Waaah! Ik ben zo zenuwachtig! Helemaal bibberig van de zenuwen (en van de naaldhakken) verlaat ik de kleedkamer en loop de zaal van de tv-studio in, knipperend tegen de spotlights. Het publiek klapt en de camera zoomt genadeloos in op m’n gezicht.
Dankzij de makeup artist zitten er drie lagen make-up op m’n gezicht. En dankzij de stylist heb ik ongemakkelijke kleren aan die ik normaal nooit zou dragen. Nu voel ik me nog minder blij met m’n uiterlijk dan gewoonlijk. Maar misschien was dat ook de bedoeling... De presentator schreeuwt dwars door m’n gedachten heen:“Welkom bij Who Compares! Waar de deelnemers zichzelf afkraken en vergelijken, in de race om een make-over op een tropisch eiland!”
Terwijl ik naar het podium loop en bijna omval op m’n 14-centimeter hoge naaldhakken, bekijk ik de andere twee deelnemers van top tot teen. Een modieuze vrouw van in de dertig en een zeer aantrekkelijke vrouw waarvan de leeftijd moeilijk te schatten is. Oh oh. En ik ben een onvolwassen studentje van 1,63 met puistjes van stress. Daar kan ik nooit tegen op. “En het publiek heeft gestemd”, schreeuwt de presentator. “Deze ronde gaat over ‘Looks’!”
Ik luister niet terwijl de dertigjarige vrouw zichzelf begint af te kraken door zich met de andere vrouw te vergelijken. Nee, ik kijk naar hoe mooi lang en slank zij is. Waarom heb ik niet van die suuuperlange, superslanke benen? Of zo’n maatje 34? Dan is de andere vrouw aan de beurt. Wauw, zij heeft echt supermooi haar...lang dik haar, van nature goudblond. Mijn haar is nu witblond, maar wie weet is het morgen pimpelpaars. Of diepblauw. Of knalrood, à la Pippi Langkous. Dan is dat saaie donkerblond lekker verstopt. Waarom zie ik er niet uit zoals zij?
Maar opeens denk ik aan hoe mijn beste vriendin een paar dagen geleden reageerde toen ik haar een handige tip gaf over hoe je studiestof beter kunt onthouden. Ze keek opeens heel beteuterd. “Wat is er?”, vroeg ik. “Waarom kom jij wel altijd op op dat soort dingen en ik nooit?”, zei ze.
“En de beurt is aan Solveig!”, roept de presentator. “Kan zij die score verbeteren?” Heel snel denk ik aan alle duizenden manieren waarop ik mezelf afkraak. Maar dan weet wat ik moet doen. “Nee”, zeg ik, de naaldhakken uittrappend. “Ik ga mezelf niet meer met iemand anders vergelijken. En niemand hoeft zich met mij te vergelijken. Ik kap ermee!” Dan loop ik de zaal uit.
Dankzij de makeup artist zitten er drie lagen make-up op m’n gezicht. En dankzij de stylist heb ik ongemakkelijke kleren aan die ik normaal nooit zou dragen. Nu voel ik me nog minder blij met m’n uiterlijk dan gewoonlijk. Maar misschien was dat ook de bedoeling... De presentator schreeuwt dwars door m’n gedachten heen:“Welkom bij Who Compares! Waar de deelnemers zichzelf afkraken en vergelijken, in de race om een make-over op een tropisch eiland!”
Terwijl ik naar het podium loop en bijna omval op m’n 14-centimeter hoge naaldhakken, bekijk ik de andere twee deelnemers van top tot teen. Een modieuze vrouw van in de dertig en een zeer aantrekkelijke vrouw waarvan de leeftijd moeilijk te schatten is. Oh oh. En ik ben een onvolwassen studentje van 1,63 met puistjes van stress. Daar kan ik nooit tegen op. “En het publiek heeft gestemd”, schreeuwt de presentator. “Deze ronde gaat over ‘Looks’!”
Ik luister niet terwijl de dertigjarige vrouw zichzelf begint af te kraken door zich met de andere vrouw te vergelijken. Nee, ik kijk naar hoe mooi lang en slank zij is. Waarom heb ik niet van die suuuperlange, superslanke benen? Of zo’n maatje 34? Dan is de andere vrouw aan de beurt. Wauw, zij heeft echt supermooi haar...lang dik haar, van nature goudblond. Mijn haar is nu witblond, maar wie weet is het morgen pimpelpaars. Of diepblauw. Of knalrood, à la Pippi Langkous. Dan is dat saaie donkerblond lekker verstopt. Waarom zie ik er niet uit zoals zij?
Maar opeens denk ik aan hoe mijn beste vriendin een paar dagen geleden reageerde toen ik haar een handige tip gaf over hoe je studiestof beter kunt onthouden. Ze keek opeens heel beteuterd. “Wat is er?”, vroeg ik. “Waarom kom jij wel altijd op op dat soort dingen en ik nooit?”, zei ze.
“En de beurt is aan Solveig!”, roept de presentator. “Kan zij die score verbeteren?” Heel snel denk ik aan alle duizenden manieren waarop ik mezelf afkraak. Maar dan weet wat ik moet doen. “Nee”, zeg ik, de naaldhakken uittrappend. “Ik ga mezelf niet meer met iemand anders vergelijken. En niemand hoeft zich met mij te vergelijken. Ik kap ermee!” Dan loop ik de zaal uit.
Log in om te reageren.