed, ze was misschien wat labiel, maar had sinds kort een relatie en het leven lachte haar toe.
Hij laat korrels zien. Witte kleine korrels bewegen in de palm van zijn hand. "Deze korrels moest ze op haar lichaam plakken. Deze korrels leidden naar het eeuwige leven. De korrels zouden leiden tot onsterfelijkheid." Zijn dochter plakte de korrels op haar lichaam alsof haar leven er van hing. De man laat mij de korrels voelen. Kleine witte balletjes rollen over mijn handen.
Zijn dochter kreeg infecties. Van de natuurgenezeres mocht ze niet naar haar huisarts. De infecties hoorde bij haar genezingsproces. Ze wilde toch het eeuwige leven? Ze wilde toch onsterfelijk worden? Dan moet je eerst door een diep dal, maar daarna staat je iets moois te wachten. Zijn dochter geloofde dat. Ze kreeg open wonden bij haar anus, bulten in haar liezen, haar tanden lieten los, maar ze geloofde. Binnenkort zou de explosief volgen en was ze 120 procent onsterfelijk.
De natuurgenezeres was haar hoop in leven en sterven. Alsnog naar een huisarts stappen zou gezien worden als afgoderij en een verwijdering betekenen tussen haar en de natuurgenezeres.
Op een gegeven moment heeft zijn dochter zoveel pijn dat ze niet meer kan lopen. Ze schrijft een smeekbede aan haar natuurgenezeres. Ze wil stoppen, wil medicijnen en pijnstillers. De natuurgenezeres zegt dat ze vol moet houden. Dat dit er allemaal bij hoort. Ze gelooft het, en excuseert zich voor haar kleingeloof. Drie dagen later kruipt ze naar het toilet. Ze braakt zwart en rood slijm. Ze sterft aan verwaarloosde infecties. Haar organen falen.
Haar vader zit op zijn bed. Hij vertelt mij dat hij haar altijd heeft willen wegtrekken uit de monsterlijke handen van de natuurgenezeres. Zijn schouders schokken. Ik kan niks voor hem doen.
Terug in de auto denk ik aan mijn eigen geloof. Ik vraag mij af of ik niet ook een kwakzalver volg, en of ik mijzelf niet voor de gek hou omdat ik houvast zoek vanwege de beloofde onsterfelijkheid.
Log in om te reageren.