Ze wist het. Direct toen ze opstond had ze al zo’n vaag vermoeden. Ze zwaaide haar benen over de rand van het bed, stond op en struikelde acuut over de poes die daar hongerig had zitten wachten tot ze op zou staan. Op de trap liep die nadrukkelijk voor haar voeten en ze miste bijna de laatste tree. Ze had in bed moeten blijven vandaag. Dit is zo’n dag.
Normaal ontbijt ze met een beschuitje hagelslag of jam, dit keer koos ze voor kaas. Ze schaafde terloops en onhandig een stukje duim mee, wat haar een wat bloederig en onsmakelijk ontbijt opleverde. Nog had ze het niet helemaal door, maar nu net… nu ze de deur achter zich dichttrekt en er direct een natte miezer haar kraag binnenkruipt, haar band te zacht blijkt om mee te rijden en de huissleutel nog binnen blijkt te liggen, nu weet ze het zeker: Dit is zo’n dag.
Helaas houdt het universum geen rekening met zulk soort futiliteiten en gaan alle verplichtingen gewoon door. Terug gaan naar bed en doen alsof deze dag niet bestaat, behoort sowieso niet meer tot de mogelijkheden omdat ze het huis niet meer in kan, nu de sleutel nog braaf en ongebruikt in het mandje bij de deur ligt… Daar gaat ze dan. Ze maakt er het beste van.
Ze trapt tegen de wind in naar de winkel van haar keuze en rommelt wat in de bakken met afgeprijsde artikelen. Laat ze dan maar een koopje scoren vandaag, om de pech te compenseren. Ze verbaast zich wel wat over de drukte op dit uur van de dag. Er zoemt een onrustige buzz door de winkel en al het personeel lijkt zich verzameld te hebben op de benedenverdieping.
Nietsvermoedend baant ze zich een weg naar de kassa, al enigszins verzoend met deze dag, omdat ze in haar handen nu een leuke aanbieding heeft waar ze haar dochter gelukkig mee kan maken. Ze legt het gevonden voorwerp op de toonbank, waarna plots een luidruchtige bel afgaat. Verschrikt springt ze bijna tien centimeter de lucht in en laat haar tas vallen. “Gefeliciteeerd!”, klinkt het hard door een luidspreker. “U bent de honderdduizendste bezoeker!”
Verbouwereerd kijkt ze om zich heen, terwijl de winkelmedewerkers spontaan beginnen te applaudisseren. Boven de toonbank ziet ze nu het bord hangen: ‘Vandaag wordt de honderdduizendste klant verwacht.’ Ze krijgt een kleur, wat haar niet vaak gebeurt, en raapt wat bibberig haar tas weer van de grond. Het duurt even, omdat de inhoud over de grond is verspreid inmiddels en dat geeft haar de kans om met een iets lichtere huidtint haar hoofd weer boven de toonbank uit te steken als ze alles verzameld heeft.
Ze heeft inmiddels visioenen van cadeaubonnen of droomreizen die haar ten deel zullen vallen; van taart en bloemen en van haar foto in de krant. Een hand reikt over haar hoofd heen naar een man die naast haar staat. “Meneer, van harte gefeliciteerd!” De man neemt met een brede glimlach de felicitaties in ontvangst, en er flitst een hel licht als zijn foto genomen wordt, die ze de dag erna terugvindt in de plaatselijke krant. 'Meneer de Groot is de gelukkige!', is het onderschrift.
Naast meneer de Groot staat een vrouw met lichte blos, het haar in de war en een onthutste blik op haar gezicht, die haar verdacht bekend voorkomt. Je ziet haar denken: Was ik maar in bed gebleven vandaag…
Normaal ontbijt ze met een beschuitje hagelslag of jam, dit keer koos ze voor kaas. Ze schaafde terloops en onhandig een stukje duim mee, wat haar een wat bloederig en onsmakelijk ontbijt opleverde. Nog had ze het niet helemaal door, maar nu net… nu ze de deur achter zich dichttrekt en er direct een natte miezer haar kraag binnenkruipt, haar band te zacht blijkt om mee te rijden en de huissleutel nog binnen blijkt te liggen, nu weet ze het zeker: Dit is zo’n dag.
Helaas houdt het universum geen rekening met zulk soort futiliteiten en gaan alle verplichtingen gewoon door. Terug gaan naar bed en doen alsof deze dag niet bestaat, behoort sowieso niet meer tot de mogelijkheden omdat ze het huis niet meer in kan, nu de sleutel nog braaf en ongebruikt in het mandje bij de deur ligt… Daar gaat ze dan. Ze maakt er het beste van.
Ze trapt tegen de wind in naar de winkel van haar keuze en rommelt wat in de bakken met afgeprijsde artikelen. Laat ze dan maar een koopje scoren vandaag, om de pech te compenseren. Ze verbaast zich wel wat over de drukte op dit uur van de dag. Er zoemt een onrustige buzz door de winkel en al het personeel lijkt zich verzameld te hebben op de benedenverdieping.
Nietsvermoedend baant ze zich een weg naar de kassa, al enigszins verzoend met deze dag, omdat ze in haar handen nu een leuke aanbieding heeft waar ze haar dochter gelukkig mee kan maken. Ze legt het gevonden voorwerp op de toonbank, waarna plots een luidruchtige bel afgaat. Verschrikt springt ze bijna tien centimeter de lucht in en laat haar tas vallen. “Gefeliciteeerd!”, klinkt het hard door een luidspreker. “U bent de honderdduizendste bezoeker!”
Verbouwereerd kijkt ze om zich heen, terwijl de winkelmedewerkers spontaan beginnen te applaudisseren. Boven de toonbank ziet ze nu het bord hangen: ‘Vandaag wordt de honderdduizendste klant verwacht.’ Ze krijgt een kleur, wat haar niet vaak gebeurt, en raapt wat bibberig haar tas weer van de grond. Het duurt even, omdat de inhoud over de grond is verspreid inmiddels en dat geeft haar de kans om met een iets lichtere huidtint haar hoofd weer boven de toonbank uit te steken als ze alles verzameld heeft.
Ze heeft inmiddels visioenen van cadeaubonnen of droomreizen die haar ten deel zullen vallen; van taart en bloemen en van haar foto in de krant. Een hand reikt over haar hoofd heen naar een man die naast haar staat. “Meneer, van harte gefeliciteerd!” De man neemt met een brede glimlach de felicitaties in ontvangst, en er flitst een hel licht als zijn foto genomen wordt, die ze de dag erna terugvindt in de plaatselijke krant. 'Meneer de Groot is de gelukkige!', is het onderschrift.
Naast meneer de Groot staat een vrouw met lichte blos, het haar in de war en een onthutste blik op haar gezicht, die haar verdacht bekend voorkomt. Je ziet haar denken: Was ik maar in bed gebleven vandaag…
Log in om te reageren.