07:00 uur in de ochtend. Tegenover mijn huis wordt gebouwd. Iemand zingt, er klinkt gebrul en de radio wordt afgestemd op Andre Hazes. Al kletterend worden buizen opgestapeld.
Het principe van gespierde mannen die extra woonruimte creëren juich ik toe, maar de vroege uren waarin dat gebeurt niet. Wat is de duistere reden dat bouwvakkers twee uur eerder beginnen -en stoppen- met werken dan de doorsnee mens? De mogelijkheid om via Marktplaats zwart bij te klussen als Japie De Allesklusser? Misschien. Irritant? Absoluut.
Voor alles bestaat een oplossing. In plaats van te klagen bij de gemeente, kwaliteitsoordoppen te kopen, frustratie te botvieren op weerloze beestjes of boze berichten via het internet te verspreiden, heb ik een veel beter plan: een duurzame relatie kweken tussen de bouwvakkers en mij. Geheel in lijn met de stijl van Job Cohen heb ik een strategie bedacht die ervoor zorgt dat de relatie tussen ons zich zo zal ontwikkelen dat we er beiden blij en tevreden uitkomen. En die vriendschapsband zal weer resulteren in een intensief schuldgevoel van de bouwvakkers omdat ze het aardige meisje (ik) niet willen storen in haar slaap. Daarom zullen ze gezamenlijk besluiten voortaan toch maar om 9:00 uur te beginnen.
Ik schat mijn kansen positief in: deze mannen hebben een goed hart. Dat zie ik aan het enthousiasme waarmee ze werkelijk ieder persoon met borsten naroepen, ongeacht het verdere uiterlijk. Dat waardeer ik. Niets pijnlijker en desastreuzer voor het zelfvertrouwen van een vrouw dan een zwijgende bouwvakker.
Vanochtend ben ik met stap één van mijn strategie begonnen: Persoonsherkenning. Terwijl de eerste heipaal met dreunende klappen de grond inging, opende ik mijn gordijnen en begon uitbundig te zwaaien. Na een korte aarzeling werd er teruggezwaaid. Toen ik naar beneden stormde om de krant te pakken trok ik de deur open voor een opgewekt ‘goedemorgen allemaal!’ en positioneerde me daarna met krant & koffie in de zitzak voor het raam. Daar heb ik de hele ochtend gezeten. Ik was niet te missen.
Vanmiddag was het tijd voor stap twee: Fysiek contact. Slepend met een tas vol boodschappen kreeg ik het briljante idee om ze als ultieme verleidingspoging op perenijsjes te trakteren. Dat was een succes. Gezamenlijk knabbelden we op de ijsjes en wisselden we interessante weetjes over bouwmaterialen uit. Na een aantal minuten serieus te hebben gediscussieerd over de overbodigheid van kleding tijdens bouwen in een hittegolf – een onderwerp dat ik had aangedragen – gooide ik subtiel de vroege werktijden erin. De tijd was er rijp voor.
Ze vonden 7:00 uur ook wel erg vroeg. Maar zo waren ze wél lekker snel thuis en was er genoeg tijd voor ‘andere dingetjes’. Ik trok mijn wenkbrauw op. De oudste man knipoogde en twee andere mannen keken me guitig aan. Zie je wel. Ze bedoelen vast zwart werken. Ik kijk aarzelend naar de lekkende perenijsjes in hun enorme knuisten. Ik vrees dat ik met harder geschut moet komen om ze te overreden op een later tijdstip te beginnen. Morgen deel ik Magnums uit.
Het principe van gespierde mannen die extra woonruimte creëren juich ik toe, maar de vroege uren waarin dat gebeurt niet. Wat is de duistere reden dat bouwvakkers twee uur eerder beginnen -en stoppen- met werken dan de doorsnee mens? De mogelijkheid om via Marktplaats zwart bij te klussen als Japie De Allesklusser? Misschien. Irritant? Absoluut.
Voor alles bestaat een oplossing. In plaats van te klagen bij de gemeente, kwaliteitsoordoppen te kopen, frustratie te botvieren op weerloze beestjes of boze berichten via het internet te verspreiden, heb ik een veel beter plan: een duurzame relatie kweken tussen de bouwvakkers en mij. Geheel in lijn met de stijl van Job Cohen heb ik een strategie bedacht die ervoor zorgt dat de relatie tussen ons zich zo zal ontwikkelen dat we er beiden blij en tevreden uitkomen. En die vriendschapsband zal weer resulteren in een intensief schuldgevoel van de bouwvakkers omdat ze het aardige meisje (ik) niet willen storen in haar slaap. Daarom zullen ze gezamenlijk besluiten voortaan toch maar om 9:00 uur te beginnen.
Ik schat mijn kansen positief in: deze mannen hebben een goed hart. Dat zie ik aan het enthousiasme waarmee ze werkelijk ieder persoon met borsten naroepen, ongeacht het verdere uiterlijk. Dat waardeer ik. Niets pijnlijker en desastreuzer voor het zelfvertrouwen van een vrouw dan een zwijgende bouwvakker.
Vanochtend ben ik met stap één van mijn strategie begonnen: Persoonsherkenning. Terwijl de eerste heipaal met dreunende klappen de grond inging, opende ik mijn gordijnen en begon uitbundig te zwaaien. Na een korte aarzeling werd er teruggezwaaid. Toen ik naar beneden stormde om de krant te pakken trok ik de deur open voor een opgewekt ‘goedemorgen allemaal!’ en positioneerde me daarna met krant & koffie in de zitzak voor het raam. Daar heb ik de hele ochtend gezeten. Ik was niet te missen.
Vanmiddag was het tijd voor stap twee: Fysiek contact. Slepend met een tas vol boodschappen kreeg ik het briljante idee om ze als ultieme verleidingspoging op perenijsjes te trakteren. Dat was een succes. Gezamenlijk knabbelden we op de ijsjes en wisselden we interessante weetjes over bouwmaterialen uit. Na een aantal minuten serieus te hebben gediscussieerd over de overbodigheid van kleding tijdens bouwen in een hittegolf – een onderwerp dat ik had aangedragen – gooide ik subtiel de vroege werktijden erin. De tijd was er rijp voor.
Ze vonden 7:00 uur ook wel erg vroeg. Maar zo waren ze wél lekker snel thuis en was er genoeg tijd voor ‘andere dingetjes’. Ik trok mijn wenkbrauw op. De oudste man knipoogde en twee andere mannen keken me guitig aan. Zie je wel. Ze bedoelen vast zwart werken. Ik kijk aarzelend naar de lekkende perenijsjes in hun enorme knuisten. Ik vrees dat ik met harder geschut moet komen om ze te overreden op een later tijdstip te beginnen. Morgen deel ik Magnums uit.
Log in om te reageren.