Ik heb al een tijdje niets meer van je gehoord. In 2011 is het alweer tien jaar geleden dat je de hele wereld liet weten dat je bestond. Ik zou er niet gek van opkijken als je binnenkort in Zuid-Afrika van je zou laten horen. Maar lééf je eigenlijk nog wel?
Wat vind je trouwens van dat hele gebeuren? Voetbal is dan niet bepaald één van de vijf zuilen, maar je kunt toch moeilijk beweren dat het absoluut haram is. Ze zeggen wel eens dat sport verbroedert, dus... Ik kan me maar moeilijk voorstellen wat je zoal doet met je tijd. Als je niet bezig bent met het bedenken van plannen om de door jou zo gehate heidenen naar de Filistijnen te helpen, bedoel ik. Je zult je wel aan de geloofsbelijdenis houden. Er is geen God dan Allah, en Mohammed is zijn profeet. Je bidt vast vijf keer per dag. Je vast, geeft aalmoezen en bent minstens een keer in Mekka geweest.
Net zoals vele andere geloofsgenoten. Hoewel… Sommigen nemen niet alleen de Koran letterlijk, maar nemen ook de overleveringen over de profeet als richtlijn. Sommigen luisteren naar imams en anderen laten zich niets gezeggen. Weer anderen zijn van huis uit gelovig, maar doen er niet zoveel meer mee. Om nog maar over de ahmadi’s, alevieten, derwisjen en fakirs te zwijgen. Ik vermoed dat de meesten fanatici als jij niet eens als een gelovige beschouwen.
Het zijn figuren zoals jij die het beeld, dat ik door m’n scriptie ‘Een beeld van een religie’ heb gekregen, zo verkleuren. Die burgers en zekere politici door het zaaien van angst in de kaart spelen. Oh, wat zou ik hen graag een lesje willen leren: ‘Islam voor dummies’. Ik zou hen mee willen nemen. Terug in de tijd. Terug naar het gesprek dat ik een paar jaar geleden met een imam en de secretaris van een zekere moskee had. De gebedsruimte was deels zwartgeblakerd, door een wraakactie als ‘gevolg’ van de moord op Theo van Gogh door een Marokkaanse moslim.
En deze moskee was niet het enige doelwit geweest… De twee Turken snapten het niet. Terecht. Ze deden hun best om mee te komen. Nodigden mensen uit. Zetten hun deuren open. Organiseerden open dagen. Probeerden goede contacten op te bouwen met de pers, de burgerij en de politiek. Eén uitspraak zal me altijd bijblijven. “Wie de brand heeft gesticht, mag ook binnenkomen.” Was iedereen maar zo vergevingsgezind.
Jij gebruikt liever een woord dat al tijden synoniem voor haat lijkt te zijn. Voor strijd. Oorlog. Een héilige oorlog, nota bene. Om het evangelie van de islam te verspreiden, zouden de ongelovigen te vuur en te zwaard bestreden mogen worden. Wie niet wil luisteren, moet maar voelen. Maar wat schiet je er mee op? Wat wil je nou eigenlijk? Je zou veel verder komen als je eens zou luisteren naar je ‘broeders’ die de strijd, die jouw levenswerk lijkt te behelzen, de ‘kleine’ strijd noemen. Want het grootste gevecht is het gevecht tegen je eigen begeerten. Je eigen zonden. Je eigen ik.
Een betere Jihad begint bij jezelf.
Wat vind je trouwens van dat hele gebeuren? Voetbal is dan niet bepaald één van de vijf zuilen, maar je kunt toch moeilijk beweren dat het absoluut haram is. Ze zeggen wel eens dat sport verbroedert, dus... Ik kan me maar moeilijk voorstellen wat je zoal doet met je tijd. Als je niet bezig bent met het bedenken van plannen om de door jou zo gehate heidenen naar de Filistijnen te helpen, bedoel ik. Je zult je wel aan de geloofsbelijdenis houden. Er is geen God dan Allah, en Mohammed is zijn profeet. Je bidt vast vijf keer per dag. Je vast, geeft aalmoezen en bent minstens een keer in Mekka geweest.
Net zoals vele andere geloofsgenoten. Hoewel… Sommigen nemen niet alleen de Koran letterlijk, maar nemen ook de overleveringen over de profeet als richtlijn. Sommigen luisteren naar imams en anderen laten zich niets gezeggen. Weer anderen zijn van huis uit gelovig, maar doen er niet zoveel meer mee. Om nog maar over de ahmadi’s, alevieten, derwisjen en fakirs te zwijgen. Ik vermoed dat de meesten fanatici als jij niet eens als een gelovige beschouwen.
Het zijn figuren zoals jij die het beeld, dat ik door m’n scriptie ‘Een beeld van een religie’ heb gekregen, zo verkleuren. Die burgers en zekere politici door het zaaien van angst in de kaart spelen. Oh, wat zou ik hen graag een lesje willen leren: ‘Islam voor dummies’. Ik zou hen mee willen nemen. Terug in de tijd. Terug naar het gesprek dat ik een paar jaar geleden met een imam en de secretaris van een zekere moskee had. De gebedsruimte was deels zwartgeblakerd, door een wraakactie als ‘gevolg’ van de moord op Theo van Gogh door een Marokkaanse moslim.
En deze moskee was niet het enige doelwit geweest… De twee Turken snapten het niet. Terecht. Ze deden hun best om mee te komen. Nodigden mensen uit. Zetten hun deuren open. Organiseerden open dagen. Probeerden goede contacten op te bouwen met de pers, de burgerij en de politiek. Eén uitspraak zal me altijd bijblijven. “Wie de brand heeft gesticht, mag ook binnenkomen.” Was iedereen maar zo vergevingsgezind.
Jij gebruikt liever een woord dat al tijden synoniem voor haat lijkt te zijn. Voor strijd. Oorlog. Een héilige oorlog, nota bene. Om het evangelie van de islam te verspreiden, zouden de ongelovigen te vuur en te zwaard bestreden mogen worden. Wie niet wil luisteren, moet maar voelen. Maar wat schiet je er mee op? Wat wil je nou eigenlijk? Je zou veel verder komen als je eens zou luisteren naar je ‘broeders’ die de strijd, die jouw levenswerk lijkt te behelzen, de ‘kleine’ strijd noemen. Want het grootste gevecht is het gevecht tegen je eigen begeerten. Je eigen zonden. Je eigen ik.
Een betere Jihad begint bij jezelf.
Log in om te reageren.