Al bijna een jaar lang moet ik op dinsdag kleuters natuuronderwijs geven. Omdat ik nauwelijks het verschil weet tussen een zonnebloem en een graspol vond ik het al bij aanvang van de klus niet zo’n geschikt idee. Al gauw bleek dat ik ook helemaal niet het verschil tussen een zonnebloem en een graspol hoefde te kennen. De kinderen die ik trof weten niet eens wat een graspol is. En een zonnebloem heeft sowieso te veel lettergrepen.
Dus oefen ik week aan week woordkaartjes. Na een week of zes lukte het me eindelijk om ook de laatste kleuters te laten begrijpen dat een boerderij geen boerin is en een boer geen boerderij. Een boerin is ook geen boer. En een boer geen boerin. Olifanten wonen niet op de boerderij, en ook leeuwen zien we daar niet. Ik oefende liedjes met ze en liet ze allerlei filmpjes zien van kinderen op een boerderij. Fascinerend! Vooral die boerderij… eh… boer… boerin op de tractor was een ware openbaring.
Daarna waren de vogels aan de beurt. Een koolmees, een roodborstje, een specht, een merel, een mus en een duif. Met grote ogen zaten ze te luisteren naar geluidsopnames van de verschillende vogeltjes. En hingen ze zoveel pindakettingen in de schooltuin dat alle vogels in de wijde omtrek sindsdien obesitas hebben. De kleuters genieten. Ze vertellen me als ik binnenkom dat ze een koolmeester hebben gezien die week. Of dat er meeskolen (merels) op het plein waren. En die vogel die in bomen bijt heet toch een specht?
Ik laat ze foto’s maken van de schooltuin. Alles wat met voorjaar te maken heeft zetten ze erop. Ook stoeptegels, dorre takken en rotte paprika. Super blij wijzen ze de voorjaarsbloemen aan die ze dankzij mij van naam kunnen voorzien. En als ik ze vraag hoe het toch komt dat er zoveel tulpen in de tuin staan leggen ze geen verband tussen de honderd bollen die zij hebben ingegraven en de bloemen die maanden later staan te bloeien. Als ik ze vertel dat ze het zelf hebben gedaan voelen ze zich een soort magiërs en willen elke bloem op de foto hebben.
En dan gaan we via een live stream een paar vogels volgen die gaan nestelen. Ik vertel ze dat het best kan dat een vogeltje geen eitjes legt. Of dat de ooievaar per ongeluk een jong uit zijn nest kan kiepen. Of dat de koolmees wordt opgegeten door een kat. Ze vinden het bere interessant kijken met grote ogen naar de vogeltjes die in en uit vliegen. Een week later vraag ik ze of ze nog weten wat ze hebben gezien. Één jongetje steekt heel blij zijn vinger op. Hij vertelt over de merel op zijn nest, de ooievaars en de koolmeesjes. Zijn vriendje knikt heel blij. “Juf! Ik vind het zo leuk! Dat we ze zien! Ook als de kat ze opeet!”
Maffe lenteliedjes met kinderen? Probeer Tijl Damen eens met: Zaadje zaadje in de grond. Of: Lente in je bol. (met clip!)
Dus oefen ik week aan week woordkaartjes. Na een week of zes lukte het me eindelijk om ook de laatste kleuters te laten begrijpen dat een boerderij geen boerin is en een boer geen boerderij. Een boerin is ook geen boer. En een boer geen boerin. Olifanten wonen niet op de boerderij, en ook leeuwen zien we daar niet. Ik oefende liedjes met ze en liet ze allerlei filmpjes zien van kinderen op een boerderij. Fascinerend! Vooral die boerderij… eh… boer… boerin op de tractor was een ware openbaring.
Daarna waren de vogels aan de beurt. Een koolmees, een roodborstje, een specht, een merel, een mus en een duif. Met grote ogen zaten ze te luisteren naar geluidsopnames van de verschillende vogeltjes. En hingen ze zoveel pindakettingen in de schooltuin dat alle vogels in de wijde omtrek sindsdien obesitas hebben. De kleuters genieten. Ze vertellen me als ik binnenkom dat ze een koolmeester hebben gezien die week. Of dat er meeskolen (merels) op het plein waren. En die vogel die in bomen bijt heet toch een specht?
Ik laat ze foto’s maken van de schooltuin. Alles wat met voorjaar te maken heeft zetten ze erop. Ook stoeptegels, dorre takken en rotte paprika. Super blij wijzen ze de voorjaarsbloemen aan die ze dankzij mij van naam kunnen voorzien. En als ik ze vraag hoe het toch komt dat er zoveel tulpen in de tuin staan leggen ze geen verband tussen de honderd bollen die zij hebben ingegraven en de bloemen die maanden later staan te bloeien. Als ik ze vertel dat ze het zelf hebben gedaan voelen ze zich een soort magiërs en willen elke bloem op de foto hebben.
En dan gaan we via een live stream een paar vogels volgen die gaan nestelen. Ik vertel ze dat het best kan dat een vogeltje geen eitjes legt. Of dat de ooievaar per ongeluk een jong uit zijn nest kan kiepen. Of dat de koolmees wordt opgegeten door een kat. Ze vinden het bere interessant kijken met grote ogen naar de vogeltjes die in en uit vliegen. Een week later vraag ik ze of ze nog weten wat ze hebben gezien. Één jongetje steekt heel blij zijn vinger op. Hij vertelt over de merel op zijn nest, de ooievaars en de koolmeesjes. Zijn vriendje knikt heel blij. “Juf! Ik vind het zo leuk! Dat we ze zien! Ook als de kat ze opeet!”
Maffe lenteliedjes met kinderen? Probeer Tijl Damen eens met: Zaadje zaadje in de grond. Of: Lente in je bol. (met clip!)
Log in om te reageren.