Adolf had een konijn gevangen. Hij had de achterpoten in zijn hand, liet het konijn hangen en gaf het konijn een slag in de nek, nam een slok bier en sloeg nog een keer. We zaten in Adolf zijn garage en knepen lege bierblikjes fijn. Mike had geouwehoer met een deurwaarder. Mike was twaalf jaar ouder dan ik en woonde op zichzelf. Mike kon eigenlijk helemaal niet op zichzelf wonen. Hij had geen werk, geen opleiding en zat stevig aan de cocaïne. Adolf had het konijn aan een boom gehangen en zocht in de garage naar een mes om het konijn mee te stropen.
Ik was vijftien jaar toen ik Mike voor het eerst cocaïne van zijn Zundappzadel zag snuiven. Ik probeerde een bal hoog te houden en nam ondertussen slokken uit mijn blikje bier. Het was een heel precies karweitje, dat snuiven. Soms was Mike enorm aan het morsen. De wind joeg de coke soms van zijn zadel af. Mike spuugde dan minutenlang allerlei ziektes uit. Vooral in het woord kanker was hij erg goed. Als zijn moeder niet door de ziekte was weggevreten zou je haast denken dat zijn scheldpartij een soort ode aan haar was.
We kochten allemaal bier bij Adolf. Daniel, Rick en Adi. Alleen Mike niet. Mike had altijd zijn eigen bier bij zich. Hij vond dat Adolf de boel aan het belazeren was. Wij vonden het wel handig. Adolf haalde bier en wij dronken op de pof. Adolf zette dan in een groot groen boek een streepje achter onze namen. Een streepje was een gulden, een gulden een biertje. En als er een week voorbij was, moest de rekening worden betaald. Adolf is een keer bij mijn ouders aan de deur geweest. Ik had een betalingsachterstand van vijfendertig gulden. Mijn moeder betaalde. Die middag kwam ik thuis uit school, mijn moeder was woedend. Niet om het geld, maar meer omdat ik die week vijfendertig biertjes had gedronken.
Soms zat Kees ook bij Adolf te zuipen. Kees woonde aan de overkant van de garage van Adolf. Kees was een jaar of vijfenveertig en viel op kleine meisjes. Hij had altijd dezelfde kleding aan. Op zijn kontzak stond in vale letters; PTT Telecom. Op zijn overhemd stond precies hetzelfde alleen dan iets minder vaal. Kees rookte goedkope shag en dronk in een hoog tempo veel bier. Als hij dronken was zong hij kinderliedjes en kon je hem ongestraft met de platte hand klappen op zijn uitgezakte wangen geven.
Adolf was een onberekenbare man. Soms kon hij in een gekke bui je zomaar in je kruis pakken, om daarna door middel van zijn duim en wijsvinger de geschatte lengte van je penis aan te geven.
Een enkele keer brachten we Adolf naar huis. Hij was dan in zijn garage van zijn kruk gevallen en kon zonder hulp niet meer op staan. We legde hem voorzichtig in het portiek voor de deur en belde aan. Kort daarna hoorden we dan zijn vrouw krijsen -dat ze zo niet verder wilde leven- en meer van dat soort aanstellerij.
Onlangs is Adolf overleden. De flat en de daarbijhorende garage waren vier jaar daarvoor afgebroken. Adolf kreeg van de woningstichting ter vervanging van zijn geliefde flatje een rijtjeshuis aangeboden. In zijn nieuwe woning heeft hij niet kunnen aarden. Er kwam niemand meer.
Mike zit op dit moment vast. Een van zijn vier kinderen is onder verdachte omstandigheden overleden. Ik heb de traumahelikopter nog zien landen. Mike liep lallend met een fles wijn in de hand over straat, terwijl in de helikopter het kleine mannetje vocht voor zijn leven.
Ik ben inmiddels 29 en leef zoals mijn ouders en voorouders dat deden: getrouwd, gedisciplineerd en heel af en toe een beetje dronken.
Ik was vijftien jaar toen ik Mike voor het eerst cocaïne van zijn Zundappzadel zag snuiven. Ik probeerde een bal hoog te houden en nam ondertussen slokken uit mijn blikje bier. Het was een heel precies karweitje, dat snuiven. Soms was Mike enorm aan het morsen. De wind joeg de coke soms van zijn zadel af. Mike spuugde dan minutenlang allerlei ziektes uit. Vooral in het woord kanker was hij erg goed. Als zijn moeder niet door de ziekte was weggevreten zou je haast denken dat zijn scheldpartij een soort ode aan haar was.
We kochten allemaal bier bij Adolf. Daniel, Rick en Adi. Alleen Mike niet. Mike had altijd zijn eigen bier bij zich. Hij vond dat Adolf de boel aan het belazeren was. Wij vonden het wel handig. Adolf haalde bier en wij dronken op de pof. Adolf zette dan in een groot groen boek een streepje achter onze namen. Een streepje was een gulden, een gulden een biertje. En als er een week voorbij was, moest de rekening worden betaald. Adolf is een keer bij mijn ouders aan de deur geweest. Ik had een betalingsachterstand van vijfendertig gulden. Mijn moeder betaalde. Die middag kwam ik thuis uit school, mijn moeder was woedend. Niet om het geld, maar meer omdat ik die week vijfendertig biertjes had gedronken.
Soms zat Kees ook bij Adolf te zuipen. Kees woonde aan de overkant van de garage van Adolf. Kees was een jaar of vijfenveertig en viel op kleine meisjes. Hij had altijd dezelfde kleding aan. Op zijn kontzak stond in vale letters; PTT Telecom. Op zijn overhemd stond precies hetzelfde alleen dan iets minder vaal. Kees rookte goedkope shag en dronk in een hoog tempo veel bier. Als hij dronken was zong hij kinderliedjes en kon je hem ongestraft met de platte hand klappen op zijn uitgezakte wangen geven.
Adolf was een onberekenbare man. Soms kon hij in een gekke bui je zomaar in je kruis pakken, om daarna door middel van zijn duim en wijsvinger de geschatte lengte van je penis aan te geven.
Een enkele keer brachten we Adolf naar huis. Hij was dan in zijn garage van zijn kruk gevallen en kon zonder hulp niet meer op staan. We legde hem voorzichtig in het portiek voor de deur en belde aan. Kort daarna hoorden we dan zijn vrouw krijsen -dat ze zo niet verder wilde leven- en meer van dat soort aanstellerij.
Onlangs is Adolf overleden. De flat en de daarbijhorende garage waren vier jaar daarvoor afgebroken. Adolf kreeg van de woningstichting ter vervanging van zijn geliefde flatje een rijtjeshuis aangeboden. In zijn nieuwe woning heeft hij niet kunnen aarden. Er kwam niemand meer.
Mike zit op dit moment vast. Een van zijn vier kinderen is onder verdachte omstandigheden overleden. Ik heb de traumahelikopter nog zien landen. Mike liep lallend met een fles wijn in de hand over straat, terwijl in de helikopter het kleine mannetje vocht voor zijn leven.
Ik ben inmiddels 29 en leef zoals mijn ouders en voorouders dat deden: getrouwd, gedisciplineerd en heel af en toe een beetje dronken.
Log in om te reageren.