Blog
Liebchen... (pour Uncle George)
Door datingsite- en communitylid
WijntjeDoen
10-04-2009 19:21 | bekeken:
1107 | funked:
0 | reacties:
10
'Ik ben klaar met vrouwen! Ik heb ze niet nodig!', schreeuwt hij. Zijn hart is weer versteend, zijn tranen opgedroogd. Zwakte zal hij nooit meer etaleren. Zeker niet naar het andere geslacht. Cupido zit naast hem, in een donkere hoek van dat bruine jachtcafé genaamd Opa August. Het Duitse bier smaakt hem en dat is te zien aan de verscheidene pullen die geleegd naast hem staan. Ook Cupido neemt het ervan. Een goed glas chocolademelk slaat niemand af. 'Ach kom, het trekt wel weer bij, ze was gewoon niet de goede voor je...', probeert hij de man te kalmeren. Maar deze kookt van emoties, onmacht gemixt met een flinke dosis bier. 'Het zijn gewoon allemaal...', wil hij uitschreeuwen, maar Cupido slaat hem de hand voor de mond. Hij weet dat zo'n uitspraak een man veel duurder te staan komt dan een vrouw. De vrouw, toch nog altijd gezien als de kwetsbare partij in de liefde. En sowieso, een man die zijn zwakte durft te laten zien wordt modern genoemd, maar daar desalniettemin keihard op afgerekend.
Maar ach, wat bloed zijn hart. Weer een vrouw voor wie hij alles deed, die na twee jaar zich begon af te vragen: 'Is dit het nou?' Vlak daarna kwam ze een gelikte Italiaan tegen die zei dat ze de enige voor hem was. Zei geloofde Antonio en is halsoverkop met hem verhuisd naar Napels, waar zijn werk is. Maar Antonio heeft werk dat hem over de hele wereld voert. Bovendien eet hij elke week even bij casa-di-mama. Dus ze ziet hem weinig en begint zich af te vragen of dit het nou is. Antonio niet, die zegt nog elke avond tegen zichzelf: 'Dit is het, dit is het!'
Vlak voordat hij in slaap valt.
In de andere hoek van het café zit een blonde dame. Ze snikt boven haar weisswein en wordt getroost door een vriendin. 'Ich bin ja ganz klar mit Männer...', snikt ze terwijl de vingers van haar vriendin naarstig de handen van haar ex proberen te vervangen. Het hele relaas speelt zich weer af. Hoe ze het wel vermoedde, maar het niet wilde geloven. En toen ze hem ermee confronteerde vertrok hij hals over kop naar Napels. 'Mit so eine blöde Hollander!'
Het is een jaar later. Jachtcafé Opa August is afgehuurd, want er wordt een bruiloft gevierd. Vrienden en bekenden zijn vrolijk met elkaar, genieten van de goede dingen des levens. Een bourgondisch zooitje en Cupido kijkt zittend op een hertengewei, met veel genoegen en plezier naar de gevolgen van de door hem veroorzaakte ravage. Ook de twee die zwoeren een celibaat leven te leiden.
Hij is weer op en top vrijgezel. De zaak doet het beter dan ooit, hij heeft pas een nieuwe Mercedes en geniet ieder weekend van een goede 'Jagtpartei mit Freunde.' Geen polonaise aan zijn lijf, hij kan prima voor zichzelf zorgen en daar waar hij erin faalt staat goed betaalt personeel hem bij. Hij blijft tenslotte een kerel, maar daar is hij zich het minst van allen van bewust. En waarom zou hij? Hij is sinds een maand miljonair.
Zij staat echter wat anders in het leven. Ze is nu al begin dertig. Maar goed, waar maakt ze zich druk om. Ze heeft immers besloten nooit meer verliefd te worden. 'Waar is de weisswein?', vraag ze zich af. Immers, goede mannen bestaan niet, dus waarom zou je met zo'n wezen een kind op de planeet zetten? Terwijl haar vriendinnen lachend de dansvloer worden opgetrokken, slaat zij resoluut elke man die haar vraagt af. 'Kom nou, so einfach ben ik niet te vangen.', denkt ze. Om zichzelf er direct aan te herinneren dat ze helemaal niet te vangen is.
Maar deze twee komen met elkaar op neutrale grond in gesprek. Beiden vertellen over hun verleden en hun verdriet, naarmate bier en weisswein vloeien. Ook laten beiden duidelijk weten niet meer geïnteresseerd te zijn in de liefde. Op een bruiloft. Waar Cupido zit. En Cupido kijkt met duivelsoogjes naar twee mensen die beweren hun leven op pootjes te hebben.
Het is twee jaar later en hij heeft al twee jaar zijn voeten niet meer gevoeld. Zij al twee jaar haar hersens niet meer. Beiden liggen op de hei.
Wirdst du mich verheiraten?, vraag hij op een gegeven moment. Zelfs de vogels zwijgen, om het antwoord te horen.
'Aber warum wollst du mich heiraten?', vraagt zei. Hij vertelt haar in geuren en kleuren hoe hij van haar geniet. Dat hij alles heeft, maar haar nog niet. Dat hij al twee jaar lang kijkt naar groener gras, de vogels weer kan horen, weer leven voelt als hij ademhaalt en zingend naar huis rijd van zijn werk. Hij zegt haar dat zij daar de oorzaak van is. Dat hij daarom met haar wil trouwen.
Ze denkt na. Over wat haar moeder zei, de raad die haar oma haar altijd gaf. Ze wil geen nee zeggen, maar ze moet het zeker weten. En ze is zo bang om afgewezen te worden, maar het is hoog spel en haar hart durft eigenlijk niet. Terwijl ze ja wil schreeuwen zegt ze: 'Ich weiss 's nicht...'
'Liebchen!', protesteert hij. En hij bezingt dat ze de grond van zijn bestaan is, de room in zijn koffie, het schuim op zijn bier. Maar haar ogen veranderen niet. Dan zweert hij haar bij alles wat heilig is dat hij altijd voor haar zal zorgen en dat alles wat hij heeft van haar is. Ze kijkt hem aan met tranen in haar ogen. 'Dan werde ich Sie heiraten.', snikt ze. Hij neemt haar in zijn armen. 'Du bist verruckt!', zegt ze met haar hoofd tegen zijn borst. 'Ich weiss...', lacht hij, dronken van geluk.
Maar hij heeft geen flauw idee.