Blog
Sympathie voor de Duivel
Door datingsite- en communitylid
WijntjeDoen
20-03-2009 17:36 | bekeken:
1131 | funked:
0 | reacties:
2
Lieve God, liefdevolle Vader. Vandaag ga ik mij schuldig maken aan het zoetsappige geklets wat ik zo vaak om mij heen tegenkom. Vandaag ga ook ik door de knieën voor de schoonheid en de liefde van U, die ik overal om mij heen ervaar. Normaal vind ik het erg irritant, maar ik zal er niet over oordelen. 'k Denk echter wel eens bij mezelf: Als U email zou hebben, dan zou U op dagelijkse basis een verzameling junkmail binnen krijgen welke zelfs een uitdaging zou zijn voor Gehenna. Ik kan er zelf slecht tegen. Halfbakken versjes, opwellingen na kerk- of praisediensten die resulteren in immer weer hetzelfde klinkende verbale danwel schriftelijk geschreven gewauwel. Het ligt niet eens aan de woorden, niet eens aan wat er geschreven staat. Het ene is het andere ook niet. Het is op één of andere manier de intentie die tussen de regels doorklinkt. De overtuiging, de authenticiteit. Je kan het aan mensen horen, maar je kan het ook lezen. De één meent het, de ander meent jou te moeten laten zien dat hij het meent. En we hebben een gebrek aan authenticiteit tegenwoordig. Vraag maar aan de paus.
Daarom houd ik mij er verre van. Het Kaïn-en-Abel-bij-de-altaren gevoel dringt zich te snel aan mij op. Als ik dit soort dingen op papier, danwel virtueel vastleg, treedt er al snel een soort schaamte op. Dan wordt er herschreven, er wordt gedacht en nogmaals herschreven. Dit gebeurt een aantal keer, maar tenslotte vergeef ik het mezelf. Ik geef het toe. Ik kán niet beschrijven naar Hem toe, wat hijzelf heeft gemaakt en hoe het op mij overkomt. Ik geef Hem het beste wat ik te offeren heb. Ikzelf... het levende bewijs dat God een gevoel voor humor, alsmede ironie heeft. Het bewijs dat God over ons trotse en boze oom Lucifer zal triomferen. We sturen Lucietje met kerst nog altijd een kaartje, maar hij vat dit nog steeds op als plagerij. Oude familievete, ik bemoei me er voor de rest niet mee.
Niet dat ik hem negeer of zo, dat zeker niet. Nee, ik beschouw Luci ook als familie en wij doen regelmatig een biertje met elkaar. Uiteindelijk was hij gewoon een opstandige zoon. Een puber die de knapzak oppakte en tegen Pa zei: 'Ik kan het veel beter dan jij!', om vervolgens de benen te nemen. Ik heb dat stadium ook meegemaakt. Alleen sommigen blijven erin hangen, of doen er wat langer over om die onuitgesproken rancunes richting Pappie uit de weg te ruimen. Ik snap hem wel, hij heeft ook wel een licht ontvlambaar karakter.
Hij vindt overigens nog steeds dat hij het beter doet. Iets waar we het nooit over eens worden. Laatst hadden we het er nog over.
We hebben allebei een groot ego. Familietrekje, we weten het ook wel van elkaar. Hij sprak weer over hoe slecht en egocentrisch mensen kunnen zijn, hoe makkelijk ze vallen voor onwaarheden met het juiste prijskaartje eraan. Je kent dat wel. We hebben het over het Grote Schaakspel. Dan zeg ik hem altijd: 'Maar die zielen worden een keer volwassen. En dan krijgen ze de balen van jou en je spelletjes en ben je ze voor altijd kwijt.' Standaardantwoord, maar neen, dat vind oom Lucifer niet. Hij zegt dat mensen altijd wel weer in hun oude patronen te trekken zijn. 'Is me bij jou ook gelukt...', is dan zijn argument. Dan haal ik mijn wenkbrauwen meestal op en neem nog maar een slok bier. Ik drink geen wijn als hij er is. Ook zoiets wat hij gewoon niet kan waarderen. Ach, iedereen zijn eigenaardigheden. Ik heb hem er wel eens naar gevraagd, maar toen mompelde hij chagrijnig iets over zijn broertje, zo'n vervelend Papa's kindje en diens beeldspraak. Dat er al 2000 jaar lang allerlei conflicten om de Koning zijn uitgevochten en dat híj, Lucifer, er aan het eind van 't verhaal er altijd de schuld van krijgt. Ik zeg nog: 'Luci, kom op! Niet zo negatief, mensen gaan nu heus wel inzien dat ze het uiteindelijk zelf doen.' Proestent zegt hij: 'Ik hoop het niet!' Ik moet met hem meelachen. Ik kan het niet helpen. Toegegeven, hij heeft me een aantal keren goed bij de neus gehad. We hebben die dingen uitgesproken. Ik was er razend om, maar ach. Ik werd vergeven, ik heb hem dus ook kunnen vergeven. Zand erover.
'Lekker die zon.', zeg ik, terwijl ik nog een slok neem. 'Ja, kan ik niet over meepraten.', is zijn antwoord. Ik kijk hem aan, frons mijn wenkbrauwen. Ik vraag waarom niet. 'Ach, 's niks voor mij joh. Vind er niet veel meer aan.' Een onderwerp waar we het wel eens eerder over hadden, wordt weer getoucheerd. 'Misschien moet je het gewoon eens proberen.' Hij schud misnoegd zijn hoofd, het inktzwarte sikje wappert een beetje. 'Ik mis 'm zo erg tijdens de winter. Heerlijk die warmte!' Hij grinnikt: 'Kan je later nog genoeg van krijgen.' Ik schater het uit. Het meest loze dreigement, maar hij probeert het nog steeds. 'Dat sprookje gelooft toch niemand meer?', vraag ik hem. 'Mwoa.', zegt Lucifer: 'Het blijft een goeie.' Ik moet het beamen.
'Zal ik de Stones even opzetten?' Hij knikt: 'Altijd goed.' Het geluid van de drums vult de atmosfeer om ons heen, terwijl het gehuil van Mick Jagger bijvalt. Ik zie Lucifer lachen. Al snel zingen we het refrein mee.
'Pleased to meet you! Hope you guess my name!'
Ik zie een ironisch lachje gevormd worden door twee inktzwarte lippen. Ook ik moet glimlachen. Symphathy for the devil. We kijken elkaar even aan en weten dat we elkaar best wel mogen.
'Wanneer ga je het nou eens uitpraten met Pa.' Ik zie zijn blik in het oneindige staren. De glimlach verdwijnt van z'n mond, hij zet de fles nog eens aan zijn lippen. Na een stilte haalt hij zijn neus op. 'Nee, dat wordt 'm niet.' Tegelijk denken we aan de complexiteit van de situatie. Het wordt zo'n ongemakkelijke stilte. 'Maar heb je het nou al eens geprobeerd?', vraag ik hem. 'Hij wil me niet meer zien.', zegt hij. Ik knik, maar zeg dat hij dat ook wel een beetje aan zichzelf te danken heeft. 'Waarom vraag je nou niet gewoon es of Jeshua een goed woordje voor je wil doen?' Hij draait zijn gezicht van me weg. 'Zullen we erover ophouden?' Hij gooit zwijgend de bodem van het flesje achterover. Ik zwijg ook maar.
Met een plof zet hij het flesje in het gras neer. Twee hoeven zetten zich af op de grond terwijl een rijzig maar triest gestalte zich opricht. 'Bedankt voor de biertjes.' Ik knik: 'Altijd he. Je gaat weer op huis aan?' Een diepe zucht. 'Genoeg te doen.' We lopen richting het hek van de tuin. We schudden elkaar de klauw. 'Denk er nog eens over na wat ik zei.' Hij knikt. 'k Ga je zien!' Ik groet terug.
Terwijl ik hem nakijk kan ik het niet helpen om te peinzen over zijn situatie. Ineens voel ik een hand in de mijne. Ik kijk opzij en twee bruine ogen kijken me vol liefde aan. 'Hoe is het nou met hem?' Ik zwijg even. Zal het ooit veranderen? 'Hij blijft problemen hebben met Pa he...' Ze pakt mijn arm vast en leunt tegen me aan. 'Heb jij ook gehad.', fluistert ze. Ik moet lachen van binnen. Ik draai naar haar toe, pak haar vast en kus haar. 'Maar ik heb jou.' Haar ogen glansen triomfantelijk. Dan zie ik hem weer lopen. 'Zo zonde, heeft zoveel talent meegekregen die gozer, maar hij gebruikt het verkeerd.' Ik voel een tikje op mijn billen. Ze draait zich om en loopt naar binnen. Het is etenstijd.
Ik kijk hem nog eens na. Dat pasje van hem, blijft komisch. 'Doe de groeten aan Lilith!', roep ik hem na. Hij steekt zijn hand op ten teken van gehore. Ik hoor hem zingen terwijl hij zich verwijdert.
'Pleased to meet you! Hope you guess my name! Oh yeah!'
Dank je Pap.