Ik geloof niet

Ik geloof niet

Dinsdagmiddag wandel ik in de wijk waar ik woon. Ik loop mijn gebruikelijke rondje van een half uur. Het is warm vandaag, straks koop ik een ijsje. Nadat ik geld gepind heb, wil ik verder lopen. Aan de overkant van de straat zie ik een echtpaar zitten op het terras van de plaatselijke bakker, dwz twee tafeltjes met beiden twee stoelen. Even twijfel ik of ik over zal steken, het zijn niet de meest positieve mensen die ik ken. Maar mijn goede gemoed wint het van mijn negatieve houding.

Ik steek over en begroet ze beiden hartelijk. Zij is opgewekt en alert, hij zit voorovergebogen en enigszins in elkaar. Later vertelt hij dat hij inmiddels 80 is.
Ik weet niet hoe we erop kwamen maar een van de eerste zinnen die zij spreekt is: ‘Ik geloof niet’.
‘Hoezo dan niet’ vraag ik.
‘Ja dat verhaal van Jona, dat kan toch helemaal niet.’
‘Maar geldt dat voor al de verhalen in de Bijbel? Geloof je die ook niet?’ vraag ik.
‘Nee, alleen die verhalen die ik niet begrijp.’
‘Dus de andere verhalen geloof je wel?’
‘Ja.’
‘Maar dan geloof je dus wel.’

Ik antwoord: ‘Het maakt mij eigenlijk niet zoveel uit wat wel of niet mogelijk is. Ik denk dat God zoveel groter is dan jij en ik zich kunnen voorstellen. Dat gaat mijn voorstellingsvermogen ver te boven.’
‘Ik sta veel meer stil bij de boodschap van het verhaal: Jona die niet wilde luisteren naar God.’
‘Dat wat God mij wil zeggen.’
Zowaar ze knikt begrijpend.
En we hebben het nog even over koetjes en kalfjes.
Ik loop verder.

Wat mooi dat ik de kans kreeg te getuigen.
Te getuigen van mijn geloof.
Te pleiten voor God.
Zomaar zonder teken vooraf.
Gewoon omdat ik de uitdaging en verbinding zocht.
Zonder op zoek te zijn.
Iemand een andere kijk op haar geloof gegeven.
Niet wetend of ze er door zal veranderen, geef ik het over aan God.
Hopen doe ik wel.
Dat ze zich als gelovige ziet.
Alleen God kent haar binnenste.
Door mij liet Hij haar mijn waarheid zien.
Benieuwd wat zij ermee doet.
Misschien vraag ik het nog eens.

Dankbaar kijk ik langs dit verhaal even terug.
Op wat Gods goedheid met mij doet de laatste tijd.

Amen.