Soms gaan dingen net even anders dan gepland. Dat kan op elk moment gebeuren, op elke willekeurige dag. Het hoeft niet eens een vrijdag de dertiende te zijn. Daar geloof ik eigenlijk sowieso niet in. Dus het zou net zo goed een vrijdag de dertiende kunnen zijn. Deze keer overkwam het mij gewoon op een woensdag.
Voor veel geld heb ik een tijdje geleden een hangslot gekocht voor mijn fiets. Zonder hangslot namelijk geen fiets in Amsterdam, of een fiets die je maar heel kort in je bezit hebt. Dus kocht ik een duur, maar, volgens de fietsenmaker, onverwoestbaar slot. Deze week trof ik een dikke klodder witte smurrie aan, precies op het sleutelgat van dat dure slot. Mijn eerste gedachte was dat vandalen het slot hadden gemolesteerd door er een flinke scheut secondelijm in te gieten. In de hoop dat ik ‘m toch open zou krijgen, stopte ik mijn sleutel erin. Gelukkig ging het slot open, maar vervolgens kreeg ik m’n sleutel er niet meer uit. Ik begaf me dus meteen op hoge poten naar de fietsenmaker met de melding dat hun onverwoestbare slot toch niet zo onverwoestbaar bleek te zijn. De fietsenmaker morrelde wat aan het slot, viste het sleuteltje eruit en mompelde: ‘Dat is vogelpoep. Als je aan de Nieuwmarkt bent opgegroeid, herken je duivenpoep als geen ander’. Met rood aangelopen hoofd en een haastig ‘dankjewel’ maakte ik me maar snel uit de voeten.
Die avond besloot ik dat ik Mexicaans wilde eten. Mijn recept had tomatenpuree nodig. Ik had nog een paar blikjes staan. Ik greep er eentje uit het keukenkastje, een blikopener uit de keukenla en draaide het ding open. Een kleine explosie volgde. De tomatenpuree spatte in het rond, in m’n gezicht, op m’n kleren en grote, rode klodders op de muur. Ik bedacht toen maar meteen dat een half blikje puree voor de saus ook wel voldoende zou zijn en liet de rest ongeopend in de kast staan.
De Engelse email die ik een tijdje geleden kreeg over een hotelreservering voor een weekendtrip dacht ik, met begeleidende tekst, doorgestuurd te hebben naar mijn reisgenoot. Nu bleek dat dat niet was gebeurd. Ik kreeg ‘m terug van het hotel met de vraag: ‘English please!’
Het zijn maar kleine dingen. Achteraf kan ik er om lachen. Op het moment zelf vind ik mijn persoonlijke missers niet zo leuk, maar ze helpen relativeren. Murphy bedacht een theorie over dingen die mis gaan. De wet van Murhphy: als er iets mis gaat, dan gaat meteen ook alles mis. Eigenlijk geloof ik daar niet zo in. Maar in toeval geloof ik ook niet. In God geloof ik wel. Zou Hij een hand hebben in dit soort dingen? Maakt Hij gewoon af en toe een grapje?
Voor veel geld heb ik een tijdje geleden een hangslot gekocht voor mijn fiets. Zonder hangslot namelijk geen fiets in Amsterdam, of een fiets die je maar heel kort in je bezit hebt. Dus kocht ik een duur, maar, volgens de fietsenmaker, onverwoestbaar slot. Deze week trof ik een dikke klodder witte smurrie aan, precies op het sleutelgat van dat dure slot. Mijn eerste gedachte was dat vandalen het slot hadden gemolesteerd door er een flinke scheut secondelijm in te gieten. In de hoop dat ik ‘m toch open zou krijgen, stopte ik mijn sleutel erin. Gelukkig ging het slot open, maar vervolgens kreeg ik m’n sleutel er niet meer uit. Ik begaf me dus meteen op hoge poten naar de fietsenmaker met de melding dat hun onverwoestbare slot toch niet zo onverwoestbaar bleek te zijn. De fietsenmaker morrelde wat aan het slot, viste het sleuteltje eruit en mompelde: ‘Dat is vogelpoep. Als je aan de Nieuwmarkt bent opgegroeid, herken je duivenpoep als geen ander’. Met rood aangelopen hoofd en een haastig ‘dankjewel’ maakte ik me maar snel uit de voeten.
Die avond besloot ik dat ik Mexicaans wilde eten. Mijn recept had tomatenpuree nodig. Ik had nog een paar blikjes staan. Ik greep er eentje uit het keukenkastje, een blikopener uit de keukenla en draaide het ding open. Een kleine explosie volgde. De tomatenpuree spatte in het rond, in m’n gezicht, op m’n kleren en grote, rode klodders op de muur. Ik bedacht toen maar meteen dat een half blikje puree voor de saus ook wel voldoende zou zijn en liet de rest ongeopend in de kast staan.
De Engelse email die ik een tijdje geleden kreeg over een hotelreservering voor een weekendtrip dacht ik, met begeleidende tekst, doorgestuurd te hebben naar mijn reisgenoot. Nu bleek dat dat niet was gebeurd. Ik kreeg ‘m terug van het hotel met de vraag: ‘English please!’
Het zijn maar kleine dingen. Achteraf kan ik er om lachen. Op het moment zelf vind ik mijn persoonlijke missers niet zo leuk, maar ze helpen relativeren. Murphy bedacht een theorie over dingen die mis gaan. De wet van Murhphy: als er iets mis gaat, dan gaat meteen ook alles mis. Eigenlijk geloof ik daar niet zo in. Maar in toeval geloof ik ook niet. In God geloof ik wel. Zou Hij een hand hebben in dit soort dingen? Maakt Hij gewoon af en toe een grapje?
Log in om te reageren.