Ik als kind 21. De tandarts

De tandarts

Ik moest elke week naar tandarts Klaassen omdat mijn tanden schots en scheef in mijn mond stonden.
Tegenwoordig krijgen kinderen met zulke tanden buitenaardse beugels. In mijn tijd gebeurde het anders. Ik had teveel tanden en kiezen en een te kleine kaak. Daarom groeiden mijn tanden raar door mijn mond. De tandarts was een oude man met een oud inzicht. Daarom deed hij niets. Ik moest zelf aan het werk om de zaak recht te zetten. Elke dag moest ik van hem mijn tanden op de plaats duwen. Gewoon met mijn duim. Dus zat ik op school tijdens het bijbelverhaal van meester Venema met mijn duim in de mond. En meester zei: 'haal je duim uit de mond'. Ik schaamde me dood en toen durfde ik niet meer.
Maar als ik dan voor controle naar de tandarts ging vroeg hij of ik wel goed mijn best had gedaan wat betreft de drukkerij. En omdat het allemaal niets leek te helpen moest ik vaker en langer drukken. 2 x daags een half uur.
Het hielp allemaal geen zak.
Wel moest ik elke week op woensdagmiddag na schooltijd langs die tandarts die in een groot huis woonde met wit grind op het pad. Soms lagen daar donkerrode plekken. Eens kwam er een jongen het huis uit. Hij had zijn hand voor de mond. Toen hij op het pad stond spuugde hij bloed, de spatten sproeiden over het witte grind. Nog wekenlang kon ik de plek zien waar hij had gespuugd.

Tandarts Klaassen was oud. Toen hij stopte met tandarts zijn kregen we een andere. Die woonde in een ander groot huis met een grindpad. In die tijd hadden de meeste dokters en tandartsen grote huizen met paden van wit grind vol donkerrode plekken. Als je dat eenmaal door had herkende je aan het huis met dat soort grind de arts.
De nieuwe tandarts vond mijn scheve tanden best grappig. Dat vond ik niet. Ik vond het ook niet leuk om te horen dat ik grappige tanden had. Ik wilde mooie tanden en een recht gebit zonder naar voren staande hoektanden die leken op de slagtanden van een vampier. Dus vroeg ik hem om een beugel. Mijn jongste zusje had er ook een. Ze had net als ik een mond vol tanden en een kleine kaak en daarom kreeg ze een beugel. Maar ik was te oud. Toen ik 16 werd was ik te oud voor een beugel. De verzekering vergoedde dat niet meer. Dat deden ze alleen als je nog geen 16 jaar was. En voor mijn 16e jaar zei de tandarts dat ik mijn tanden zelf maar op de plaats moest drukken. Dat is toen mislukt omdat ik van de meester niet met mijn duim in de mond mocht zitten en nu moest ik me maar redden, maar gelukkig had ik een grappig gebit (shit)

In ons dorp woonde Arda die haar tanden wilde laten trekken omdat iedereen in haar familie een kunstgebit had. Ze was 18 jaar toen ze met die vraag naar de tandarts ging: 'doe mij een kunstgebit'. De tandarts zei: 'nee dat doe ik niet, je tanden kunnen nog een hele tijd mee.' Toen ging ze naar een andere tandarts die al haar tanden en kiezen uit haar mond trok. Ze kreeg een kunstgebit en toen was ze volwassen en hoorde ze bij de rest van haar familie die ook een kunstgebit had.

Toen de tanden van mijn vader oud en krakkemikkig werden wilde hij geen perfect en stralend kunstgebit. Volgens hem betekenen perfecte tanden: dit is een kunstgebit. Dus vroeg hij om wat scheve en lichtgele tanden. Dat is toen gebeurt en als mensen hem dan vroegen: 'is dat echt nog uw eigen gebit?' Dan zei 'ja dat zijn mijn eigen tanden'.
En omdat eigen tanden in die tijd meestal scheef stonden en lichtgeel waren dachten ze dat hij op zijn leeftijd nog steeds zijn eigen tanden had.
En dan vertelde mijn vader dat aan tafel als we aan het eten waren