Tijdens mijn vakantie in Zuid Frankrijk ben ik er achter gekomen dat ik nooit heel erg rijk wil worden. Als ik ooit toch per ongeluk miljonair word, dan vraag ik Bernard Madoff om een deel van mijn vermogen te beleggen.
Ik kreeg deze openbaring op een vakantiepark nabij St-Tropez. Daar had ik met een paar vrienden een prachtig vakantiehuis gehuurd op een villapark dat voornamelijk bevolkt werd door gepensioneerde huisartsen en piloten die hier hun tweede huisje hadden. Allen zeer beschaafde welgestelde mensen met de bekende Aerdenhoutse aardappel in de keel, die in iedere zin de woorden “zalig” en “golfhandicap” vaker gebruikten dan ik tot nu toe in mijn hele leven. Ze keken uitermate afkeurend naar die Flodders van bedenkelijk allooi, die de strandstoelen bij het zwembad bezet hielden en de omgeving bovendien gedecoreerd hadden met een grote stapel lege bierflesjes en andere troep. Tegen zoveel kilte en koude kak kon zelfs de Mediterrane zon niet op.
Uiteraard gingen we ook een dag naar St-Tropez. Dé decadente badplaats van Europa. De kleine haven lag vol met enorme boten die elk per meter meer kosten dan ik in mijn hele leven zal verdienen. Tussen deze enorme jachten lag ook een speedboot, waarmee je op een sloot in Nederland aardig de blits zou maken en die erg geschikt leek voor een afrekening in het criminele circuit in een Amsterdamse gracht (een zogenaamde drijf-by shooting). Maar tussen al dat “Loveboat” geweld was dit een sneu schuitje. Dus lachten wij de boot en zijn bemanning, die bestond uit een aantal grote, breedgeschouderde en met zonnebril en tatoeage versierde mannen, hartelijk uit. Tot ons oog viel op de Hollandse driekleur die achter de boot wapperde. Dus liepen we maar snel door, de andere jachten bewonderend.
Maar toch heeft het iets zieligs. Waarom zou je, als je zo rijk bent dat je vijftig miljoen uit kunt geven aan een boot, aan de boulevard van St-Tropez gaan liggen om tijdens het nuttigen van het door één van je dienstmeisjes geschonken kopje Senseo vol bewondering aangegaapt te worden door een stel roodverbrande Engelse toeristen? En zeker als je de nacht ervoor zuipend en snuivend hebt doorgebracht met een aantal bloedmooie fotomodellen, en je ’s ochtend met een door 26 flessen champagne beneveld hoofd je bed uit strompelt, dan zit je er toch niet op te wachten om op de foto gezet te worden door een bus bejaarde Duitsers? Als je zoveel geld hebt, dan laat je je toch lekker ergens op een bijna onbewoond eiland in de Stille Zuidzee masseren door een schaarsgeklede lokale schoonheid?
Dan kun je nog zo rijk zijn, het uitzicht vanaf de boulevard is veel mooier! Dan blijf ik wel gewoon met mijn beide benen op de grond staan!
Ik kreeg deze openbaring op een vakantiepark nabij St-Tropez. Daar had ik met een paar vrienden een prachtig vakantiehuis gehuurd op een villapark dat voornamelijk bevolkt werd door gepensioneerde huisartsen en piloten die hier hun tweede huisje hadden. Allen zeer beschaafde welgestelde mensen met de bekende Aerdenhoutse aardappel in de keel, die in iedere zin de woorden “zalig” en “golfhandicap” vaker gebruikten dan ik tot nu toe in mijn hele leven. Ze keken uitermate afkeurend naar die Flodders van bedenkelijk allooi, die de strandstoelen bij het zwembad bezet hielden en de omgeving bovendien gedecoreerd hadden met een grote stapel lege bierflesjes en andere troep. Tegen zoveel kilte en koude kak kon zelfs de Mediterrane zon niet op.
Uiteraard gingen we ook een dag naar St-Tropez. Dé decadente badplaats van Europa. De kleine haven lag vol met enorme boten die elk per meter meer kosten dan ik in mijn hele leven zal verdienen. Tussen deze enorme jachten lag ook een speedboot, waarmee je op een sloot in Nederland aardig de blits zou maken en die erg geschikt leek voor een afrekening in het criminele circuit in een Amsterdamse gracht (een zogenaamde drijf-by shooting). Maar tussen al dat “Loveboat” geweld was dit een sneu schuitje. Dus lachten wij de boot en zijn bemanning, die bestond uit een aantal grote, breedgeschouderde en met zonnebril en tatoeage versierde mannen, hartelijk uit. Tot ons oog viel op de Hollandse driekleur die achter de boot wapperde. Dus liepen we maar snel door, de andere jachten bewonderend.
Maar toch heeft het iets zieligs. Waarom zou je, als je zo rijk bent dat je vijftig miljoen uit kunt geven aan een boot, aan de boulevard van St-Tropez gaan liggen om tijdens het nuttigen van het door één van je dienstmeisjes geschonken kopje Senseo vol bewondering aangegaapt te worden door een stel roodverbrande Engelse toeristen? En zeker als je de nacht ervoor zuipend en snuivend hebt doorgebracht met een aantal bloedmooie fotomodellen, en je ’s ochtend met een door 26 flessen champagne beneveld hoofd je bed uit strompelt, dan zit je er toch niet op te wachten om op de foto gezet te worden door een bus bejaarde Duitsers? Als je zoveel geld hebt, dan laat je je toch lekker ergens op een bijna onbewoond eiland in de Stille Zuidzee masseren door een schaarsgeklede lokale schoonheid?
Dan kun je nog zo rijk zijn, het uitzicht vanaf de boulevard is veel mooier! Dan blijf ik wel gewoon met mijn beide benen op de grond staan!
Log in om te reageren.