Blog
Wat is van waarde?
Door datingsite- en communitylid
Adriano
31-01-2024 19:36 | bekeken:
215 | funked:
6 | reacties:
1
Soms gebeurt het in mijn leven dat ik van die dagen heb waarin veel dingen die gebeuren samenvallen. Zo was ik in het begin van dit jaar op zoek naar bevestiging van wat ik deed, en kreeg die van verschillende kanten overigens zonder er in alle gevallen naar gevraagd te hebben. De voorbije week, zette dat zich voort in een prachtige bevestiging door een collega over hoe zij mij zag.
Tegelijkertijd ben ik een boek aan het lezen (hoe kan het ook anders) van Olaf ten Napel, het heet ‘Levensadem’ met als subtitel ‘leven vanuit Gods scheppingsplan’ met zandtekeningen van Rosa van der Vijver. Ik kreeg het voor mijn verjaardag en nadat ik geboeid het eerste hoofdstuk had gelezen waarin het ging over ‘Zuurstof’, wil ik nu iets over hoofdstuk 2 vertellen wat gaat over ‘Waarde’.
De schrijver stelt de vraag: ‘Als jij jezelf zou vergelijken met een schilderij, wat voor schilderij ben je dan? Zie jij jezelf als waardevol, of waardeloos? Ben jij een meesterwerk van God, of ben je niets meer dan een bekrast en beschadigd schilderij? We leven in een wereld waarin mensen vaak een nogal somber beeld hebben van wie we zijn. Wie en wat wij zijn laten we grotendeels afhangen van wat de mensen zeggen dat we zijn. Mensen die ons snel even komen keuren en dan vanuit hun eigen criteria beoordelen hoeveel we waard zijn. Wat zijn we gevoelig voor hun mening. Vanuit onze twijfel over onszelf en onze diepe hunkering geliefd te zijn, stellen we ons hart open voor de woorden van de mensen om ons heen. Komen de complimenten die we hopen te krijgen niet genoeg, dan worden we onzeker en voelen ons rot. We vragen ons dan af: ‘Ben ik eigenlijk wel wat waard? Tel ik wel mee? Of ben ik gewoon een goedkoop schilderij?’ Wie herinnert zich niet een moment waarop iemand je beoordeelde op een manier die je onzeker heeft gemaakt? Zelfs een oordeel van lang geleden kan zomaar tussen je oren gaan zitten en invloed hebben op hoe je naar jezelf kijkt vandaag.’
Een heel verhaal, en naast de collega van het compliment, was er iemand die mij niet zag. En dat was een teleurstelling. Niet dat ik er minder door sliep, gelukkig niet. Maar het houdt mij wel bezig. En toen las ik dus dit hoofdstuk ‘Waarde’, en het eindigt met wat de schrijver zich afvraagt: ‘‘Wat als de mensen me niet meer zullen zien staan? Wat als het niet lukt, een andere weg in te slaan? Wat als ik betrapt word en de mensen zien dat ik eigenlijk nooit echt iets ben geweest? Houden de mensen dan nog steeds van me?’ Na al die jaren laat de vraag naar wat ik waard ben me blijkbaar nog niet los, of ik nou word afgekeurd of goedgekeurd.’
Om vervolgens te antwoorden: ‘Wanneer je de waarde van een schilderij wilt bepalen is het belangrijk dat je niet zomaar iedere voorbijganger gelooft. Je moet te rade gaan bij de echte experts. Kenners die kijken voorbij de oppervlakte en zien welke oorspronkelijke schoonheid er in het schilderij verborgen ligt. Als beelddragers van God zijn wij net als schilderijen. Levende schilderijen, gemaakt door God. ( …. ) God weet van onze mislukkingen en schaamte, maar ook van onze prestaties en successen. Maar in het scheppingsverhaal gaat het hier niet om. Veel dieper dan onze successen en mislukkingen spreekt de stem over oorspronkelijke schoonheid die in ons ligt. Het zegt dat God zelf ons heeft uitgekozen en gewild. Het zegt dat wij vanuit Gods liefde tot leven zijn gewekt. We zijn Gods zoons en dochters. Gods evenbeeld zijn wij. De handtekening van onze Maker staat over ons leven geschreven. Ieder mens is net als een prachtig schilderij, het duurste schilderij ooit gekocht.’
Tenslotte schrijft hij: ‘Wat zou het een verschil maken als wij dit gaan zien. Als wij onszelf gaan waarderen zoals God ons waardeert. Als wij onszelf zouden bezien door de ogen van onze Maker. Wat zou de wereld mooi worden, wanneer wij in staat zouden zijn om die acceptatie ook uit te spreken over onze medemens. Onze medemens, aan wie we ons soms storen. Die we soms naar beneden praten, om onszelf naar boven te praten. Wat zou het bevrijdend zijn als dat niet meer nodig is. Zou het ons lukken om Gods scheppende woorden te spreken over de mensen die dichtbij ons staan? Zouden we vandaag nog iemand kunnen bemoedigen door te vertellen dat er een oorspronkelijke schoonheid in hem of haar verborgen ligt? Wat zou diegene zich mooi voelen.’