Blog
Tranen door de tijd van haar
Door datingsite- en communitylid
WijntjeDoen
24-11-2010 20:27 | bekeken:
1077 | funked:
0 | reacties:
4
Ze zat naast hem. Keek hem van opzij aan. Waarom had ze nooit eerder wat in hem gezien? Hij had altijd zo gewoontjes geleken. Maar nu was hij een echte man geworden. Succes opgebouwd, jaar na jaar, een warme vriendenkring om zich heen, mensen die om hem geven. En hij om hen. Maar ja, hij was vroeger nou niet direct de stoere bink die haar gevoelens deed opvlammen. Deed altijd precies wat zijn ouders zeiden. Hij was zo saai geweest! Hij had haar wel een keer een roosje gegeven, maar dat was zo blassé. Hoewel, dat had ze altijd gevonden. Nu kon ze het meer waarderen. Na alle dure overstelpingen had ze geleerd zich niet meer te laten kopen. Maar een roos was puur.
Wat een ellende ook. Aandacht had ze altijd wel van mannen gehad. En niet de minste. Vooral tijdens haar geloofscrisis. Ze was eerst op pad geweest met Andy. Lekker uit, eindelijk wat beweging in haar leven. Feestjes, vervoer, drankjes, Andy zorgde goed voor haar. Maar op een gegeven moment wilde hij meer. En ze vond toen dat ze daar niet aan toe was.
Toen kwam Steven. Een stukje ouder, wat haar bevestigd had. Auto, mooie kleren en hij had haar zo'n vrij gevoel gegeven! Vond net als haar dat vrouwen vrij moesten zijn om het leven te ontdekken. En toen hij haar met zijn rode auto naar Toscane had gereden, voelde ze dat alles goed was. Op de tweede dag, op de zondag, toen hij ontbijt op bed had gebracht, in de felle ochtendzon die door de witte gordijnen scheen, was het gebeurt.
Het hield op met Steven toen ze zwanger van hem werd. Zij wilde het houden, maar hij wilde nog van het leven genieten. Hoe kon hij nu van het leven genieten als hij niet zag wat er in haar groeide? Ze had zo gehuild, maar zijn troostende woorden hadden hem niet belet om later een enkel smsje te sturen dat hij dit toch echt niet wilde. Het einde van de perfecte droom.
En toen was het niet meer zo vanzelfsprekend. De aandacht. Wel van hem, hij was nog een keer naar haar toegekomen bij een bruiloft. Had gezegd dat ze zo treurig keek. Wat een idioot, met zijn degelijke zwarte smoking. Ze had de roos nog wel van hem aangepakt en hem netjes bedankt. Hij was bij haar aan tafel gaan zitten, had gekeken naar Guilermo. Even met hem gepraat en gespeeld. Later was hij nog een keer aan de deur geweest met het idee om eens naar de dierentuin te gaan. Maar dan wel met het meest degelijke overhemd dat een man aan kon hebben. Typische Nederlander. Er móest toch wel íets beters voor haar zijn weggelegd in het leven? Waar was de ware? Waar bleef die toch?
Toen was het toch nog gebeurd. Aybar kwam in haar leven. Zo welbespraakt en hij zei dat kinderen een beloning waren. Na een jaar vond hij dat ze goed moest nadenken over haar ziel en de ware roeping van een vrouw. Dus had ze zich bekeert. Haar ouders konden daar niet mee, maar wanneer hadden die ooit gezegd dat ze iets goed deed? Ze waren altijd zo burgerlijk geweest. Ze wisten niets van haar gevoelens, niets van haar leven. Ze wilden het niet eens horen!
Na vier jaar kon ze niet meer. Niet tegen de klappen, niet tegen het gesnauw als ze een kleine fout had gemaakt. Guilermo was helemaal in zichzelf gekeerd, durfde niet meer tegen haar te praten. Op een gegeven moment lag ze bloedend op de stenen vloer van de douche, omdat de handdoeken niet netjes opgestapeld hadden gelegen. Bijna wel, maar niet helemaal. Guilermo had nog gegild en gebeten in zijn been, maar dat had hem alleen maar een flink pak slaag opgeleverd. De mooie spieren van Aybar, waar alle geld en tijd voor was, leken niet te zijn gemaakt om haar en het wondertje Guilermo te beschermen. Hij had zelfs gezegd tegen hem, dat een vrouw die niet trotst is op haar huishouding, niet trots is op haar zoon. Hij had niet gehuild, maar sinds die tijd sprak hij nooit meer tegen. Sinds die tijd vond hij alles goed. Sinds die tijd vertelde hij nooit meer over hoe hij gepest werd op school. Eigenlijk vertelde hij nooit meer wat. Niet wanneer hij won, niet wanneer hij verloor. Niet.
Jaren had ze niets meer kunnen doen. Bijstand, angst om de deur uit te gaan. Alles wantrouwde ze. Mannen die grapjes met Guilermo uithaalden beet ze bijna weg. Wat een walgelijk wezen was de man. Allemaal klootzakken! Ze willen maar één ding!
Tot vandaag. Vandaag was ze weer een beetje tot rust gekomen. Al jaren niet meer met haar ouders gesproken, haar vriendinnen hadden geen tijd meer. Te druk met van alles. Maar ze had zichzelf weer een beetje gevonden. Ze was nu 37, sterker dan ooit en door de wol geverfd. Ze zou zich nooit meer voor de gek laten houden. En deze degelijke kwiebus, met zijn principes, C&A-shirt en rozenromantiek? Ach, naief en principieel, maar ze zou hem de tijd van zijn leven geven. Hoe, op deze bruiloft, het gesprek te openen? Wat zou het, hij was altijd blij geweest als zij hem aansprak.
'Weet je wat ik van jou nooit vergeten ben?'
'Nee.'
Nu, dat was niet het meest inspirerende antwoord, maar goed. Dat was híj nu eenmaal.
'Die lieve onschuldige roosjes van je.'
Een rokerige lach.
'O dat. Ja, dat was een vergissing.'
'Nee echt, het was aandoenlijk. Ik vind het heel erg lief als ik eraan terug denk.'
Hij rekt zijn nek en kijkt haar aan.
'Weet je wat me van jou altijd is bijgebleven?'
Hehe, eindelijk, hij wist tenminste nog hoe te antwoorden!
'Wat dan?'
'Dat ik veel te laat heb gezien dat jij de personificatie bent van Mattheus 24 vers 10 tot en met 12.'
'Wat?'
'Laat maar... Trouwens, die driewieler van Guilermo...'
'Wat is daarmee?'
'Ik weet dat hij die zelf in elkaar heeft gezet.'
Ze zwijgt. Waar gaat dit over?
'En die rozen, het spijt me, maar dat was echt een vergissing.'
Ze is hem totaal kwijt.
'Waarom! Ik vond het lief!'
En ineens verwilderen zijn ogen en kijkt hij haar aan met vuur.
'Nee, je vind het lief! Na al je uitspattingen, je vernederingen naar mij en nadat je alles verspilt en vergooit hebt aan de verkeerden denk je enkel nog aan hoe jij de komende schaduw van je leven er toch voor kan zorgen dat je iemand hebt die je rekeningen betaald.'
Ze voelt een mes in haar hart. Een heel diep, heel herkenbaar lemmet. Het is haar tong, haar hoofd, haar koppigheid, haar leven.
'En nu de rimpels beginnen in te treden, je een jongen niet alleen kan verzorgen, nu pas ga je op zoek naar een man? Moet ik soms die sukkel zijn? Moet ik soms die idioot zijn met dat 'grote hart' die al jouw fouten komt goed maken, zodat al je uitspattingen toch nog een happy ending krijgen? Zodat je de hele wereld kan bewijzen wat voor een fantastisch prinsesje je toch nog bent? Moet ik nu nog je prins zijn? Hij die rein, sterk en liefhebbend van hart is? Was ik niet te saai en te stom eerst? Was je niet veel meer geïnteresseerd in je eigen geneugten toen je nog jong en strak was? Heb je dat niet vergooit aan alles wat verkeerd is? En nog heb je het lef je te etaleren alsof je het slachtoffer bent? Je hebt je schoonheid, je grote gift misbruikt! Net als zoveel mannen, die hun kracht misbruiken! En nu je oud begint te worden, ben ik ineens wel meer dat twee zinnen waard? Ik weet wie en wat je bent en je bent geen slachtoffer. Jij bent de aanstichter van je eigen ellende!
En ze is niets beter.
Geen slachtoffer.
Het waren niet de mannen.
Het waren haar keuzes.
Zij wiens voormoeders besloten haar onder de bescherming van de man vandaan te halen.
Zij die nu, als vele vrouwen in een liefdeloze woestijn rondlopen, verstoken van de gigantische kracht en liefde...
Van de man.
Hij leegde zijn glas en stond op.
Nee.
Hij was geen jongen meer.
Daar was niets meer van over.
Ook zij had daar goed haar best voor gedaan.
Hij was een echte man geworden.