Blog
St. Isidorushoeve
Door datingsite- en communitylid
Mini-Arnold
17-05-2015 15:52 | bekeken:
946 | funked:
0 | reacties:
0
Op mijn PC zat ik naar de foto van Corrieke en mij te kijken. Rechtsonderin verschijnt "Corrieke is online" van Skype in mijn beeldscherm. Ik klets een beetje leuk met haar en op een gegeven moment zegt ze dat weg moet omdat ze naar Amsterdam moet of zo. Ik stuur een serie smileys van sip naar bedroefd naar huilend en ze lacht terug.
Nou dan ga ik toch maar naar dat St. Isidorusfeest waar Joyce van het werk het over had. Ik kleed me wat om, dacht dat lichtblauwe kleren wel goed bij hemelvaart zouden passen. Zo ver skeelern is dat niet. Op de Gronausestraat kom ik erachter dat ik mijn rugzak met schoenen vergeten ben. Even denk ik 'ik kan wel op dat feest rondskeeleren', maar bedenk me toch. Ik sla bij de kerkstraat linksaf en zie dat ik 16 km/h ga op een snelheidsmeter aan de kant van de weg. "16 maar!?" roep ik, "moej dit zien!". Ik zet hard aan en hoihoi, hij springt naar 17. Bij een verkeersdrempel blijft mijn linker skate hangen en ik slaak een kreet maar 't geet good.
Snel even thuis mijn schoenen opgehaald en weg! Ik ga bij de Tolstraat links en zie weer 16 km/h verschijnen bij een snelheidsmeter. Lekker mijn oude huis-werk-route helemaal door wat ik in 't begin een nogal onbehaaglijk bos vond. Bij de kersdijk twijfel ik of ik links- of rechtsaf zal gaan. Als ik links ga kan ik waarschijnlijk over de N-weg er komen. Maar op het laatst besluit ik rechts. Het asfalt is heel ruw, echt werkasfalt. Maar als de weg naar links gaat is het asfalt superglad. In de verte zie ik een fietser aankomen. Hij fietst met zijn smartphone en oordopjes in langs me heen. Net voor ik rechtsaf sla bel ik Katja op. Voicemail, ik spreek wat in. Dan nog iemand, weer voicemail, spreek weer in. Terwijl ik spreek razen er twee auto's langs me heen. Ze roepen wat naar me.
Het asfalt van het fietspad is af en toe een beetje vochtig. Met net niet paralelle slagen skate ik eroverheen. Ik haal twee donker gekleedde mannen in. Dan kom ik bij de Buurserstraat en ik kan het niet laten om even bij mijn oude werk langs te gaan. Het is nog steeds hetzelfde maar van eigenaar veranderd. Weer terug naar de Broekheurnerring. Bij de rotonde kom ik de twee donker gekleedde mannen weer tegen. Lanks Arno en ik bel Corrieke nog een keertje op. Weer voicemail. Ik spreek wat in, waar ik ben waar ik achter kom als ik de weg oversteek. Het Oosterveld. Links van de weg ga ik verder en ik besluit een mooie route naar mijn werk bij de Forelderij te nemen: de Geessinkweg. Af en toe komen er auto's langs me heen. Dan de Voshaarweg. Ik krijg een 'mongool!' naar mijn kop geslingerd vanuit één van de auto's. Als ik bij de kruising kom waar links naar de forelderij leidt kijk ik omhoog en zie Venus stralen in het westen. Na honderd meter twijfel ik er even aan om te kijken op mijn werk, maar er zal zaterdagavond hoogstwaarschijnlijk wel niemand zijn. Ik keer twee keer om. Dan kom ik op de Haaksbergerstraat. Een machtig mooie zonsondergang straalt mij tegemoet. Ik zie ook Jupiter aan de hemel.
Ik bel een Amerikaans meisje op en kreeg wéér voicemail. Ik spreek wat in. Inmiddels wordt het al een beetje donker. Even krijg ik het idee om Marcel in Eibergen te bezoeken maar zie daar toch maar van af. Een heel donker stuk bos licht ik bij met mijn mobieltje. Dan zijn er weer straatlantaarns. Een weg die ik verdenk de weg naar St. Isidorus te zijn komt aan mijn rechterhand. Er staat een verboden voor fietsers en pleerizers bord. Ik ga er toch maar niet in en weer rechtdoor. Bij een trouwlocatie ga ik rechtsaf. Van het informatiebordje rechts word ik niet wijzer. Nog ietsje verder zie ik een café met een groengeel naambordje. Omdat er een deur verderop een disco is denk ik zelfs even dat de St. Isidorushoeve is. Binnen vraag ik aan de barman waar die is en hij en een paar mannen verderop zeggen dat het wel ver is. "Wat is ver?" "Nou, wel 4 km!". "Hij is op inline skates!", zegt de barman. "Oh, maar ik kom al uit Glanerbrug", zeg ik. "Kearl!", zegt één van de mannen smalend terwijl hij naar me toe komt. Nou, je moet hier links en dan weer links. "Ik ben er dus al voorbij? Is het bij de bord met verboden voor fietsers?" "Ja, nee geintje! Je gaat gewoon hier links en bij de T-splitsing rechts. Dan bij de rotonde rechtdoor! Daar staat een moskee, waar ik helemaal niet blij mee ben." Stompzinnig maar ook onwetend lach ik een beetje mee. Nog één resumeer ik het: "Dus links, bij de T-splitsing rechts en dan rotonde, rotonde. Oh ja en de moskee! Maar die vind je niet zo leuk". "Nee, grapje, die is wel leuk en dat is een grapje!".
Dus ik ga. Waar is de rotonde? Er is hier een kruispunt. Weer een kroeg met groengeel bordje maar ik ga binnen bij een restaurantje de weg vragen. Een sprookjesachtige dame legt mij uit hoe en wat en kijk af en toe over haar schouder omdat ik verbaasd ben daar Richenne te zien zitten. Ik resumeer weer de weg en ze doet de deur los, maar ik doe de deur los het restaurant in. "Jij lijkt heel veel op Richenne Zeebregts!", zeg ik. "Wat?" Ik herhaal. "Oh, is het een leuk iemand?" "Ja!", zeg ik. De sprookjesdame lacht naar me en zegt iets van 'doe je kalm an?'. "Ja, doe ik!". Lekker glad asfalt ik maak lange klappen in de hokke. Een auto flits met zijn koplampen. Vindt hij me gaaf of gevaarlijk? Na de eerste rotonde kijk in naar de straatnaam. Hengelosestraat? Dat klopt niet en ik draai me om. Voor me fietst een groepje jongens. "Het zou wel gaaf zijn als ik ze in zou halen!" bedenk ik en zet aan. Het lukt, het asfalt is glad en met lange klappen haal ik ze in. Eén jongen demarreert echter hard het groepje uit. De andere jongens joelen en ik haal hem niet in. Bij de rotonde ga ik rechts. De jongens verschijnen links van mij en ik besluit een beetje te showen. Rintje Ritsma stijl ram ik omeunig hard over het asfalt. "Ik ga hard man, ik ga hard man!" joelen de jongens. De weg wordt nu wel heel donker en ik twijfel of ik naar de ventweg moet klunen, maar in het donker durf ik het niet aan. Als er dan een auto achter me mijn schaduw voor me werpt ga ik losvieren met mijn handen langs mijn lichaam rechts van de weg rollen. De auto haalt me voorzichtig in. Dit gebeurt later nog een keer maar dan voel ik wel de wind van de auto aan mijn mouw.
Ik kom aan op de St. Isidorushoeve. "Inlineskates!", zeggen sommigen terwijl ik ze inhaal. Op het terrein wil ik mijn schoenen aantrekken. Mijn rits breeks echter van mijn rugzak af. De twee rits werkt wel maar breekt af als ik hem weer dicht doen. Ik verheug me al op het repareren van de ritsen thuis. Zo de omgekeerde wereld, zo'n feest. Hele schares leuke meiden zie je. Terwijl ik normaal altijd maar op één, twee of drie meiden agapé-achtig verliefd word zou je hier met alle meiden willen sjansen. Bij het muntjesverkoophok vraag ik aan een mevrouw of ze mijn groene tas daar wil bewaren. Ik ben oerstom dat ik zeg dat er dure skates in zitten maar dat ze wel oud zijn. Bij de ingang van het bandoptreedgedeelte maakt één van drie meiden een foto van mij met haar mobieltje 42 graden gedraaid.
Het feest is leuk, heel gaaf zelfs, machtig mooi. Af en toe flirten er meiden met me of lopen lollig rondjes om me heen. Soms denk ik Denise2 te zien aan het haar van een meid maar zie dan dat de kont er niet bij past. Die van Denise is vele malen lekkerder. Op 't eind ga ik nog even in de Beach nogwat, een kermisatraktie. Dan komt het lullige moment van de avond of nacht inmiddels. Ik loop naar het hok waar ik mijn skates had achtergelaten en zie dat die verlaten is en de deur open staat. Ik kijk erin en zie tot mijn schrik dat mijn tas verdwenen is. Nog steeds koel loop ik naar een dame achter de bar en vraag haar en word doorverwezen naar een man. Hij zegt dat er geen tas is en ook dat ze geen tassen aan mogen nemen. "Nou, het feest was mooi, maar dit is wel een beetje een domper!". Ik mocht nog mijn naam en telefoonnummer op een groot post-itje zetten met een dikke stift. Dit doe ik zo goed als kan plus wat er dan mist. Dan ga ik maar naar huis lopen. Ik loop eerst richting Goor en één van twee meiden zegt tegen me "Hee, sukkel!". Ik kijk anderhalf moment haar kant op en zwijg. Ze lachen. Dan ga ik de kant van Haaksbergen op. Ik klets wat met Tom en Jeroen. "Jeroen! Dat is afgeleid van Jerom, of niet?" "Nee, Jerom is afgeleid van Jeroen!' Links van mij zie ik de zon opkomen en bedenk me dat dat het oosten is en dat is dus nu naar het zuiden aan het wandelen ben. Ik draai me om en begin een lange tocht naar huis. Ik loop nog veel jongeren tegemoet die van het feest komen en groet één leuke best grote jongedame. Tja, er zijn meer leuke meiden dan gereformeerde kerken in Nederland. In mijn eentje loop ik verder en zie de de hemel van lief en lee lichter worden. Dan kom ik bij het Twentekanaal en ga er rechts af. Voor mijn gevoel moet ik een stuk wandelen, zou ik dan bij de Hengelose sluis uitkomen en dan is het nog een klein stukje. Dan zie ik de zon verschijnen boven de wolken aan de horizon om 5:53. Het is een mooie gezicht, zo weerkaatsend in het kanaal. Ik denk weer aan mijn roeitijd bij Euros. Om 6:14 verdwijnt ze weer achter de wolken.
Het wordt laat, 15:52. Ik ga nog even naar de kerkdienst.