Oké, ‘k heb nu een eigen kantoor (dat ik heb versierd met ansichtkaartjes, Astrid-Lindgren-illustraties, en een Snoopy-poster), en een computer met een mega-scherm (met een origami-vogel en origami-hartje erop geplakt). ‘k Probeer tussen acht en negen ’s ochtends op werk te verschijnen. Maar weet je waaraan ik echt weet dat ik een relatief volwassen baan heb? Ik heb last van de 3-uur-dip.
Jeweetwel, dat moment om drie uur ’s middags, dat je denkt “Ugh, ‘k voel me zo gaar, hoe lang moet ik nog? Oh, nog minstens twee uur.” Dat moment verschijnt vooral wanneer ik een opdracht heb die voor de volgende dag af moet, en zo’n opdracht houdt zich niet braaf aan een negen-tot-vijf ritme.
Koffie. Natuurlijk, koffie. Ja, maar ik heb al twee koffie gehad en ik voel me nog steeds drie-uur-dippig. Dan wordt ’t tijd voor het zwaardere geschut: dubbele espresso. Met honing erin. Gelukkig heeft de kantine hier goede espresso, voor een kantine tenminste. Al gapend slenter ik richting de kantine.
“Twee dubbele espresso, alstublieft, gaaaaap.”
“Om mee te nemen of om hier op te drinken?”
“zzzzzz.... oeps, sorry, wat zei je? ‘k viel een beetje in slaap door de drie-uur-dip.”
Twee dubbele espresso’s later: aargh, ik kan me nog steeds niet concentreren. Een rondje wandelen dan maar, voor de frisse lucht, in de Zweedse lentezon? Gelukkig heb ik ’t soort werk waar niemand me op m’n ongemanicuurde vingers zit te kijken (nadeel daarvan is weer dat ik allerlei werk-ontwijkend-gedrag kan gaan vertonen). Het is superhelder vandaag, de zon zorgt ervoor dat de sneeuw zo flonkert dat je een zonnebril nodig hebt, de lucht is strakblauw. Een dag uit een reclame voor een ski-oord. Maar de drie-uur-dip laat zich niet afschrikken...
Wat helpt wel? Een dansje doen op “Monday, Monday” van The Mamas and the Papas? IJsklontje op m’n nek en polsen? Ja, maar dan worden m’n mouwen en kraag zo doorweekt. Of is het gewoon onrealistisch om te verwachten dat ik 24/7 evenveel rondspringerige energie heb, is het niet heel natuurlijk om “pfoe, gaar”-momenten te hebben?
Terug van de wandeling kom ik M. de IT-tovenaar tegen, die er -zoals altijd- bijna Ernie-achtig knuffelbaar uit ziet met z’n warrige donkere haar en wollen trui. “Eeeey Solveig,” roept hij naar me. “Sorry dat ik je sms-je nog niet had geantwoord, ik zag ’t daarnet pas.” En dan, oprecht geïnteresseerd “Hoe is ’t met je?”
Doei drie-uur-dip!
Jeweetwel, dat moment om drie uur ’s middags, dat je denkt “Ugh, ‘k voel me zo gaar, hoe lang moet ik nog? Oh, nog minstens twee uur.” Dat moment verschijnt vooral wanneer ik een opdracht heb die voor de volgende dag af moet, en zo’n opdracht houdt zich niet braaf aan een negen-tot-vijf ritme.
Koffie. Natuurlijk, koffie. Ja, maar ik heb al twee koffie gehad en ik voel me nog steeds drie-uur-dippig. Dan wordt ’t tijd voor het zwaardere geschut: dubbele espresso. Met honing erin. Gelukkig heeft de kantine hier goede espresso, voor een kantine tenminste. Al gapend slenter ik richting de kantine.
“Twee dubbele espresso, alstublieft, gaaaaap.”
“Om mee te nemen of om hier op te drinken?”
“zzzzzz.... oeps, sorry, wat zei je? ‘k viel een beetje in slaap door de drie-uur-dip.”
Twee dubbele espresso’s later: aargh, ik kan me nog steeds niet concentreren. Een rondje wandelen dan maar, voor de frisse lucht, in de Zweedse lentezon? Gelukkig heb ik ’t soort werk waar niemand me op m’n ongemanicuurde vingers zit te kijken (nadeel daarvan is weer dat ik allerlei werk-ontwijkend-gedrag kan gaan vertonen). Het is superhelder vandaag, de zon zorgt ervoor dat de sneeuw zo flonkert dat je een zonnebril nodig hebt, de lucht is strakblauw. Een dag uit een reclame voor een ski-oord. Maar de drie-uur-dip laat zich niet afschrikken...
Wat helpt wel? Een dansje doen op “Monday, Monday” van The Mamas and the Papas? IJsklontje op m’n nek en polsen? Ja, maar dan worden m’n mouwen en kraag zo doorweekt. Of is het gewoon onrealistisch om te verwachten dat ik 24/7 evenveel rondspringerige energie heb, is het niet heel natuurlijk om “pfoe, gaar”-momenten te hebben?
Terug van de wandeling kom ik M. de IT-tovenaar tegen, die er -zoals altijd- bijna Ernie-achtig knuffelbaar uit ziet met z’n warrige donkere haar en wollen trui. “Eeeey Solveig,” roept hij naar me. “Sorry dat ik je sms-je nog niet had geantwoord, ik zag ’t daarnet pas.” En dan, oprecht geïnteresseerd “Hoe is ’t met je?”
Doei drie-uur-dip!
Log in om te reageren.