Niet zo lang, lang geleden –eigenlijk maar heel kort geleden– toen ik nog een klein Solveig-tje was, was Kerst heel bijzonder. Het waren de bijzonderste, gezelligste dagen van het hele jaar.
Maar nu ben ik volwassen, tenminste volgens mijn paspoort, en ben ik op zoek naar dat gevoel... Ik zoek m’n kinderkerstfeestgevoel!
Je weet wel, dat feestelijke gevoel van verwondering, onder andere van het kinderkerstfeest van de kerk, waarbij ik na afloop helemaal blij naar huis liep, m’n hoofd nog vol van het spannende verhaal en in m’n hand een boekje van W.G. van der Hulst.
Elke volwassendienst verbleekt daar helemaal bij, hoe mooi “Ere Zij God” ook is. Weet je wat zou helpen, om dat kinderkerstfeestgevoel te krijgen? Als de kerstdienst voor volwassenen, op eerste kerstdag, ook ’s avonds zou zijn, in plaats van veel te vroeg om half tien (gaaaaaaaap, nog zo slaperig), en de dominee voor de verandering niet een preek zou houden vanaf het kansel, maar ook een verhaal zou vertellen, dat zo spannend is dat iedereen met open mond luistert. En na afloop krijgt iedereen een vrolijk boekje, bijvoorbeeld over hoe bijzonder de schepping is, en een sinaasappel. En voor wie niet van sinaasappels houdt, een kerstbal in de vorm van een kribbetje.
Nog zoiets. De kerstmaaltijd. “Tjonge, hoe kan mamma zulke lekkere en bijzondere dingen op tafel toveren?”, dacht ik altijd als kind, “en de tafel ziet er ook zo feestelijk uit, ik kan er wel de hele tijd naar staren.”
Nu merk ik vooral dat ’t veel stress ’t oplevert, er moeten zoveel boodschappen worden gedaan, zoveel gerechten worden gekookt... “Weet je wat,” zei m’n zusje een paar dagen geleden “’t is altijd zo’n gedoe voor mams, de kerstmaaltijd, dit jaar koken wij kinderen allemaal een gerecht. Dat vermindert de stress en vergroot de feestelijkheid!”
Het gezelligste van Kerst als kind was natuurlijk dat opa en oma er altijd bij waren, ze kwamen naar ons toe of wij vierden het bij hen. Er lag altijd een klein kadootje van m’n oma naast elk bord –zelfs al riep m’n moeder dan dat oma ons niet zo moest verwennen– en m’n oma las altijd zo mooi het kerstevangelie voor, want ze was kleuterjuf geweest.
Nu is het alweer de tweede Kerst zonder haar, met alleen m’n opa... snif. Snotter. Dat deel van het kinderkerstgevoel is voorbij, hoe hard ik er ook naar zoek.
Maar misschien, voor de rest... is het een kwestie van me als een kind verwonderen over ’t Wonder, alle volwassen hardheid en cynisme van me afschudden, en als een kind bij de kribbe gaan staan, vol eerbied voor ’t Kind in die kribbe.
Fijne kerstdagen!
Maar nu ben ik volwassen, tenminste volgens mijn paspoort, en ben ik op zoek naar dat gevoel... Ik zoek m’n kinderkerstfeestgevoel!
Je weet wel, dat feestelijke gevoel van verwondering, onder andere van het kinderkerstfeest van de kerk, waarbij ik na afloop helemaal blij naar huis liep, m’n hoofd nog vol van het spannende verhaal en in m’n hand een boekje van W.G. van der Hulst.
Elke volwassendienst verbleekt daar helemaal bij, hoe mooi “Ere Zij God” ook is. Weet je wat zou helpen, om dat kinderkerstfeestgevoel te krijgen? Als de kerstdienst voor volwassenen, op eerste kerstdag, ook ’s avonds zou zijn, in plaats van veel te vroeg om half tien (gaaaaaaaap, nog zo slaperig), en de dominee voor de verandering niet een preek zou houden vanaf het kansel, maar ook een verhaal zou vertellen, dat zo spannend is dat iedereen met open mond luistert. En na afloop krijgt iedereen een vrolijk boekje, bijvoorbeeld over hoe bijzonder de schepping is, en een sinaasappel. En voor wie niet van sinaasappels houdt, een kerstbal in de vorm van een kribbetje.
Nog zoiets. De kerstmaaltijd. “Tjonge, hoe kan mamma zulke lekkere en bijzondere dingen op tafel toveren?”, dacht ik altijd als kind, “en de tafel ziet er ook zo feestelijk uit, ik kan er wel de hele tijd naar staren.”
Nu merk ik vooral dat ’t veel stress ’t oplevert, er moeten zoveel boodschappen worden gedaan, zoveel gerechten worden gekookt... “Weet je wat,” zei m’n zusje een paar dagen geleden “’t is altijd zo’n gedoe voor mams, de kerstmaaltijd, dit jaar koken wij kinderen allemaal een gerecht. Dat vermindert de stress en vergroot de feestelijkheid!”
Het gezelligste van Kerst als kind was natuurlijk dat opa en oma er altijd bij waren, ze kwamen naar ons toe of wij vierden het bij hen. Er lag altijd een klein kadootje van m’n oma naast elk bord –zelfs al riep m’n moeder dan dat oma ons niet zo moest verwennen– en m’n oma las altijd zo mooi het kerstevangelie voor, want ze was kleuterjuf geweest.
Nu is het alweer de tweede Kerst zonder haar, met alleen m’n opa... snif. Snotter. Dat deel van het kinderkerstgevoel is voorbij, hoe hard ik er ook naar zoek.
Maar misschien, voor de rest... is het een kwestie van me als een kind verwonderen over ’t Wonder, alle volwassen hardheid en cynisme van me afschudden, en als een kind bij de kribbe gaan staan, vol eerbied voor ’t Kind in die kribbe.
Fijne kerstdagen!
Log in om te reageren.