Eigenlijk zou een mens vaker op vakantie moeten gaan. In de weken voor vertrek krijg je namelijk indrukwekkend veel dingen gedaan. De klussen die al weken op je liggen te wachten, komen eindelijk af. Op je werk ben je uiterst efficiënt. Stapels papier worden weggewerkt. Het huis gaat aan kant. Je administratie is opeens in een mum van tijd op orde.
De voorbereidingen op de reis zelf, zijn het halve werk. Genietend van de voorpret, ben je in je hoofd praktisch al op vakantie. Er wordt geshopt voor een nieuwe bikini. Beschermende middelen, te gebruiken vóór, tijdens en ná het zonnen, worden ingekocht. Zorgvuldig wordt passend leesvoer voor onderweg en voor aan zee of zwembad geselecteerd. Je hoort, bij wijze van spreken, het water al klotsen, terwijl jij, liggend op een stretcher in de zon, met een cocktail aan je zijde, de bladzijdes van de perfect gekozen vakantieliteratuur door je vingers laat ritselen.
De beschrijving van de vakantiebestemming in het zojuist aangeschafte reisgidsje werpt tijdelijk een schaduw op het prille vakantiegeluk: “Het voormalige vissersdorp is een afschrikwekkend voorbeeld van architectuur in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Lelijke hoogbouw schiet de lucht in, de straten zijn kaal en verlaten en het grootste deel van deze plaats is sfeerloos…Hoe dichter u bij zee komt, hoe acceptabeler het decor wordt, en de promenade is best wel mooi. De bont beschilderde vissersboten aan het strand leveren in elk geval een mooi kiekje op.”
Gelukkig zijn kenners van de regio van mening dat deze omschrijving volstrekt nergens op slaat. Het schijnt er werkelijk prachtig te zijn. En als het er niet leuk is, nou, dan maak je het gewoon leuk!
Ik mag er even tussenuit! In alle vroegte zal ik me morgen per taxi naar onze nationale luchthaven begeven: het walhalla voor reisfanaten en vakantievierders.
Zachtjes zing ik een vakantieliedje: “I’m leaving on a jetplane, don’t know when I’ll be back again…” In gedachten ben ik al vertrokken.
Dus mochten ze me zoeken: Ik ben even weg!
De voorbereidingen op de reis zelf, zijn het halve werk. Genietend van de voorpret, ben je in je hoofd praktisch al op vakantie. Er wordt geshopt voor een nieuwe bikini. Beschermende middelen, te gebruiken vóór, tijdens en ná het zonnen, worden ingekocht. Zorgvuldig wordt passend leesvoer voor onderweg en voor aan zee of zwembad geselecteerd. Je hoort, bij wijze van spreken, het water al klotsen, terwijl jij, liggend op een stretcher in de zon, met een cocktail aan je zijde, de bladzijdes van de perfect gekozen vakantieliteratuur door je vingers laat ritselen.
De beschrijving van de vakantiebestemming in het zojuist aangeschafte reisgidsje werpt tijdelijk een schaduw op het prille vakantiegeluk: “Het voormalige vissersdorp is een afschrikwekkend voorbeeld van architectuur in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Lelijke hoogbouw schiet de lucht in, de straten zijn kaal en verlaten en het grootste deel van deze plaats is sfeerloos…Hoe dichter u bij zee komt, hoe acceptabeler het decor wordt, en de promenade is best wel mooi. De bont beschilderde vissersboten aan het strand leveren in elk geval een mooi kiekje op.”
Gelukkig zijn kenners van de regio van mening dat deze omschrijving volstrekt nergens op slaat. Het schijnt er werkelijk prachtig te zijn. En als het er niet leuk is, nou, dan maak je het gewoon leuk!
Ik mag er even tussenuit! In alle vroegte zal ik me morgen per taxi naar onze nationale luchthaven begeven: het walhalla voor reisfanaten en vakantievierders.
Zachtjes zing ik een vakantieliedje: “I’m leaving on a jetplane, don’t know when I’ll be back again…” In gedachten ben ik al vertrokken.
Dus mochten ze me zoeken: Ik ben even weg!
Log in om te reageren.