In mijn eerste column heb ik me gepresenteerd als godsdienstjuf. Dat is een risico. Godsdienstjuffen hebben meestal geen funky imago. Om een godsdienstjuf te zijn en in je vrije tijd ook nog eens funky columns te schrijven op een funky community- en datingsite, is geen gemakkelijke opgave.
Sowieso is jezelf een funky imago aanmeten én dat hoog kunnen houden geen gemakkelijke opgave. Dat geldt voor iedereen. Maar het schijnt wel uitermate belangrijk te zijn in onze maatschappij. Om serieus genomen te worden, moet je er vooral niet te serieus uitzien.
Over het algemeen genomen, nemen godsdienstjuffen het leven redelijk serieus. Zo ook ik. Dus het in stand houden van mijn funky imago, zonder al te veel naar het serieuze te neigen, is voor mij redelijk ingewikkeld, om eerlijk te zijn. Als godsdienstjuf is het één van mijn taken om de kinderen die ik les geef er op te wijzen dat het leven om veel meer draait dan uiterlijkheden. Je zou het dus hypocriet kunnen noemen dat ik een hele column wijd aan mijn imago. Echter, een imago omvat veel meer dan enkel uiterlijk vertoon.
Als je het hebt over een imago, gaat het niet in de eerste plaats om hoe je er uit ziet, maar vooral om wat je uitstraalt. Dat geldt ook voor de christelijke imago’s. Want, laten we eerlijk zijn: de Goede Herder houdt evenveel van elk schaapje, maar de schaapjes vinden het wel fijn als de kudde niet bedekt wordt onder een laagje stof. De schaapjes zijn tenslotte niet van de wei, maar staan wel in de wei. Van stoffige imago’s worden we als schaapjes niet zo blij.
Daarom heb ik mezelf, als funky godsdienstjuf, maar een stijlvol jurkje aangemeten. Overigens is het betreffende stijlvolle jurkje zonder decolleté. Je weet tenslotte nooit hoe funky “christelijk funky” mag zijn, naar de mening van de zo vele verschillende schaapjes in de kudde van de Goede Herder. Als het om onthullen gaat, kies ik dan het liefst de veilige weg en houd het, zoals het een ware godsdienstjuf betaamt, maar bij het helpen onthullen van de Weg.
Na de aanschaf van mijn stijlvolle jurkje, heb ik uit de oude verkleedkist op zolder mijn cape opgevist. Dat paarse lapje stamt nog uit de tijd dat ik de wereld probeerde te verbeteren door Alida Fantastica te zijn. Zij kon oceanen over vliegen en was zelfs nog sterker dan Superman. In die tijd had ik nog geen stijlvol jurkje, geen imago en geen baantje als godsdienstjuf nodig. Toen had ik aan mijn paarse cape genoeg.
Vol goede moed, heb ik het stof van mijn cape afgeklopt en hem om mijn hals geknoopt. Maar het heeft niet geholpen. Ik kan geen oceanen meer over vliegen. Tegenwoordig beperk ik me tot het vliegen van de ene naar de andere afspraak. Of de wereld daar nou beter van wordt, blijft voor mij een grote vraag. Wat ik wel zeker weet, is dat het niet zo goed is voor mijn imago. Mijn ogen gaan wat dof staan, mijn gedachten lopen traag en wat ik vooral uitstraal is vermoeidheid. Ondanks alle moeite die ik heb gedaan, moet ik me er wellicht gewoon maar bij neerleggen. Misschien kunnen godsdienstjuffen gewoon niet funky en populair zijn.
Aan de andere kant, Sinterklaas hult zich ook al jaren in een (rode) cape, hij vliegt ook van de ene naar de andere afspraak en hij is nog steeds populair. In ieder geval bij kinderen. Na mijn mislukte poging om het funky imago van godsdienstjuf Alida hoog te houden, neem ik deze goedheiligman dan maar als voorbeeld. Het is misschien een lapje voor het bloeden, maar schijnbaar hebben sommige mensen om populair te zijn veel meer dan een lapje niet nodig. Die Sinterklaas is zo gek nog niet!
Sowieso is jezelf een funky imago aanmeten én dat hoog kunnen houden geen gemakkelijke opgave. Dat geldt voor iedereen. Maar het schijnt wel uitermate belangrijk te zijn in onze maatschappij. Om serieus genomen te worden, moet je er vooral niet te serieus uitzien.
Over het algemeen genomen, nemen godsdienstjuffen het leven redelijk serieus. Zo ook ik. Dus het in stand houden van mijn funky imago, zonder al te veel naar het serieuze te neigen, is voor mij redelijk ingewikkeld, om eerlijk te zijn. Als godsdienstjuf is het één van mijn taken om de kinderen die ik les geef er op te wijzen dat het leven om veel meer draait dan uiterlijkheden. Je zou het dus hypocriet kunnen noemen dat ik een hele column wijd aan mijn imago. Echter, een imago omvat veel meer dan enkel uiterlijk vertoon.
Als je het hebt over een imago, gaat het niet in de eerste plaats om hoe je er uit ziet, maar vooral om wat je uitstraalt. Dat geldt ook voor de christelijke imago’s. Want, laten we eerlijk zijn: de Goede Herder houdt evenveel van elk schaapje, maar de schaapjes vinden het wel fijn als de kudde niet bedekt wordt onder een laagje stof. De schaapjes zijn tenslotte niet van de wei, maar staan wel in de wei. Van stoffige imago’s worden we als schaapjes niet zo blij.
Daarom heb ik mezelf, als funky godsdienstjuf, maar een stijlvol jurkje aangemeten. Overigens is het betreffende stijlvolle jurkje zonder decolleté. Je weet tenslotte nooit hoe funky “christelijk funky” mag zijn, naar de mening van de zo vele verschillende schaapjes in de kudde van de Goede Herder. Als het om onthullen gaat, kies ik dan het liefst de veilige weg en houd het, zoals het een ware godsdienstjuf betaamt, maar bij het helpen onthullen van de Weg.
Na de aanschaf van mijn stijlvolle jurkje, heb ik uit de oude verkleedkist op zolder mijn cape opgevist. Dat paarse lapje stamt nog uit de tijd dat ik de wereld probeerde te verbeteren door Alida Fantastica te zijn. Zij kon oceanen over vliegen en was zelfs nog sterker dan Superman. In die tijd had ik nog geen stijlvol jurkje, geen imago en geen baantje als godsdienstjuf nodig. Toen had ik aan mijn paarse cape genoeg.
Vol goede moed, heb ik het stof van mijn cape afgeklopt en hem om mijn hals geknoopt. Maar het heeft niet geholpen. Ik kan geen oceanen meer over vliegen. Tegenwoordig beperk ik me tot het vliegen van de ene naar de andere afspraak. Of de wereld daar nou beter van wordt, blijft voor mij een grote vraag. Wat ik wel zeker weet, is dat het niet zo goed is voor mijn imago. Mijn ogen gaan wat dof staan, mijn gedachten lopen traag en wat ik vooral uitstraal is vermoeidheid. Ondanks alle moeite die ik heb gedaan, moet ik me er wellicht gewoon maar bij neerleggen. Misschien kunnen godsdienstjuffen gewoon niet funky en populair zijn.
Aan de andere kant, Sinterklaas hult zich ook al jaren in een (rode) cape, hij vliegt ook van de ene naar de andere afspraak en hij is nog steeds populair. In ieder geval bij kinderen. Na mijn mislukte poging om het funky imago van godsdienstjuf Alida hoog te houden, neem ik deze goedheiligman dan maar als voorbeeld. Het is misschien een lapje voor het bloeden, maar schijnbaar hebben sommige mensen om populair te zijn veel meer dan een lapje niet nodig. Die Sinterklaas is zo gek nog niet!
Log in om te reageren.