Hij voelde zich al een tijdje niet lekker. De huisarts had hem ook niet kunnen vertellen wat er was. Sowieso had dat bezoek hem weinig opgeleverd. "Wat denkt u zelf dat het is?", was zijn enige reactie. Alsof je daarvoor advies vraagt aan iemand die ervoor gestudeerd schijnt te hebben.
Het zou lekker zijn als iedereen zo werkte.
"Wat denkt u zelf dat het is?"
"Nou, meneer de loodgieter, ik vermoed dat het gaat om een lekkage."
"Ja, dat zie ik ook, maar op welke plek?"
"Ehh, daarom kwam u nu toch langs?"
"Tja, nee, zonder specifieke omschrijving kan ik ook niks meneer."
De klachten verergerden. Eerst was het zijn slaapritme. Hoe lang hij ook op bleef, de slaap kwam niet. Hij was moe, uitgeput bijna, maar de rust van een goede nacht slaap viel niet over hem. Soms dutte hij even in om direct weer wakker te schrikken.
Slapeloosheid resulteerde in hoofdpijn. Een stekende hoofdpijn die zijn werk beïnvloedde. Ook uitjes met vrienden werden meer en meer een last in plaats van een leuk uitstapje.
De hoofdpijn zakte langzaam af naar zijn maag. Eten binnenhouden werd steeds lastiger. Hoewel zijn maag regelmatig een hongersignaal gaf gooide zijn keel zich in het slot bij de eerste hap. Een ongewone buikpijn, deels door de leegte van zijn maag, en deels door misselijkheid maakte zich van hem meester.
Een specialist kon misschien uitkomst bieden. Zijn hele verplichte eigen risico en aanvullende vergoedingen van de zorgverzekering gingen op aan laboratoriumonderzoeken, röntgenfoto’s en bloedonderzoeken. Zonder resultaat. Althans, er waren wel resultaten te zien, maar die toonden stuk voor stuk geen aanwijsbare gebreken.
Uitgeput van de lichamelijke kwellingen, de verzwakking door slaaptekort en gebrek aan voedingsstoffen zakte hij neer op de bank. Stiekem hoopte diep van binnen iets in hem dat er een plotseling einde aan zijn lijden zou komen.
Een vriend van hem kwam eens kijken hoe het met hem ging. Weken had hij hem niet gesproken vanwege zijn fysieke toestand. Zijn kameraad liep de kamer in en observeerde aandachtig het uitgeputte hoopje mens dat hij op de bank aantrof.
"Wat denk je zelf dat het is?", vroeg hij.
"Ze is weg. Echt weg...", antwoorde hij.
"Ach ja, liefdesverdriet. Je vindt wel weer een ander", was de bemoedigende diagnose.
Een dag later voelde hij zich als herboren…
Het zou lekker zijn als iedereen zo werkte.
"Wat denkt u zelf dat het is?"
"Nou, meneer de loodgieter, ik vermoed dat het gaat om een lekkage."
"Ja, dat zie ik ook, maar op welke plek?"
"Ehh, daarom kwam u nu toch langs?"
"Tja, nee, zonder specifieke omschrijving kan ik ook niks meneer."
De klachten verergerden. Eerst was het zijn slaapritme. Hoe lang hij ook op bleef, de slaap kwam niet. Hij was moe, uitgeput bijna, maar de rust van een goede nacht slaap viel niet over hem. Soms dutte hij even in om direct weer wakker te schrikken.
Slapeloosheid resulteerde in hoofdpijn. Een stekende hoofdpijn die zijn werk beïnvloedde. Ook uitjes met vrienden werden meer en meer een last in plaats van een leuk uitstapje.
De hoofdpijn zakte langzaam af naar zijn maag. Eten binnenhouden werd steeds lastiger. Hoewel zijn maag regelmatig een hongersignaal gaf gooide zijn keel zich in het slot bij de eerste hap. Een ongewone buikpijn, deels door de leegte van zijn maag, en deels door misselijkheid maakte zich van hem meester.
Een specialist kon misschien uitkomst bieden. Zijn hele verplichte eigen risico en aanvullende vergoedingen van de zorgverzekering gingen op aan laboratoriumonderzoeken, röntgenfoto’s en bloedonderzoeken. Zonder resultaat. Althans, er waren wel resultaten te zien, maar die toonden stuk voor stuk geen aanwijsbare gebreken.
Uitgeput van de lichamelijke kwellingen, de verzwakking door slaaptekort en gebrek aan voedingsstoffen zakte hij neer op de bank. Stiekem hoopte diep van binnen iets in hem dat er een plotseling einde aan zijn lijden zou komen.
Een vriend van hem kwam eens kijken hoe het met hem ging. Weken had hij hem niet gesproken vanwege zijn fysieke toestand. Zijn kameraad liep de kamer in en observeerde aandachtig het uitgeputte hoopje mens dat hij op de bank aantrof.
"Wat denk je zelf dat het is?", vroeg hij.
"Ze is weg. Echt weg...", antwoorde hij.
"Ach ja, liefdesverdriet. Je vindt wel weer een ander", was de bemoedigende diagnose.
Een dag later voelde hij zich als herboren…
Log in om te reageren.