Blog
NK tegen de wind fietsen
Door datingsite- en communitylid
Mini-Arnold
06-01-2016 11:58 | bekeken:
857 | funked:
0 | reacties:
0
Super! Fantastich! 2 december krijg ik een mail van de organisatie van het NK tegen de wind fietsen! Er komt storm en ik krijg een uitnodiging!
Waarom dan nu pas een blog hierover? Aan het eind van het avontuur viel ik van een standbeeld en kneusde daarbij mijn linkerpols. Die is nu, zeker, dat werkt, merk ik nu, met Kruidvat kneuzingsgel, minder gevoelig.
Het is wel lollig dat je dan op een andere manier kunt leren blindtypen. Je kan met je rechterhand, waar ik even daarvoor trouwens 2× gevallen was maar dat deed inmiddels geen zeer meer, ¾ van je toetsenbord bestrijken terwijl je met links één vinger gebruikt.
Alleen ging ik niet helemaal juist te werk. Eén dag ervoor besloot ik nog bij enkele winkeliers in Glanerbrug langs te gaan om te vragen voor sponsoring. Alleen bij de Hema, nota bene een Hollands bedrijf, werd ik enigszins serieus genomen. Bij de Albert Heijn maakte ik de fout het sponsoren te vergeten en meteen nogal verontwaardigd te zeggen dat ik mijn winkelbod niet rechtvaardig vond.
Daarna liep ik naar huis terug. Ik pakte een grote weekendtas van de Albert Heijn. Vroeger heb ik voor de Albert Heijn gewerkt, dan nu, ondanks dat ze mij weren, zal ik reclame voor hun maken op de NK tegen de wind fietsen. Ik keil wat benodigdheden in de tas en loop weg.
Bij het station aangekomen zie ik een allochtoons stel met een kinderwagen met slapende baby. Haar handjes bewegen heel lichtjes en ik word attent gemaakt op een soort maretak-achtig iets. Ik besluit het erbij in de weekendtas erin te kieperen.
Vraag me niet waarom ik niet de Deventer-Roosendaal trein genomen heb. Maar op een gegeven moment was ik op station Utrecht. Ik reisde naar Rhenen en belde daar mijn stiefvader/moeder op om te vragen of ze me niet konden brengen. Dan konden ze de race ook zelf van dichtbij meemaken. Dat ging niet door, zei mijn stiefpa nogal kortaf. Tja, ik had laatst ook een beetje een heftig mailtje naar hun gestuurd, eigen schuld.
Oké, dus met de bus terug naar Utrecht. Helaas weer enigszins onlogisch, of, ach, je moet wat. In de bus check ik in en groet de chauffeur. Het valt me op dat hij wel heel erg op Dick Advocaat lijkt. Na een tijdje krijg ik een lumineus idee! Ik pak mijn Nederlands Elftal synthetische shirtje die ik ooit bij de Albert Heijn gekocht had, trek hem aan en ga naar Dick of zijn dubbelganger toe. Ik praat met hem over van alles en nog wat, maar hij wil niet toegeven of hij Dick zelf is. Dat ontwijkt hij. Na een tijd reizen door een gebied wat voor mij trouwens helemaal nieuw was, ik kwam er nooit, komen we aan op station Driebergen-Zeist. Dick raadde me aan van daar verder te reizen.
Op het perron bedenk ik mij en besluit terug te gaan om op de foto met Dick te gaan. Dick vind het goed. Een behulpzame, net instappende reiziger, maakt de foto. Ik helemaal verrukt, alleen op het perron kom ik erachter dat er geen geheugenkaartje in mijn fototoestal zat. Dat was dus een gevalletje van "von Himmelhoch jauchzend naar zum Toden betrubt".
Via via kom ik in Roosendaal aan. Ik weet me God niet waar ik wezen moet en was zo naïef om ervan uit te gaan dat de Zeeuwse bevolking mij wel de weg zou wijzen. Met mijn bij de mobiele telefoonhandelaar van de Irene Promenade in Enschede gekochte featurephone-tje van Samsung krijg ik geen verbinding met internet. Na even gekeken te hebben op de kaart stap ik een paar passen naar achter en roep uit 'wie doet er hier nog meer mee met de NK tegen de wind fietsen?!' Eén allochtoonse jongedame loopt schijnbaar verwonderd achteruit en een paar NS medewerkers maken een grapje.
In de trein voel ik me best dom. Maar niet wanhopig! Ik besluit ineens mijn oude kloffie wat ik aan had om te wisselen. Ik deed mijn mooie witte spijkerbroek aan en mijn Nederlands Elftal T-shirt weer met daar bovenop zelfs nog mijn paarse 'de Kater'-wielrenjack. En ja hoor, bij station Goes krijg ik ineens de impulsieve ingeving om daar eruit te gaan om te kijken of het verzorgingstehuis van mijn oma daar er nog steeds zo bij ligt. Ik stap uit en merk meteen op dat het een verschrikkelijk welvarende stad is. Alles ziet er echt hyper modern en nieuw uit! Ik zag een accountantskantoor met de naam van mijn moeder wat mij aan haar en mijn Duitse KPMG neef deed denken.
Na een tijdje kom ik een 'hulpvaardige' meid tegen die mij vertelde, of het de waarheid is weet ik niet, dat ik net uit de laatste trein gestapt was. Ze bood me een overnachting aan nadat ik haar verteld had wat de reden van mijn bezoek was. Binnen in het studentenhuis zitten een stel studenten te blowen. Na een tijdje zeg ik 'jongens, ik ga hier toch weg, want van die rook ga ik niet harder fietsen morgen!'. Ik been weer weg. Terwijl ik het hoekje om ga hoor ik achter mij 'welke kant is hij nou op gegaan?'.
Ik loop verder door Goes en na een tijdje zijn daar weer die studenten. "Wij vragen ons af van welke planeet u komt!" vragen ze mij omdat ik er zo merkwaardig oranje-paars uit zie. "Kom met ons mee, we kunnen u hier niet zo in de kou laten slapen!". Na een tijdje stem ik in maar als we bij een T-splitsing komen hoor ik ineens een harde GVD. Ik zeg, trouwens bijna als een buitenaards wezen, 'Dit is tegen gebod 3. Misbruik de naam van de Heer uw God niet. Wie Zijn naam misbruikt laat Hij niet vrijuit gaan!' Ik draai me om en loop weer weg.
Na een tijdje word ik aangehouden door de politie en ze zijn zo vriendelijk me te droppen bij een omeunig sjiek Van der Valk hotel. De politieagent verdwijnt weer. Bij de balie vraag ik een kamer. De man kijkt me een beetje vreemd aan en zegt dat de goedkoopste kamer rond de honderd euro kost. "Wie denken jullie wel niet dat ik ben? Onassis of zo?!" brul ik. Ik loop weer weg en sta buiten op een grote parkeerplaats in de kou. Even ga ik bidden met God om te vragen wat te doen. God overtuigt mij weer naar binnen te gaan.
Weer bij de balie bied ik mijn verontschuldigingen aan dat ik zo woest reageerde en vraag de man of ik toch niet kan blijven slapen. Dat kon wel alleen had ik niet genoeg geld op mijn bankrekening. Ik vroeg hem of ik mocht bellen, wat mocht, en belde een aantal mensen op. Bij de één ging het waarschijnlijk niet werken omdat het van niet RABO naar RABO moest. De moeder van mijn beste lagere schoolvriend geloofde me niet of zo en hing op. Mijn trouwe penvriendin Mariska maakte wel geld over.
Toch kon ik nog niet pinnen. De man was niet te vermurwen en ik werd enigszins radeloos. Ik zocht in al mijn zakken en vond in mijn achterzak een €5,-biljet. Ik bood hem aan te schaken om geld met mij zodat ik toch kon betalen. De behoedzame, waarschijnlijk vroom-gelovige niet gokkende man, weigerde dit verzoek. Maar de grap was wel dat ik tijdens het zoeken naar het geld het logo van de Nederlandse Leeuw, onbedoeld maar wel heel verlossend, liet zien aan hem. Daarom bood hij me aan dat ik de helft kon betalen en de andere helft later voldoen. Enthousiast stemde ik in en wilde pinnen met mijn oranje pas. Helaas, het werkt toch niet. Toen deed ik voor de hotelmedewerker een gebed of het toch zou werken, typte de pincode van mijn blauwe pas in en Halleluja! Het werkte!
De man gaf mij de sleutel en ik ging de kamer binnen. Het was echt absssurd sjiek! Gouden sprei over een tweepersoons bed. Oké, geen bad, mjah, die heb ik thuis ook niet. Ik nam een koude douche, wat ik altijd fijn vind, en ging slapen.
's Ochtends nam ik het één en ander van het buffet, géén vlees en niet teveel want dat zou te zwaar op de maag liggen, en ging op pad. In de beginnende ochtendschemer stapte ik 'zielstrebig' naar de locatie toe. Na een tijd haalde de man van gisteravond me in op zijn fiets.
Op het station aangekomen zag ik een merkwaardige jongeman in een wachthokje staan. Hij had een lange jas aan en wenkte me om een praatje te maken. Hij vertelde me dat hij een Wodan-aanbidder was. Ik zei hem dat ik mijn heil bij de joodse God zocht. Als de trein aankomt die ik wil pakken, ik wist toen redelijk zeker dat ik in Vlissingen moest zijn, zei hij me dat die de andere kant op ging. Ik keek naar de lucht maar kon niet opmaken waar de zon aan het opkomen was. De lucht waar de trein vandaag kwam leek wat roder, maar de hemel was hoe dan ook heel vreemd gekleurd. Ik twijfelde nog wat en toen de trein wegreed dacht ik 'Nee, het is hem toch!'. Ik sprong op een opstapje voor de inmiddels dichte deur en surfde een tijdje mee. Helaas kon ik me nergens aan vasthouden dus ik werd weer terug op het perron geworpen.
Op velerlei manieren nog heb ik geprobeerd er te komen. Zelfs heb ik aan een wat ouder mannetje de weg gevraagd. Er stond C2O op zijn pet. Vreemd, dacht ik in eerste instantie, maar het zal wel zijn protest zijn tegen teveel CO2 uitstoot. Hij verwees mij echter naar de kerk toe.
Ik zag op een nummerbord van een auto "TL BR". Too late, bro! Ik liep nog naar wat ik dacht dat de goede kant was op maar mijn starttijdstip was verstreken.
Na een tijd wandelen zag ik een groot flatgebouw met een man met grijze baard erop geschilderd. Ik was zwaar geïrriteerd. Nou hebben ze het zo mooi voor elkaar in Nederland dat ze mij afgekeurd hebben en dat ik toch trouw naar mijn werk en huis heen en weer fiets met mijn fiets en dan sobeteren ze mijn deelname aan de NK tegen de wind fietsen!! Ik zette heel hard een lied in op de wijs van een klassiek meesterstuk.
God schiep uit gouden korenaharen,
de Tukkers èn
Twentenaren !!
Uiuiuiuiuit het kahaf en de rehesten,
de mensen uitwesten! De mensen uitwesten! Uit wehesten! De mensen uitwesten! Ik ben een Gelderlander!!
Ook zong ik gezang 179. En nog psalm 74. Toen zong ik het clublied van WSR Argo. Daarna het clublied van DRV Euros. En als klap op de vuurpijl het clublied van RKSV Vogido. Ik besloot te voet weg te lopen uit Zeeland.
Bij de grens van het dorpje Kapelle voel ik iets aan mijn linkerzij. Het is een draadje garen wat in de war is. Ik besluit, omdat ik nogal vermoed dat met in Zeeland héél fijn predikt, om het uit elkaar te halen om te laten zien dat ook ik niet een omeunig lompe genade-afromende christelijke zondaar ben. Daar ben ik zo'n tien minuten à een kwartiertje mee bezig. Het waaide best dus zo makkelijk was dat niet. Dan besluit ik om de maretak te hangen bij de Zeeland kant en ik probeer het ontwarde garen om een paal te mastworpen. Wat natuurlijk niet lukt dus ik leg er een platte knoop in. Mijn werkleidster Margriet vond trouwens wel dat ik dat nooit moest doen op het werk maar gewoon een normale knoop van dubbel garen.
Ik had het gevoel dat ik in een toneelstuk beland was..
..nu ga ik even naar de Albert Heijn en even lunchen.
Deel II volgt later.