Is het complete vrouwvolk in Nederland overvallen door een collectieve bindingsangst? Dat idee krijg ik soms wel. Misschien mannen ook wel, die ervaring heb ik niet. Het aantal singles neemt nog altijd toe. En toch is het zoeken naar een speld in een hooiberg voor een serieuze relatie.
Misschien dat het te wijten is aan onze relatieve vrijheid in dit land. Nederlanders roepen nogal graag dat ze in een ‘vrij land’ leven. Niets is natuurlijk minder waar. De vrijheid waarover wordt gesproken bestaat vooral in woorden. Wetten, verplichtingen en regels zorgen daar wel voor.
Elke dag verwacht de baas weer dat we op tijd aanwezig zijn en onze uren draaien. De uren die we stuk voor stuk moeten kunnen verklaren door middel van productiviteit. En waarom auto’s die in Nederland te koop zijn tussen de 180 en 300 kilometer per uur kunnen is me ook een raadsel. Zomaar op een mooi plekje een huis neerplanten mag niet. We hebben de vrijheid van een collectieve zorgverzekering, maar wel de verplichting de elk jaar stijgende premie en het eventuele eigen risico op te hoesten. En dat iemand gelooft is prima, zolang je anderen er maar niet mee lastig valt. Quasi-vrijheid. Dat is Nederland.
Dat besef is blijkbaar diep doorgedrongen in ons onderbewustzijn. De dingen die nog wel door onszelf te beïnvloeden zijn harken we dus ook als gretige croupiers aan een roulettetafel naar ons toe. ,,Ze wil alleen maar vrij zijn.’’ Marco Borsato had het een jaar of tien geleden al door.
Alle smoezen zijn al een keer voorbij gekomen. Ik kan ze zo uittekenen. Dat ze niet op zoek zijn naar een serieuze relatie. Dat ze nog te jong zijn om zich te binden. Dat ze eerst hun eigen leven op de rit willen hebben. Dat het nu te druk is voor een relatie. Of dat ze bang zijn hun vrijheid te verliezen omdat ze ineens met iemand in hun leven rekening moeten houden. Voor een avondje prima, maar waag het eens om gevoelens de kop op te laten steken. Je vastleggen in een relatie is eigenlijk een soort van wanhoopsdaad. En niemand wil wanhopig lijken.
Toch vind ik het zielig. Als je als man zegt dat je wel klaar bent met een beetje aanklooien word je tegenwoordig aangekeken alsof je van een andere planeet komt. Vroeger niet. Toen vonden vrouwen het nog aantrekkelijk wanneer een man zijn toekomst aan haar wilde verbinden. Tegenwoordig is dat vooral lastig.
Ze vinden je best leuk hoor. Aantrekkelijk ook. En in de diepe glinstering van hun ogen zie je de vlinders al fladderen. De woorden die niet gezegd worden laten weten dat een man om tegenaan te kruipen, of om even bij uit te huilen, toch wel het fijnste is dat ze kennen. Maar ondertussen worden die gevoelens keihard de kop ingedrukt. In plaats daarvan wordt er gezocht naar een cognitieve reden om onder een serieuze relatie uit te komen.
Ik aanschouw het. Met medelijden. Wie een serieuze relatie zoekt lijkt misschien het meest wanhopig. Maar vrijheid behouden om de vrijheid, en daarom koste wat het kost gevoelens opzij drukken voor een ingestudeerde reden, is dat niet veel wanhopiger? Ik zeg terug naar het ziekenfonds. Afschaffen die kantoortijden en maximumsnelheid. Wie weet levert die herwonnen vrijheid nog een leuke relatie op…
Misschien dat het te wijten is aan onze relatieve vrijheid in dit land. Nederlanders roepen nogal graag dat ze in een ‘vrij land’ leven. Niets is natuurlijk minder waar. De vrijheid waarover wordt gesproken bestaat vooral in woorden. Wetten, verplichtingen en regels zorgen daar wel voor.
Elke dag verwacht de baas weer dat we op tijd aanwezig zijn en onze uren draaien. De uren die we stuk voor stuk moeten kunnen verklaren door middel van productiviteit. En waarom auto’s die in Nederland te koop zijn tussen de 180 en 300 kilometer per uur kunnen is me ook een raadsel. Zomaar op een mooi plekje een huis neerplanten mag niet. We hebben de vrijheid van een collectieve zorgverzekering, maar wel de verplichting de elk jaar stijgende premie en het eventuele eigen risico op te hoesten. En dat iemand gelooft is prima, zolang je anderen er maar niet mee lastig valt. Quasi-vrijheid. Dat is Nederland.
Dat besef is blijkbaar diep doorgedrongen in ons onderbewustzijn. De dingen die nog wel door onszelf te beïnvloeden zijn harken we dus ook als gretige croupiers aan een roulettetafel naar ons toe. ,,Ze wil alleen maar vrij zijn.’’ Marco Borsato had het een jaar of tien geleden al door.
Alle smoezen zijn al een keer voorbij gekomen. Ik kan ze zo uittekenen. Dat ze niet op zoek zijn naar een serieuze relatie. Dat ze nog te jong zijn om zich te binden. Dat ze eerst hun eigen leven op de rit willen hebben. Dat het nu te druk is voor een relatie. Of dat ze bang zijn hun vrijheid te verliezen omdat ze ineens met iemand in hun leven rekening moeten houden. Voor een avondje prima, maar waag het eens om gevoelens de kop op te laten steken. Je vastleggen in een relatie is eigenlijk een soort van wanhoopsdaad. En niemand wil wanhopig lijken.
Toch vind ik het zielig. Als je als man zegt dat je wel klaar bent met een beetje aanklooien word je tegenwoordig aangekeken alsof je van een andere planeet komt. Vroeger niet. Toen vonden vrouwen het nog aantrekkelijk wanneer een man zijn toekomst aan haar wilde verbinden. Tegenwoordig is dat vooral lastig.
Ze vinden je best leuk hoor. Aantrekkelijk ook. En in de diepe glinstering van hun ogen zie je de vlinders al fladderen. De woorden die niet gezegd worden laten weten dat een man om tegenaan te kruipen, of om even bij uit te huilen, toch wel het fijnste is dat ze kennen. Maar ondertussen worden die gevoelens keihard de kop ingedrukt. In plaats daarvan wordt er gezocht naar een cognitieve reden om onder een serieuze relatie uit te komen.
Ik aanschouw het. Met medelijden. Wie een serieuze relatie zoekt lijkt misschien het meest wanhopig. Maar vrijheid behouden om de vrijheid, en daarom koste wat het kost gevoelens opzij drukken voor een ingestudeerde reden, is dat niet veel wanhopiger? Ik zeg terug naar het ziekenfonds. Afschaffen die kantoortijden en maximumsnelheid. Wie weet levert die herwonnen vrijheid nog een leuke relatie op…
Log in om te reageren.