Ze kent hem niet, maar hij is dood. Met het verdriet over zijn dood wordt zij geconfronteerd. En dat verdriet is groot. Het onbegrip ook. Er wordt gezocht naar antwoorden die niemand zal kunnen vinden. Want hij is er niet meer en bij leven werd hij al niet ten diepste begrepen.
Hij verwachtte dat God hem genas. Als een man die zijn enkel verstuikt en er op door blijft lopen, omdat hij toch over een week naar een gebedsgenezing gaat. Alsof je zelf niet de plicht hebt voor je lichaam te zorgen. God genas niet.
Hij verwachtte dat ze bij hem terug kwam. Want als ze dat zou doen dan zou hij doen wat hij moest doen. Ze was ook te vroeg bij hem weggegaan om te zien hoe goed het had kunnen zijn. Ze kwam niet terug.
Hij verwachtte dat zijn familie hem nooit zou laten zitten. Ongeacht door welke ellende hij ze sleepte en in welke bochten ze zich moesten wringen om zin te geven aan hun inspanning. Tot hij hun grens bereikte. Ze lieten hem gaan.
Hij verwachtte steun van zijn vrienden en kennissen. In zijn onvermogen problemen op te lossen en hulp te aanvaarden, zadelde hij hen op met zijn ballast. Hij claimde ze totaal en legde te veel verantwoordelijkheid op hun schouders. Ze trokken zich terug.
Iedereen wist dat het een kwestie werd van erop of eronder. Behalve hijzelf. Hij bleef buiten zichzelf naar antwoorden zoeken om de verantwoordelijkheid voor zijn leven niet zelf te hoeven voelen. Gek genoeg nam hij wel de verantwoordelijkheid over zijn dood. Blijkbaar was deze minder beangstigend dan het leven?
Nu slaat een voor hem onbekende vrouw haar armen om een van zijn vrienden. Vraagt zich af wat zinvolle troostende woorden zijn. Hoe ze iets kan doen om het leed te verzachtten. Ze luistert en hoort aan. Ook als de woorden zich herhalen en dezelfde dingen wel tien keer worden gezegd…
Hij verwachtte dat God hem genas. Als een man die zijn enkel verstuikt en er op door blijft lopen, omdat hij toch over een week naar een gebedsgenezing gaat. Alsof je zelf niet de plicht hebt voor je lichaam te zorgen. God genas niet.
Hij verwachtte dat ze bij hem terug kwam. Want als ze dat zou doen dan zou hij doen wat hij moest doen. Ze was ook te vroeg bij hem weggegaan om te zien hoe goed het had kunnen zijn. Ze kwam niet terug.
Hij verwachtte dat zijn familie hem nooit zou laten zitten. Ongeacht door welke ellende hij ze sleepte en in welke bochten ze zich moesten wringen om zin te geven aan hun inspanning. Tot hij hun grens bereikte. Ze lieten hem gaan.
Hij verwachtte steun van zijn vrienden en kennissen. In zijn onvermogen problemen op te lossen en hulp te aanvaarden, zadelde hij hen op met zijn ballast. Hij claimde ze totaal en legde te veel verantwoordelijkheid op hun schouders. Ze trokken zich terug.
Iedereen wist dat het een kwestie werd van erop of eronder. Behalve hijzelf. Hij bleef buiten zichzelf naar antwoorden zoeken om de verantwoordelijkheid voor zijn leven niet zelf te hoeven voelen. Gek genoeg nam hij wel de verantwoordelijkheid over zijn dood. Blijkbaar was deze minder beangstigend dan het leven?
Nu slaat een voor hem onbekende vrouw haar armen om een van zijn vrienden. Vraagt zich af wat zinvolle troostende woorden zijn. Hoe ze iets kan doen om het leed te verzachtten. Ze luistert en hoort aan. Ook als de woorden zich herhalen en dezelfde dingen wel tien keer worden gezegd…
Log in om te reageren.