Ik smeek jullie...

Om mij mijn fouten te vergeven. Maar niet te knielen voor jullie eigen fouten.

Om te zien hoeveel jullie hulp nodig hebben. Maar in je eigen voorspoed te voorzien én vol met de liefde van de Eeuwige te blijven.

Om te durven staan, met Mij en met mij, tegen hem, die ons wil vernietigen.

Om precies daarom op te staan, strijdvaardig, met de juiste uitrusting aan.

Als een broeder, een liefhebber, een waarheidspreker óf vinder.

Want hierom werd ik geboren, zo erken ik.

Om jullie mijn liefde te geven, broeders eerst, want als ik zorg voor jullie, zorgen jullie voor mijn zusters. Goed van Hart, nobel en rechtgeaard. In Jeshua's naam.

Ik heb zoveel schulden te vereffenen. En geen schaamte kan aan mij likken.

Ik bén vrij.

Velen die het nog niet weten met mij.

Lieve Vader, goede Koning, één Méns waardig om te dienen.

Eén van mij, mijn vlees en mijn lijden. Eén koning en één wet.

Ik zal uw dochters dienen. En U.

Verlaat me niet.

Ik kán U namelijk niet verlaten.

Want dan is daar de afgrond...

En staat Zij daar.

Zij, die U mij gegeven hebt!

Bewaar mijn trots.

Bewaar mijn Liefde voor U, en Haar.

Gods gegeven.

Aan de man.

De Vrouw.

(voor mijn liefje, voor haar verjaardag, zoals beloofd)

Eindelijk, een Waardige Koning. Voor mijn broeders en eerlijk, meest van alles, voor mij.