“Dat lust ik niet…”, zeggen mijn twee broertjes in koor. Waaaat? Mijn heerlijke linzen-tomaten-taart met korst van speltmeel, dat lusten ze niet? En ik heb me er nog zo voor op het allerlaatste moment naar de reformzaak gehaast! Want dat was de enige plek waar je linzen kon kopen. Daarnaast duurde het klaarmaken ook nog twee uur! En nu lusten mijn broertjes het weer eens niet. Want zij houden niet van alto eten.
Boeh! Zo heb ik dus HELEMAAL geen zin om te koken voor m’n broertjes, wanneer ik weer eens thuis ben en m’n ouders gezellig samen uit eten zijn. “Kom op”, smeek ik. “Probeer een klein stukje dan.” M’n jongste broertje snijdt een minuscuul stukje van de hartige taart af. Eet één kruimel. Trekt een vies gezicht. “Yuk!”
Ik erger me zo, dat ik op het punt sta het volgende lied keihard te gaan zingen:
---------------------------
Het Vreemde Eten Lied
(op de wijs van een liedje uit de basisschoolmusical van m’n zusje)
Linzen, tofu, vlierbloemsap,
honingbrood en rijstepap,
valt toch best wel mee?
Soja, quiche, groentesoufflé,
pindasoep, paksoipuree,
bij alles zeg je nee!
’t Was zoveel werk, doe niet zo flauw,
“dat lust ik echt niet”,
da’s irri van jou.
Pizza, flensjes en patat,
en qua snoep van alles wat,
dat lust je elke keer.
Maar als ’t maar iets alto is,
is er direct van alles mis,
dan eet je echt niks meer!
’t Is lekker, heus, doe niet zo flauw,
“dat lust ik echt niet”
probeer het nou…
-----------------------
Maar ik houd m’n mond. “Zo kook ik echt nooit meer voor jullie”, zeg ik alleen maar. “Da’s goed”, zeggen m’n broertjes. “Mogen we dan een pizza halen?” Zucht. Okee, goed dan. Na al dit gekibbel wil ik ook alleen nog maar pizza. Dan heb ik een idee. “Zullen we zelf pizza maken? Dan maken we verschillende stukjes…Dan kun je ’t net zo alto maken als je zelf wil!”
Boeh! Zo heb ik dus HELEMAAL geen zin om te koken voor m’n broertjes, wanneer ik weer eens thuis ben en m’n ouders gezellig samen uit eten zijn. “Kom op”, smeek ik. “Probeer een klein stukje dan.” M’n jongste broertje snijdt een minuscuul stukje van de hartige taart af. Eet één kruimel. Trekt een vies gezicht. “Yuk!”
Ik erger me zo, dat ik op het punt sta het volgende lied keihard te gaan zingen:
---------------------------
Het Vreemde Eten Lied
(op de wijs van een liedje uit de basisschoolmusical van m’n zusje)
Linzen, tofu, vlierbloemsap,
honingbrood en rijstepap,
valt toch best wel mee?
Soja, quiche, groentesoufflé,
pindasoep, paksoipuree,
bij alles zeg je nee!
’t Was zoveel werk, doe niet zo flauw,
“dat lust ik echt niet”,
da’s irri van jou.
Pizza, flensjes en patat,
en qua snoep van alles wat,
dat lust je elke keer.
Maar als ’t maar iets alto is,
is er direct van alles mis,
dan eet je echt niks meer!
’t Is lekker, heus, doe niet zo flauw,
“dat lust ik echt niet”
probeer het nou…
-----------------------
Maar ik houd m’n mond. “Zo kook ik echt nooit meer voor jullie”, zeg ik alleen maar. “Da’s goed”, zeggen m’n broertjes. “Mogen we dan een pizza halen?” Zucht. Okee, goed dan. Na al dit gekibbel wil ik ook alleen nog maar pizza. Dan heb ik een idee. “Zullen we zelf pizza maken? Dan maken we verschillende stukjes…Dan kun je ’t net zo alto maken als je zelf wil!”
Log in om te reageren.