Iets leren eten of drinken: ik heb het jarenlang onzin gevonden. Als je iets niet lekker vindt, dan lust je het niet en doe je het met de alternatieven. Opmerkingen als: “Je weet niet wat je mist”, beantwoorde ik met: “Het zal wel, maar ik word er niet gelukkig van.” Maar door de jaren heen, heb ik hier toch een wat andere kijk op gekregen.
Zo heb ik een lange periode alleen maar water gedronken. Thee luste ik niet. Koffie ook niet. Maar op een gegeven moment wilde toch wel wat anders. Dus ben ik rustig aan begonnen met thee. In het begin met de nodige tegenzin, maar het ging steeds makkelijker. Tot ik op een gegeven moment kon zeggen dat ik het lekker vond.
Maar op een gegeven moment vond ik alleen water en thee ook een beetje eentonig. Ik wilde koffie een kans geven. Mede gedreven door het feit dat ik ook gewoon wilde weten wat al die koffiedrinkers bedoelden als ze zeiden: “Lekker, een bakje koffie”. Dus toen ben ik ook daar langzaamaan mee begonnen. Inmiddels is het helemaal geïntegreerd in mijn leven. En als mensen zeggen dat ze geen koffie lusten, zeg ik: ’Je kunt het echt leren drinken hoor’.
Wijn en bier volgden. Laatstgenoemde heb ik na wat proefpogingen lange tijd gelaten voor wat het is. Tot ik op een keer op het juiste moment, onder de juiste omstandigheden, het juiste biertje voorgeschoteld kreeg. Opeens snapte ik de voorliefde van veel mensen voor deze drank. Overigens is dit niet helemaal geïntegreerd in mijn leven, maar op sommige momenten vind ik het echt lekker.
Het is nog maar een greep uit het assortiment. Mijn afkeer tegen kaas heb ik noodgedwongen overwonnen toen ik in mijn studententijd bij de AH op de kaasafdeling kwam te werken. Olijven ben ik gaan waarderen en van griesmeel kan ik tegenwoordig zelfs genieten.
Alleen er is één terrein wat ik tot nu toe onaangeroerd heb gelaten omdat ik de drempel te hoog vond. Vis. Al mijn hele leven lang loop ik met een grote boog en ingehouden adem langs viskramen. Toch wil ik visliefhebbers graag leren begrijpen. Eén ding weet ik zeker: ik heb nog een lange weg te gaan.
Zo heb ik een lange periode alleen maar water gedronken. Thee luste ik niet. Koffie ook niet. Maar op een gegeven moment wilde toch wel wat anders. Dus ben ik rustig aan begonnen met thee. In het begin met de nodige tegenzin, maar het ging steeds makkelijker. Tot ik op een gegeven moment kon zeggen dat ik het lekker vond.
Maar op een gegeven moment vond ik alleen water en thee ook een beetje eentonig. Ik wilde koffie een kans geven. Mede gedreven door het feit dat ik ook gewoon wilde weten wat al die koffiedrinkers bedoelden als ze zeiden: “Lekker, een bakje koffie”. Dus toen ben ik ook daar langzaamaan mee begonnen. Inmiddels is het helemaal geïntegreerd in mijn leven. En als mensen zeggen dat ze geen koffie lusten, zeg ik: ’Je kunt het echt leren drinken hoor’.
Wijn en bier volgden. Laatstgenoemde heb ik na wat proefpogingen lange tijd gelaten voor wat het is. Tot ik op een keer op het juiste moment, onder de juiste omstandigheden, het juiste biertje voorgeschoteld kreeg. Opeens snapte ik de voorliefde van veel mensen voor deze drank. Overigens is dit niet helemaal geïntegreerd in mijn leven, maar op sommige momenten vind ik het echt lekker.
Het is nog maar een greep uit het assortiment. Mijn afkeer tegen kaas heb ik noodgedwongen overwonnen toen ik in mijn studententijd bij de AH op de kaasafdeling kwam te werken. Olijven ben ik gaan waarderen en van griesmeel kan ik tegenwoordig zelfs genieten.
Alleen er is één terrein wat ik tot nu toe onaangeroerd heb gelaten omdat ik de drempel te hoog vond. Vis. Al mijn hele leven lang loop ik met een grote boog en ingehouden adem langs viskramen. Toch wil ik visliefhebbers graag leren begrijpen. Eén ding weet ik zeker: ik heb nog een lange weg te gaan.
Log in om te reageren.