Dat het leven ook een paar pretty nasty things in petto kan hebben, wist ik onderhand wel. Het was tijd voor iets anders. Nee, het was óók tijd voor iets anders. Natuurlijk was ze er wel; ik moest alleen meer oog voor haar krijgen. Nee, mocht. Ik ben niet de eerste om ‘la vita è bella’ te zeggen, maar toch. Hoewel...
Ah, de schoonheid van het leven. Het zit ‘m, net als geluk (als dat al iets anders is) in de schijnbaar kleine dingen. Ik kan genieten van een mooi getekende graphic novel (een mooi woord voor een – veredeld – stripverhaal), een CD van U2 of Ilse Delange, een knap gemaakte film, een indrukwekkende voorstelling van The Russian National Dance Theatre of een zelfgeschreven verhaal dat door lezers op zijn waarde wordt geschat.
Soms is het een ontmoeting. Zo kwam ik met een collega een paar jaar geleden bij de Belgische president van de Christian Motorcyclists Association (de hemelse tegenpool van de Hells Angels, zeg maar) terecht. Na een interessant gesprek werden we uitgenodigd om friet mee te eten en een glaasje ‘spa plat’ (spa blauw) of ‘spa bruis’ (spa rood) te drinken. De heuse Bikerbijbel (‘Het Boek’ met een aantal sprekende getuigenissen van bekeerde motorrijders) ligt nog altijd op m’n bureau.
Het zal een jaar later geweest zijn dat ik met Henny Huisman onder het genot van een pizza op de set van een televisieprogramma over Kerst keuvelde. Het was een onvergetelijke ervaring, maar denk niet dat ik veel om grote namen geef. De aardbeien in chocoladesaus op de bruiloft van een goede vriendin smaakten minstens net zo goed, net als de gedachte dat ik getuige was van zoiets moois als een huwelijk.
Of gewoon even de gedachte dat je niets hoeft, niets moet. Dat je even uit kan waaien. Zoals zo’n twee weken geleden in Zeeland. Hoewel we het niet besteld hadden, hadden we het mooiste weer van de hele were… eh, van Nederland. Ik kreeg de vlieger nog geen vijf minuten in de lucht, maar wat gaf het? Ik genoot, zoals ik ook van de poffertjes bij dat strandpaviljoen genoot. Een dag later zou ik de Deltawerken bekijken – die ervoor moeten zorgen dat de 1800 mensenlevenkostende watersnoodramp van ’53 nooit herhaald zal worden. De naam van het paviljoen zal nog lang in mijn hoofd rond blijven spoken: ‘C’est la vie’.
Ach ja, het leven… Er zijn ‘genoeg’ momenten waarop ‘the shadow proves the sunshine’ (Switchfoot) en ‘there will be beauty from pain’ (Superchick) eerder in me opkomen dan ‘het leven is mooi’. Vaak zou ik ze liever skippen. Toch zijn het wel de tijden waardoor ik schoonheid, warmte, vriendschap en liefde des te meer ga koesteren.
… en soms is het een mailtje van een goede vriendin:
“VIER het leven. Elke dag... het is werkelijk te kostbaar.”
Ah, de schoonheid van het leven. Het zit ‘m, net als geluk (als dat al iets anders is) in de schijnbaar kleine dingen. Ik kan genieten van een mooi getekende graphic novel (een mooi woord voor een – veredeld – stripverhaal), een CD van U2 of Ilse Delange, een knap gemaakte film, een indrukwekkende voorstelling van The Russian National Dance Theatre of een zelfgeschreven verhaal dat door lezers op zijn waarde wordt geschat.
Soms is het een ontmoeting. Zo kwam ik met een collega een paar jaar geleden bij de Belgische president van de Christian Motorcyclists Association (de hemelse tegenpool van de Hells Angels, zeg maar) terecht. Na een interessant gesprek werden we uitgenodigd om friet mee te eten en een glaasje ‘spa plat’ (spa blauw) of ‘spa bruis’ (spa rood) te drinken. De heuse Bikerbijbel (‘Het Boek’ met een aantal sprekende getuigenissen van bekeerde motorrijders) ligt nog altijd op m’n bureau.
Het zal een jaar later geweest zijn dat ik met Henny Huisman onder het genot van een pizza op de set van een televisieprogramma over Kerst keuvelde. Het was een onvergetelijke ervaring, maar denk niet dat ik veel om grote namen geef. De aardbeien in chocoladesaus op de bruiloft van een goede vriendin smaakten minstens net zo goed, net als de gedachte dat ik getuige was van zoiets moois als een huwelijk.
Of gewoon even de gedachte dat je niets hoeft, niets moet. Dat je even uit kan waaien. Zoals zo’n twee weken geleden in Zeeland. Hoewel we het niet besteld hadden, hadden we het mooiste weer van de hele were… eh, van Nederland. Ik kreeg de vlieger nog geen vijf minuten in de lucht, maar wat gaf het? Ik genoot, zoals ik ook van de poffertjes bij dat strandpaviljoen genoot. Een dag later zou ik de Deltawerken bekijken – die ervoor moeten zorgen dat de 1800 mensenlevenkostende watersnoodramp van ’53 nooit herhaald zal worden. De naam van het paviljoen zal nog lang in mijn hoofd rond blijven spoken: ‘C’est la vie’.
Ach ja, het leven… Er zijn ‘genoeg’ momenten waarop ‘the shadow proves the sunshine’ (Switchfoot) en ‘there will be beauty from pain’ (Superchick) eerder in me opkomen dan ‘het leven is mooi’. Vaak zou ik ze liever skippen. Toch zijn het wel de tijden waardoor ik schoonheid, warmte, vriendschap en liefde des te meer ga koesteren.
… en soms is het een mailtje van een goede vriendin:
“VIER het leven. Elke dag... het is werkelijk te kostbaar.”
Log in om te reageren.