Ik moet jullie iets bekennen. Ik durf het bijna niet te vertellen. Kom iets dichterbij, dan fluister ik het in jullie oor. Het is niet dat ik eigenlijk graag witte sportsokken draag (ze zijn zo lekker warm), onzichtbaar verborgen in m’n schoenen, dat wel. Ook niet dat ik veel, veels te vaak tegen de verkeerde boom opblaf (Ben weg van vlammend flamboyante mannen, dan krijg je dat). Nee, ik moet bekennen dat ik een ontzettende, gruwelijke, enorme boekenwurm ben. Ja, ik houd van boeken. En dat terwijl boeken juist levensgevaarlijk zijn…
Want als ik in de tram stap, met een spannend boek, dan kom ik er pas drie haltes te laat achter dat ik in lijn 7 in plaats van lijn 10 zit. Zo zit ik verstopt in het boek “Wat, de Bilderdijkstraat? Ik moet nu bij de Van Hallstraat zijn!” Tegelijkertijd kunnen lopen en lezen is een edele kunst die ik al sinds m’n 6e beoefen, maar ik tracht het te beperken. Want het is ook zo sneu voor die lantarenpalen en fietsers dat ik telkens tegen hen aan knal. Zo levensbedreigend zijn boeken nou.
Daarnaast zijn boeken niet uit te roeien, en de liefde ervoor is al net zo onsterfelijk. Irri lange literatuurlijsten die bij arme schoolkinderen door de strot worden gedouwd? Vervormende verfilmingen? “Kom maar op!”, roepen de boeken “Mooie boeken blijven mooi, en goede boeken goed, wat het onderwijs en Hollywood ook maar doet!” Bovendien, de beste manier om een boek sneller dan licht in de bestsellerlijsten te krijgen, is het verbieden. Zelfs de hel oftewel de middelbare school, waar je zo buiten de allesoverheersende groep ligt als je geen TV met pootjes, wandelende bios en fietsende iPod bent, zelfs die plaats van tandenknars en geween overleven boeken.
Maar het gevaarlijkste is nog wel: wie leest, leeft dubbel. Of driedubbel. Of triljarddubbel. Want elk boek barst uit zijn kaft met levens. Elk boek is een leven op zichzelf, maar elk personage heeft ook een leven… Sommige boeken zijn zo levendig dat ze doorleven als ik ze wegleg. Dus bij elk boek krijgen ik, of jij, of welke lezer dan ook, er een aantal levens bij. De life bar op je computerscherm telt er driftig levens bij. Dan heb ik het nog niet eens over alle werelden die je tegenkomt.
En al die levens en al die werelden gaan niet een beetje zitten niksen, een beetje op de bank “Oh oh Cherso” zitten kijken. Nee, die overdosis levens zorgen ervoor dat je opeens andere dingen opmerkt, die je daarvoor nooit merkte. Of dingen voelt die je daarvoor niet voelde. “Dat hoort gewoon niet”, vindt iedereen. “Dat doe je gewoon niet. Doe maar gewoon, dan doe je al gestoord genoeg.”
Dus. Boekenwurm. Dat klinkt heel klein en onschuldig, met dat wurm, wurmpje. Net zoals het teuterkneuterige “met een boekje in een hoekje.” Maar trap er niet in. Want ondertussen… is na een boek je leven nooit meer hetzelfde.
Want als ik in de tram stap, met een spannend boek, dan kom ik er pas drie haltes te laat achter dat ik in lijn 7 in plaats van lijn 10 zit. Zo zit ik verstopt in het boek “Wat, de Bilderdijkstraat? Ik moet nu bij de Van Hallstraat zijn!” Tegelijkertijd kunnen lopen en lezen is een edele kunst die ik al sinds m’n 6e beoefen, maar ik tracht het te beperken. Want het is ook zo sneu voor die lantarenpalen en fietsers dat ik telkens tegen hen aan knal. Zo levensbedreigend zijn boeken nou.
Daarnaast zijn boeken niet uit te roeien, en de liefde ervoor is al net zo onsterfelijk. Irri lange literatuurlijsten die bij arme schoolkinderen door de strot worden gedouwd? Vervormende verfilmingen? “Kom maar op!”, roepen de boeken “Mooie boeken blijven mooi, en goede boeken goed, wat het onderwijs en Hollywood ook maar doet!” Bovendien, de beste manier om een boek sneller dan licht in de bestsellerlijsten te krijgen, is het verbieden. Zelfs de hel oftewel de middelbare school, waar je zo buiten de allesoverheersende groep ligt als je geen TV met pootjes, wandelende bios en fietsende iPod bent, zelfs die plaats van tandenknars en geween overleven boeken.
Maar het gevaarlijkste is nog wel: wie leest, leeft dubbel. Of driedubbel. Of triljarddubbel. Want elk boek barst uit zijn kaft met levens. Elk boek is een leven op zichzelf, maar elk personage heeft ook een leven… Sommige boeken zijn zo levendig dat ze doorleven als ik ze wegleg. Dus bij elk boek krijgen ik, of jij, of welke lezer dan ook, er een aantal levens bij. De life bar op je computerscherm telt er driftig levens bij. Dan heb ik het nog niet eens over alle werelden die je tegenkomt.
En al die levens en al die werelden gaan niet een beetje zitten niksen, een beetje op de bank “Oh oh Cherso” zitten kijken. Nee, die overdosis levens zorgen ervoor dat je opeens andere dingen opmerkt, die je daarvoor nooit merkte. Of dingen voelt die je daarvoor niet voelde. “Dat hoort gewoon niet”, vindt iedereen. “Dat doe je gewoon niet. Doe maar gewoon, dan doe je al gestoord genoeg.”
Dus. Boekenwurm. Dat klinkt heel klein en onschuldig, met dat wurm, wurmpje. Net zoals het teuterkneuterige “met een boekje in een hoekje.” Maar trap er niet in. Want ondertussen… is na een boek je leven nooit meer hetzelfde.
Log in om te reageren.