Blog
En hoe verging het Vera? (afl.36)
Door datingsite- en communitylid
Willem-Anne
27-10-2016 16:54 | bekeken:
687 | funked:
0 | reacties:
2
Op camperstop "de Messines".....
Vera had op de stretcher een verrukkelijk middagdutje gedaan.
Wat was het leven toch goed. Met een hart vol van dankbaarheid genoot ze nog even na van het heerlijke slaapje. Het was inmiddels een uur of drie.
Gek, dat Ad nog niet terug was. Ze had hem goed begrepen dat hij slechts even naar het dorp wilde en op tijd terug zou zijn.
Ze pakte zichzelf bij elkaar. Hij zou er zo meteen wel zijn, eerst maar een kopje thee zetten.
Zestien uur. Vera begint ongerust te worden en..... roept Albert, de campingbaas er bij. Gelukkig dat hij Nederlander is.
's Morgens toen ze de camping opreden had hij nog verteld hoe het meerdere keren was voorgekomen dat hun gasten in deze rimboe de weg kwijt raakten. Albert probeerde Vera gerust te stellen en beloofde haar, dat, wanneer Ad er rond etenstijd nog niet mocht zijn, hij een grootscheepse zoekactie op zou starten.
Vera terug in de camper.
Het zal toch niet zo zijn dat Ad iets overkomen zou zijn. Ze moest haar hoofd er bij houden. Het laatste jaar had ze zo veelvuldig Gods liefdevolle nabijheid ervaren. Haar ongerustheid zou wel een gevolg zijn van de zenuwen die haar parten speelde.
Echter, je kon natuurlijk nooit weten.
In het geval dat Ad onderweg een ongeluk zou hebben gekregen, dan moest ze misschien heel snel naar het ziekenhuis. Vera verzamelde heel snel hun belangrijkste papieren, geld en de paspoorten voor het geval dat ze weggeroepen zou worden.
Ze probeerde wat te lezen.
Ze maakte een wandelingetje van een paar minuten naar de in- en uitgang van de camping. Opnieuw probeerde ze wat te lezen.
Echter, concentreren kon ze zich niet. Wel, energie voor wat schietgebedjes.
Zeventien uur. Ad was nu al vier uren weg van....."huis"...., of, beter gezegd, weg van de camping, die zich bevond in a middle of nowhere.
Weg, weg.......weg......kom Vera, houd je gedachten er bij.
Zeventien uur vijf:
Een politieauto met twee agenten in uniform rijdt zachtjes en observerend het erf van de camperplaats op.
Albert, de eigenaar van de camperstop komt ook toelopen.
In een flits ziet ook Vera de politiewagen naderen.
"O God, het zal toch niet waar zijn...??"
Snel stopt ze hun papieren in haar tasje en snelt naar buiten.
De hoofdagent vraagt naar het kentekennummer van de camper die een verdwaalde toerist aan hen had doorgegeven. Gelukkig bleek dat nummer overeen te komen met die van de camper die Ad en Vera gehuurd hadden. De toerist, een man van voor in de dertig, wist zich geen naam van de camping te herinneren. Echter, wel dat de eigenaar een Nederlander was.
Met inbegrip van deze auto waren nu twee surveillance wagens met hun bemanning onderweg. Na een paar vergeefse pogingen was één van de wagens nu terecht gekomen bij camperstop de Messines.
Het enige en eerste wat Vera uit kon brengen, was: "O, dank U Jezus; dank U Jezus..."
Een pak viel van haar hart. Ad was terecht.
Via hun mobilofoon seinden de agenten de andere patrouillewagen door dat hun zoektocht effect had gesorteerd. De ene auto met agenten kon weer terug rijden naar de politiepost van Sao Bartolomeu de Messines.