Een beetje triest fiets ik door de stad. Ik ben net terug van een reis en eenmaal thuis moet ik altijd wennen en landen.
Deze x is dat niet anders. Het huis is leeg. Ik ben alleen en het regent ook nog. Geen lekkere stevige bui, maar een miezerig grijs regentje. Een trieste druppelaar. Een somber makende waterige mist. De dag wordt er saai van. In de stad is nix te beleven. De markt is maar halfvol en de paar mensen die ik tegenkom versperren mij en mijn fiets de weg. Ik word er sikkeneurig van.
Ik ga naar huis. Fiets over de museumbrug naar mijn tijdelijke huis waar ik strax weer uit moet. Nog geen ander huis, strax sta ik op straat. Ik moet nog een formulier IB60 regelen, bellen met het urgentiepanel die mijn situatie toch niet urgent genoeg acht. Of mijn illegale huisbaas overtuigen dat illegaal verhuren een kwestie is van naastenliefde.
De museumbrug is nat en glad. Voor mij vallen 2 fietsers. Een fietsende dreadlock-er raakt de fiets van een man met aktetas en donkergrijs kostuum, type advocaat. Ze gaan beide tegen de vlakte, met fietsen en aktetas. De aktetas springt tussen de spijlen van de brugleuning door het water in. De advocaat lijkt geschrokken, bijna in paniek. Hij springt op naar de brugleuning en buigt over de rand. De dreadlock-er doet relaxt. Hij staat op en steekt een sigaret aan. Samen met de fietsen versperren ze de weg. De advocaat wijst naar zijn aktetas die langzaam onder water verdwijnt. Dan pakt hij zijn mobiel uit de zak van zijn kostuum. Veegt en toetst over het scherm. Ondertussen praat hij op heftige toon tegen de dreadlock-er. Er staat een groepje mensen te kijken als was het een schouwspel.
De dreadlock-er zegt: -chill man, 't is maar een tasje.-
De advocaat schreeuwt: -Sorry!!.. alles zit in die tas, alles!-
Dan hoor ik mijn naam en: -I love you! I love you! I love you!-
De roep scheurt over de museumbrug, het schouwspel binnen. Ik kijk op en zie hem aankomen. Hij rent. Een rode broek, een stevige man. Die liefdesverklaring is voor mij. Dat is duidelijk. Ik herken zijn stem. Onmiskenbaar. Haha, ik glim opeens. Hij komt aangestormd. Ik stel mijn fiets strategisch op, tussen mij en de rennende man. Verwacht een overweldigende knuffel en die hoef ik niet.
De mensen op de brug kijken van scene 1 naar scene 2. Ze lijken opeens vrolijker. Wat een vermaak op deze trieste dag.
-Ik heb je zo gemist, hahaha. Maandag kom jij bij mij eten. Boerenkool, lus je dat? Met worst, oh nee dat eet jij niet. Op mijn werk gaat het niet goed, en ik kook nu ook op vrijdag. Ik ben zo blij dat je er weer bent. Bij Piet is ingebroken. Hahahaha.-
Zijn lach dendert over de brug.
Het publiek lacht mee. De advocaat en de dread-locker zijn vergeten. Ze handelen in stilte hun zaakjes af.
Als ik even later mijn weg vervolg ben ik eigenlijk best vrolijk.
-I love you-
Mooi is dat