Een van de voordelen van het single zijn, is dat je niet meegenomen wordt op een gevaarlijke safari: het shoppen naar kleding. Je zult niet de vraag krijgen van de Ander of zij er dik uit ziet in die broek, en je woorden worden ook niet in een weegschaal gewogen als je commentaar moet geven hoe haar ogen matchen met de trui. Ik mag dus gewoon zelf kleren winkelen, met wie ik wil en wanneer ik wil. Dat kwam er in dit geval op uit dat ik alleen ging: Maik de Boer heeft mijn Facebook-vriendschapsvoorstel nog steeds niet geaccepteerd en Stella McCartney had al wat te doen, dus helaas.
En zo kwam het dat ik in een pashok, zonder enige vorm van mode-back-up, een sweater stond te passen. Was ik helemaal van een second opinion verstoken? Nee, een klein deel van mij bood hevig verzet. Het ijs was gebroken.
Ik1: Weet je het zeker?
Ik2: Ik zit eigenlijk te twijfelen. Wat denk jij er van?
Ik1: Ik zal het maar gewoon zo zeggen zeg maar: nee, je bent niet dik. Maar in deze kleding wel.
Ik2: O. En is dit corduroy vestje dan beter?
Ik1: Ik dacht het niet. Ik weet dat je het probeert, maar bohemién, dat is gewoon niet jij! Elke keer dat ik in de spiegel kijk als jij het probeert, dan denk ik “jij draagt de kleren van wie jij niet bent.”
Ik1: Iets meer post-modern retro dan?
Ik2: Net als de vorige keer, toen jij die trui zag hangen in je garderobekast en je het niet aanwilde doen, omdat je dacht dat je vader guerrilla-style zijn oude kleding daar kwijt moest? O, en voordat je het vraagt: Nee, geen V-halzen. En daar ga ik niet over in discussie.
En zo kwam het dat ik met een nieuwe zwarte wegzinktrui de winkel uitliep. Zwart staat altijd wel ergens goed bij, en op bontgekleurde feestjes kan ik me nog altijd voordoen als de schaduw van de kast.
Maar elke keer neem ik me voor wél iets modieus te nemen, iets gewaagd. Toch maar even vragen of Maik écht geen FB-vriend wil worden.
En zo kwam het dat ik in een pashok, zonder enige vorm van mode-back-up, een sweater stond te passen. Was ik helemaal van een second opinion verstoken? Nee, een klein deel van mij bood hevig verzet. Het ijs was gebroken.
Ik1: Weet je het zeker?
Ik2: Ik zit eigenlijk te twijfelen. Wat denk jij er van?
Ik1: Ik zal het maar gewoon zo zeggen zeg maar: nee, je bent niet dik. Maar in deze kleding wel.
Ik2: O. En is dit corduroy vestje dan beter?
Ik1: Ik dacht het niet. Ik weet dat je het probeert, maar bohemién, dat is gewoon niet jij! Elke keer dat ik in de spiegel kijk als jij het probeert, dan denk ik “jij draagt de kleren van wie jij niet bent.”
Ik1: Iets meer post-modern retro dan?
Ik2: Net als de vorige keer, toen jij die trui zag hangen in je garderobekast en je het niet aanwilde doen, omdat je dacht dat je vader guerrilla-style zijn oude kleding daar kwijt moest? O, en voordat je het vraagt: Nee, geen V-halzen. En daar ga ik niet over in discussie.
En zo kwam het dat ik met een nieuwe zwarte wegzinktrui de winkel uitliep. Zwart staat altijd wel ergens goed bij, en op bontgekleurde feestjes kan ik me nog altijd voordoen als de schaduw van de kast.
Maar elke keer neem ik me voor wél iets modieus te nemen, iets gewaagd. Toch maar even vragen of Maik écht geen FB-vriend wil worden.
Log in om te reageren.