“Mijn God! De schoonheid zien in DIT!”, denk ik, terwijl ik door mijn dorp fiets . “Grijze lucht en grauwe wolken, een dorp waar je alleen maar dood gaan kan!” De lente wil maar niet doorbreken hier. Waarom kan ik niet zeven dagen in de week op m’n piepkleine kamer in Amsterdam wonen? Maar m’n hospita is 80. Het lieve oude dametje zou nog een hartaanval krijgen van deze hyperactieve columnist die ronddanst op muziek, op vreemde tijden binnen stommelt en altijd met alle lichten aan slaapt. En dus moet ik drie dagen in de week bij m’n ouders wonen…
Terwijl ik dit dorp haat, haat en nog eens haat. Het is niet eens een gezellig, lief dorpje waar iedereen elkaar kent, of een oud dorpje vol geschiedenis. Nee, ’t is een te groot dorp dat ooit uit de grond is gestampt voor de textielindustrie, en sindsdien probeert stads te doen maar te achterlijk is om te zien dat het niet werkt. Rondom kale velden, en als enig vermaak de McDonald's op ’t bedrijventerrein. Een protserig gemeentehuis-annex-bieb/theater waar je stikt vanwege het wollen “kunstwerk” , waar je toneelvereniging “Nut en Genoegen” kunt zien met de klucht “Vrouw Zoekt Boer!”.
Je kunt er met je volle verstand niet bij dat er mensen willen wonen, maar er zijn twee betonnen nieuwbouwwijken vol. Dagelijks worden er nieuwe huizen uit de grond getrokken, een wipkip neergekwakt (tok!) en een bankje waar de verveeld hangende hangjeugd zich creatief kan uitleven. Als je langer dan een jaar rondhangt in dit dorp, dan eindig je aan de lopende band bij de plaatselijke ijsfabriek, waar je moddervet wordt van het ijs met korting. Wil je naar de stad? Eerst een half uur met een boemeltje! Maar ja, dat boemeltje wordt omgeleid, dus nu hebben we ook nog een station WEST. Move over, Rotterdam West, hier komt Plattelandsdorp-West. En net als je op je fiets stapt, omdat het je allemaal de neus uit komt, begint het te regenen…
Maar toch….de eerste groene gloed rondom grijsgrauwe bomen. Kleine vlamvormige blaadjes aan een kastanjeboom. Pluizige katjes aan lange takken. Lammetjes bij de schaapskooi. Kleine kinderen die op straat voetballen. En plotseling wolken die openbreken en een blauwe lucht laten zien….lente maakt het iets makkelijker om alles, zelfs dit dorp, door de ogen van God te zien.
Terwijl ik dit dorp haat, haat en nog eens haat. Het is niet eens een gezellig, lief dorpje waar iedereen elkaar kent, of een oud dorpje vol geschiedenis. Nee, ’t is een te groot dorp dat ooit uit de grond is gestampt voor de textielindustrie, en sindsdien probeert stads te doen maar te achterlijk is om te zien dat het niet werkt. Rondom kale velden, en als enig vermaak de McDonald's op ’t bedrijventerrein. Een protserig gemeentehuis-annex-bieb/theater waar je stikt vanwege het wollen “kunstwerk” , waar je toneelvereniging “Nut en Genoegen” kunt zien met de klucht “Vrouw Zoekt Boer!”.
Je kunt er met je volle verstand niet bij dat er mensen willen wonen, maar er zijn twee betonnen nieuwbouwwijken vol. Dagelijks worden er nieuwe huizen uit de grond getrokken, een wipkip neergekwakt (tok!) en een bankje waar de verveeld hangende hangjeugd zich creatief kan uitleven. Als je langer dan een jaar rondhangt in dit dorp, dan eindig je aan de lopende band bij de plaatselijke ijsfabriek, waar je moddervet wordt van het ijs met korting. Wil je naar de stad? Eerst een half uur met een boemeltje! Maar ja, dat boemeltje wordt omgeleid, dus nu hebben we ook nog een station WEST. Move over, Rotterdam West, hier komt Plattelandsdorp-West. En net als je op je fiets stapt, omdat het je allemaal de neus uit komt, begint het te regenen…
Maar toch….de eerste groene gloed rondom grijsgrauwe bomen. Kleine vlamvormige blaadjes aan een kastanjeboom. Pluizige katjes aan lange takken. Lammetjes bij de schaapskooi. Kleine kinderen die op straat voetballen. En plotseling wolken die openbreken en een blauwe lucht laten zien….lente maakt het iets makkelijker om alles, zelfs dit dorp, door de ogen van God te zien.
Log in om te reageren.