Zwijgend zwoegde ik me zwetend door het duister. Er was iets onheilspellends aan dit gorgonische pad. Ik tuurde en ik dacht: “Luister! Misschien hoor ik dan nog wat...” Maar alles wat ik hoorde was het ruizen van de wind. Zag ik daar enge wezens vanuit de bosjes gluren? Of voelde ik nu vleermuizen langs me heen schuren. Ik voelde me een bang kind.
Dus trapte ik nog harder op de pedalen. Daar in de verte zag ik al licht. Nog even en ik zou het halen, nog even en dan genoten m’n vrienden van mijn gedicht! Al dit gezweet en dat gezwoeg was tenminste niet voor niks. Ik kwakte mijn fiets in het rek en met plastic tasje in de hand belde aan. Was ik even blij dat er snel werd opengedaan! Ik was slechts enkele stappen nog verwijderd van de nootjesmix.
“Leuk dat je er bent!” Ik lachte, het voelde als een warm bad. Want dat het hier gezellig kon zijn, was bij iedereen bekend. Ik had nog nooit zo’n zin in pakjesavond gehad. “Hallo allemaal!”, groette ik de mensen, toen ik de kamer binnen ging. Ik wilde gaan zitten maar ze hielden allemaal al een stoel bezet. “Uhm, hier is nog een taboeret.” Ik ging dus maar zitten op dat vreemde ding.
“Tijd voor kaarten op tafel, van de EO weet je wel!” “Doen we wat anders dan dobbelen deze keer?” “Leek me wel lachen, een keer een ander spel!” Vervolgens legden we allemaal onze pakjes op tafel neer. Ineens gilde de gastvrouw hard: “Oh nee!” Ze rende als een speer de kamer uit. “Gokje..”, zei haar vriend: “Verbrand fruit.” En wat er toen gebeurde, zal ik nooit vergeten, want dat maak je niet vaak mee. De gasten begonnen namelijk meerstemmig te zingen:
L’horreur! Een zwartgeblakerde geur!
Of in de volksmond: wat een gemeur
Maar toen kroop het door de deur
Dit verpest grondig mijn humeur
Alle gasten braken uit in gezeur!
De dadels waren compleet verpest
Voor zowel de gastvrouw als de rest
En het stonk als de pest,
Een combinatie van stront en mest
Of wat je wel eens ruikt in een uilennest
Ik vermoed dat het uitvoerig is omschreven
Dat geeft wel aan hoe deze tragedie ons is bijgebleven
We huilden tranen met tuiten
Tot wij het raam open deden: er kwam frisse lucht van buiten!
Hoezo hoezee!
Het was zo komisch, ze gingen maar door. Zelfs de gastvrouw zong mee! Wat een lol. We vergaten zelfs kruidnootjes te eten. Ik vroeg ze: “Gaan we dit volgend jaar over doen? Wie weet krijgen we dan dadels in onze schoen.” Iedereen stak z’n duim omhoog. Ik zeg je, dit was een pakjesavond om nooit te vergeten, dankzij: de dadels in de oven!
Dus trapte ik nog harder op de pedalen. Daar in de verte zag ik al licht. Nog even en ik zou het halen, nog even en dan genoten m’n vrienden van mijn gedicht! Al dit gezweet en dat gezwoeg was tenminste niet voor niks. Ik kwakte mijn fiets in het rek en met plastic tasje in de hand belde aan. Was ik even blij dat er snel werd opengedaan! Ik was slechts enkele stappen nog verwijderd van de nootjesmix.
“Leuk dat je er bent!” Ik lachte, het voelde als een warm bad. Want dat het hier gezellig kon zijn, was bij iedereen bekend. Ik had nog nooit zo’n zin in pakjesavond gehad. “Hallo allemaal!”, groette ik de mensen, toen ik de kamer binnen ging. Ik wilde gaan zitten maar ze hielden allemaal al een stoel bezet. “Uhm, hier is nog een taboeret.” Ik ging dus maar zitten op dat vreemde ding.
“Tijd voor kaarten op tafel, van de EO weet je wel!” “Doen we wat anders dan dobbelen deze keer?” “Leek me wel lachen, een keer een ander spel!” Vervolgens legden we allemaal onze pakjes op tafel neer. Ineens gilde de gastvrouw hard: “Oh nee!” Ze rende als een speer de kamer uit. “Gokje..”, zei haar vriend: “Verbrand fruit.” En wat er toen gebeurde, zal ik nooit vergeten, want dat maak je niet vaak mee. De gasten begonnen namelijk meerstemmig te zingen:
L’horreur! Een zwartgeblakerde geur!
Of in de volksmond: wat een gemeur
Maar toen kroop het door de deur
Dit verpest grondig mijn humeur
Alle gasten braken uit in gezeur!
De dadels waren compleet verpest
Voor zowel de gastvrouw als de rest
En het stonk als de pest,
Een combinatie van stront en mest
Of wat je wel eens ruikt in een uilennest
Ik vermoed dat het uitvoerig is omschreven
Dat geeft wel aan hoe deze tragedie ons is bijgebleven
We huilden tranen met tuiten
Tot wij het raam open deden: er kwam frisse lucht van buiten!
Hoezo hoezee!
Het was zo komisch, ze gingen maar door. Zelfs de gastvrouw zong mee! Wat een lol. We vergaten zelfs kruidnootjes te eten. Ik vroeg ze: “Gaan we dit volgend jaar over doen? Wie weet krijgen we dan dadels in onze schoen.” Iedereen stak z’n duim omhoog. Ik zeg je, dit was een pakjesavond om nooit te vergeten, dankzij: de dadels in de oven!
Log in om te reageren.