Twee weken na mijn 16e verjaardag viel er een kaart in de bus. Zo’n kaart met een ongebruikelijk kleurtje; rood in dit geval...Mijn eerste echte Valentijnskaart. Ik keek nog even goed naar de naam en het adres op de kaart en jawel, het was toch echt voor mij en niet voor de buurjongen. Wat een spannend moment!
Ik had reeds 1 keer eerder ‘liefdespost’ gekregen, maar dat was van een meisje die ik met de zomervakantie had ontmoet, een Deense, die per se mijn adres wilde en mij 2 weken na de vakantie een kaart stuurde met het smekende verzoek haar terug te schrijven. Maar nietszoals dit: een Valentijnskaart met een echte liefdesverklaring van een meisje!
Ik zocht naar een naam onderaan de tekst. Geen naam. Het handschrift was een
meisjeshandschrift. Maar verder kon ik er niet wijs uit worden. Geen hints die me iets zeiden, behalve dat het iemand was die mij regelmatig kon zien; een lokale meid dus. In mijn hoofd passeerden diverse namen de revue. Zij zou het misschien kunnen zijn, maar wil ik dat weten? Ik hoop dat die of die het is, maar als ik dat moet gaan vragen en het antwoord is nee, dan is eeuwige schande mijn deel..!
De tienerzenuwen waren mij de baas, maar dat was eigenlijk altijd wel zo. Ik was net een beetje aan het ontdekken dat er warempel meisjes bestonden die in mij geinteresseerd konden zijn. Een wonder an sich in mijn onzekere wereld. Maar een afgang besparen was prioriteit nummer 1, en in deze pre-internettijd waren er weinig middelen beschikbaar om erachter te komen wie je stille aanbidder was, zonder sociale connecties of roddel.
Ik deed verwoede pogingen bij degenen die ik verdacht om, zonder dus direct de vraag te stellen, erachter te komen wie de dader was.Mijn netwerk onder meisjes was niet groot, dus de roddels bereikten mij niet. Er meldde zich niemand. Ik kwam er niet achter.
Na een paar maanden was ik over de initiele onzekerheid heen en durfde twee meisjes de vraag te stellen. Zij waren eigenlijk de enige twee die ik nog verdacht. Beide waren stellig in hun antwoord: Nee, ik was het niet. Gelukkig kwam er geen gezichtsuitdrukking vol walging, zoals tieners dat kunnen doen op wrede wijze in vergelijkbare gevallen.
Ik heb de kaart bewaard en kwam deze tegen tijdens het opruimen vorige week. Het is 30 jaar later en nog steeds weet ik niet wie de verzender was. Ergens knaagt het nog en dat is ook het mooie aan de originele Valentijnsdag: de dag dat je anoniem de liefde verklaart aan iemand. Het is een soort Cluedo waarbij je zelf het slachtoffer bent.
Ik overweeg om de kaart op te sturen naar een DNA-lab en een genetisch onderzoeksteam voor een familiar onderzoek.
Ik had reeds 1 keer eerder ‘liefdespost’ gekregen, maar dat was van een meisje die ik met de zomervakantie had ontmoet, een Deense, die per se mijn adres wilde en mij 2 weken na de vakantie een kaart stuurde met het smekende verzoek haar terug te schrijven. Maar nietszoals dit: een Valentijnskaart met een echte liefdesverklaring van een meisje!
Ik zocht naar een naam onderaan de tekst. Geen naam. Het handschrift was een
meisjeshandschrift. Maar verder kon ik er niet wijs uit worden. Geen hints die me iets zeiden, behalve dat het iemand was die mij regelmatig kon zien; een lokale meid dus. In mijn hoofd passeerden diverse namen de revue. Zij zou het misschien kunnen zijn, maar wil ik dat weten? Ik hoop dat die of die het is, maar als ik dat moet gaan vragen en het antwoord is nee, dan is eeuwige schande mijn deel..!
De tienerzenuwen waren mij de baas, maar dat was eigenlijk altijd wel zo. Ik was net een beetje aan het ontdekken dat er warempel meisjes bestonden die in mij geinteresseerd konden zijn. Een wonder an sich in mijn onzekere wereld. Maar een afgang besparen was prioriteit nummer 1, en in deze pre-internettijd waren er weinig middelen beschikbaar om erachter te komen wie je stille aanbidder was, zonder sociale connecties of roddel.
Ik deed verwoede pogingen bij degenen die ik verdacht om, zonder dus direct de vraag te stellen, erachter te komen wie de dader was.Mijn netwerk onder meisjes was niet groot, dus de roddels bereikten mij niet. Er meldde zich niemand. Ik kwam er niet achter.
Na een paar maanden was ik over de initiele onzekerheid heen en durfde twee meisjes de vraag te stellen. Zij waren eigenlijk de enige twee die ik nog verdacht. Beide waren stellig in hun antwoord: Nee, ik was het niet. Gelukkig kwam er geen gezichtsuitdrukking vol walging, zoals tieners dat kunnen doen op wrede wijze in vergelijkbare gevallen.
Ik heb de kaart bewaard en kwam deze tegen tijdens het opruimen vorige week. Het is 30 jaar later en nog steeds weet ik niet wie de verzender was. Ergens knaagt het nog en dat is ook het mooie aan de originele Valentijnsdag: de dag dat je anoniem de liefde verklaart aan iemand. Het is een soort Cluedo waarbij je zelf het slachtoffer bent.
Ik overweeg om de kaart op te sturen naar een DNA-lab en een genetisch onderzoeksteam voor een familiar onderzoek.
Log in om te reageren.