Bij de dokter

Een oude man stapt de wachtkamer in en meld zich bij de balie van de doktersassistente. 'Ik heb een afspraak met de dokter om elf uur.', meld de man. 'Ja en waar gaat het om?', vraagt de zuster.

De oude man geneert zich enigszins en zegt: 'Dat bespreek ik liever met de dokter als u het niet erg vindt.'
De zuster echter, laat dit niet zomaar over haar kant gaan en houd vast. 'Ik moet de dokter toch écht inlichten waarvoor u komt, anders kunnen we u niet helpen.' De oude man benadrukt wederom: 'Het is nogal privé.'

Ondertussen luistert de hele wachtkamer natuurlijk mee. De zuster lijkt de gene van de man niet te begrijpen en wordt nu streng: 'Meneer, pas als u net als iedereen gemeld heeft waarvoor u komt kan de dokter u ontvangen.', zegt ze met verheven stem.

De oude man zijn blik trekt samen, hij recht zijn rug zover hij kan en zegt ook met verharde stem: 'Welaan mevrouw, als u het zo graag wil weten, ik heb een probleem met mijn piemel!'

De domme doos begrijpt nu hoe bot ze is geweest en geneert zich ontzettend voor haar bitsige rode-muzen-houding. Om haar gezicht te redden begint ze de man demonstratief uit te leggen wat hij had moeten doen. 'Meneer, in zo'n geval kunt u tegen mij zeggen dat u bijvoorbeeld iets aan uw oor heeft. Dan kunt u later aan de dokter vertellen waar het werkelijk om gaat.'

De oude man begint nu toch werkelijk een hekel te krijgen aan de assistente, maar besluit net zo demonstratief haar voorbeeld te volgen en stapt de kamer uit om vervolgens de deur weer open te doen en naar de balie te lopen. De situatie herhaalt zich.

'Goedemorgen mevrouw de doktersassistente!', roept hij demonstratief door de wachtkamer. De wachtenden luisteren allemaal met gespitste oren. De doktersassistente glimlacht beminnelijk, knikt en antwoordt: 'Goedemorgen meneer Paal, waar komt u voor?' De oude man vervolgt opzichtig: 'Nou, dat zal ik u eens uitleggen mevrouw, ik heb namelijk een klacht betreffende mijn oor!' Weer knikt de doktersassistente beminnelijk, een tweede maal naar de wachtenden in de wachtkamer om te laten merken dat het zo hoort. 'En wat is er met uw oor aan de hand meneer Paal?'


'Ik kan er niet uit pissen.'