Blog
Ik als kind 9. Spugen op de jas v.d. roomse zuster
Door datingsite- en communitylid
aske
02-12-2018 12:17 | bekeken:
511 | funked:
2 | reacties:
1
Ik was 5 en mijn zus 6 toen we spuugden op de jas van de roomse wijkzuster.
Rooms, tegenwoordig zeg je: katholiek. Nu zou ik schrijven: spugen op de jas van de katholieke wijkzuster.
Of dat verschil zou hebben gemaakt voor de wijkzuster?
Misschien wel. Persoonlijk heb ik nix met rooms, maar met katholieken kan ik lezen en schrijven, of lopen en praten. Ik spreek uit ervaring.
We mochten haar niet. De roomse wijkzuster. Dat was de reden dat we spuugden. Ik denk dat ze begreep dat we iets tegen haar hadden. Ze ging klagen bij mijn vader over het spugen. Mijn vader zei tegen ons dat we niet mochten spugen op haar jas. De manier waarop hij het zei, ik weet het nog, maakte dat ik dacht dat hij het niet zo erg vond dat we spuugden. Mijn vader was een strenge vader en als we iets deden wat hij niet goed vond, dan deed hij streng en boos. En over het spugen deed hij gewoon, alsof het niet zoveel uitmaakte. Een beetje slap zei hij: 'Dat mag je niet weer doen'.
Ik voel nu nog dat het eigenlijk niet zo erg was dat we spuugden.
Ik denk dat mijn vader haar ook niet mocht. Misschien wel omdat ze rooms was. Mijn vader had het niet zo op met rooms. Als hij voor het eten ging bidden, tikte de roomse wijkzuster met haar vingers een kruis op haar bovenlijf. Daar keek ik naar onder het bidden.
Rooms.., dat woord. Het ruikt anders dan het woord katholiek. Rooms zit naast de paapse mis en de vervloekte afgoderij. Dat leerde ik in mijn gereformeerde opvoeding. Paaps en vervloekt. Zulke woorden. Geen goed woord voor over.
Dus.
Spugen maar.
Van haar moest ik melk drinken. Dat hoefde ik niet van mijn moeder.
Maar mijn moeder lag in het ziekenhuis. Al een hele tijd en toen opeens was er een zusje. Dat hoorde ik van mijn vader. Op een keer gingen we met de auto van een man van de kerk naar het ziekenhuis. Toen zag ik mijn moeder weer. En een baby. Mijn vader en moeder zeiden dat dat mijn zusje was. Ik wilde dat mijn moeder weer thuiskwam.
Van mijn moeder mocht ik karnemelk, want melk vond ik heel erg vies. Daar moest ik van kokhalzen. Van de roomse wijkzuster moest ik gekookte melk. Dat deed ik niet en toen werd de wijkzuster niet aardiger.
Van mijn moeder mochten we 2 koekjes bij de thee, van de roomse wijkzuster 1. We zeiden dat we altijd 2 koekjes mochten van mijn moeder, maar hielp dat niet.
Mijn zus en ik mochten haar niet, vanwege de koekjes en de melk en nog meer dingen, maar die ben ik vergeten. We konden niet anders dan op haar jas spugen en omdat ze een kruis tikte en rooms was, werd mijn vader daar minder boos over dan wanneer ze gewoon naar onze eigen kerk ging.
Mijn vader ging elke dag met de bus naar de stad en het ziekenhuis. Zelfs op zondag. Dat mocht anders niet, maar nu wel. Mijn vader heeft nog es uitgelegd hoe dat zat, maar die uitleg ben ik vergeten.
Lang is de roomse wijkzuster niet bij ons gebleven. Daarna kwam er een andere wijkzuster die niet rooms was en aardiger deed en ik hoefde geen melk drinken en we mochten 2 koekjes en bidden deed ze gewoon met gevouwen handen. Mijn vader zei ook dat het beter ging.
Toen kwam mijn moeder thuis met mijn zusje. De man van de kerk die een auto had bracht hen. Samen met mijn vader. Die was ook mee.
Later ging ook de niet-roomse wijkzuster weg.
En toen gebeurde er even nix bijzonders meer denk ik, want dat ben ik vergeten.