Als wij de hoofdrolspeler zijn in ons eigen leven, dan is de wereld om ons heen ons theater. Of misschien zelfs wel ons festivalterrein, met verschillende podia. Zo is daar de crèche, de speeltuin, het schoolplein, het leslokaal, de werkvloer, het sportveld, de kerkzaal, de straat, de kroeg, de dansvloer. Ook zijn er een aantal digitale podia, die we via onze telefoon of computer betreden.
In de zeventiende eeuw bedacht Descartes: Ik denk, dus ik besta. Tegenwoordig lijkt die filosofie veranderd te zijn in: Ik email, dus ik besta. Ik sms, dus ik besta. Ik chat, dus ik besta. Ik MSN, dus ik besta. Ik Hyve, dus ik besta. Ik Facebook, dus ik besta. Ik Funky Fish, dus ik besta. Ik blog, dus ik besta, Ik twitter, dus ik besta. Het digitale platform als verlengstuk van ons ego?
Er gaat veel tijd zitten in het spelen van verschillende digitale rollen. Want hoe meer digitale signalen je uitzendt, hoe meer aandacht je krijgt. De survival of the fittest lijkt tegenwoordig te gaan om zoveel mogelijk zendtijd en aandacht. Ben je niet digitaal actief, dan tel je eigenlijk niet mee. Je moet je digitale PR wel een beetje leuk voor elkaar hebben. Minimumvereiste is een persoonlijke site met allerlei wetenswaardigheden over jou: je favoriete merken, muziek, films, sport en niet te vergeten die paar honderd “vrienden”, met wie je uiteraard stuk voor stuk intensief contact onderhoudt.
Vanwaar deze lust voor aandacht? Vanwaar deze bijna ziekelijke neiging om de hele wereld te laten weten wie we zijn, wat we doen en wie we kennen? Ok, mensen zijn nu eenmaal sociale wezens. En digitale communicatie is een handig middel om met elkaar in contact te blijven. Maar er wordt naar mijn smaak wel erg veel digitale tamtam gemaakt. Door al die aandachttrekkerij blijft er volgens mij weinig aandacht voor de ander over.
Zelf ben ik een digitale dinosaurus. Het mag een wonder heten dat ik überhaupt op deze site sta. Ik doe niet aan Hyves en zit niet op Facebook, MySpace of LinkedIn. Ik sta gewoon in het telefoonboek. Ik heb geen iPhone en ook geen BlackBerry. Met mijn mobiele telefoon kan ik bellen en sms’en. Chatten doe ik zelden en twitteren nooit. Eerlijk gezegd interesseert het me ook niet echt wat iemand, die ik nauwelijks ken, aan het doen is. Digitaal geblaat is ook geblaat, toch?!
Kortom, ik heb het niet zo op al dat digitale gedoe. Aandacht is leuk, maar digitale aandacht is maar vluchtig. Geef mij maar persoonlijk contact, een ‘live’ gesprek met iemand, zonder scherm ertussen. Daar heb ik immers ook tijd voor nu ik geen tijd kwijt ben aan het updaten van allerlei profielen, het bijhouden van “vrienden”-lijsten en het continu uitzenden van signalen over mijn uiterst boeiende en avontuurlijke leven aan iedereen die het maar horen wil.
En wat heb ik hier dan te zoeken als pro Deo columnist op Funky Fish?! Nou, ik hou van schrijven en ik vind het hier best gezellig. En eerlijk is eerlijk, ik hou toch ook wel van een beetje aandacht. Een klein beetje maar.
In de zeventiende eeuw bedacht Descartes: Ik denk, dus ik besta. Tegenwoordig lijkt die filosofie veranderd te zijn in: Ik email, dus ik besta. Ik sms, dus ik besta. Ik chat, dus ik besta. Ik MSN, dus ik besta. Ik Hyve, dus ik besta. Ik Facebook, dus ik besta. Ik Funky Fish, dus ik besta. Ik blog, dus ik besta, Ik twitter, dus ik besta. Het digitale platform als verlengstuk van ons ego?
Er gaat veel tijd zitten in het spelen van verschillende digitale rollen. Want hoe meer digitale signalen je uitzendt, hoe meer aandacht je krijgt. De survival of the fittest lijkt tegenwoordig te gaan om zoveel mogelijk zendtijd en aandacht. Ben je niet digitaal actief, dan tel je eigenlijk niet mee. Je moet je digitale PR wel een beetje leuk voor elkaar hebben. Minimumvereiste is een persoonlijke site met allerlei wetenswaardigheden over jou: je favoriete merken, muziek, films, sport en niet te vergeten die paar honderd “vrienden”, met wie je uiteraard stuk voor stuk intensief contact onderhoudt.
Vanwaar deze lust voor aandacht? Vanwaar deze bijna ziekelijke neiging om de hele wereld te laten weten wie we zijn, wat we doen en wie we kennen? Ok, mensen zijn nu eenmaal sociale wezens. En digitale communicatie is een handig middel om met elkaar in contact te blijven. Maar er wordt naar mijn smaak wel erg veel digitale tamtam gemaakt. Door al die aandachttrekkerij blijft er volgens mij weinig aandacht voor de ander over.
Zelf ben ik een digitale dinosaurus. Het mag een wonder heten dat ik überhaupt op deze site sta. Ik doe niet aan Hyves en zit niet op Facebook, MySpace of LinkedIn. Ik sta gewoon in het telefoonboek. Ik heb geen iPhone en ook geen BlackBerry. Met mijn mobiele telefoon kan ik bellen en sms’en. Chatten doe ik zelden en twitteren nooit. Eerlijk gezegd interesseert het me ook niet echt wat iemand, die ik nauwelijks ken, aan het doen is. Digitaal geblaat is ook geblaat, toch?!
Kortom, ik heb het niet zo op al dat digitale gedoe. Aandacht is leuk, maar digitale aandacht is maar vluchtig. Geef mij maar persoonlijk contact, een ‘live’ gesprek met iemand, zonder scherm ertussen. Daar heb ik immers ook tijd voor nu ik geen tijd kwijt ben aan het updaten van allerlei profielen, het bijhouden van “vrienden”-lijsten en het continu uitzenden van signalen over mijn uiterst boeiende en avontuurlijke leven aan iedereen die het maar horen wil.
En wat heb ik hier dan te zoeken als pro Deo columnist op Funky Fish?! Nou, ik hou van schrijven en ik vind het hier best gezellig. En eerlijk is eerlijk, ik hou toch ook wel van een beetje aandacht. Een klein beetje maar.
Log in om te reageren.