Blog
Hoe ik met bemoeizucht ‘groot’ werd.
Door datingsite- en communitylid
Adriano
30-07-2022 11:51 | bekeken:
212 | funked:
4 | reacties:
2
De menselijke aard, mijn menselijk aard is een wonderlijk gegeven zo ontdek ik keer op keer. Lees ik in het boek * dat deze vakantie mijn dagen begeleidt, iedere dag één of twee hoofdstukken. Het zet aan tot nadenken over mezelf en ….. schrijven, welk cadeau ik dankbaar uitpak.
Oplossingen beginnen steevast in mijn denken. En dan vooral die waarbij ik de grenzen van anderen tegenkom. Gisteren stopte ik die (vorige blog) door deze bij God neer te leggen in totale afhankelijkheid. De overgave die erin zit om te vertrouwen dat God alles zal recht zetten. Het is vertrouwen dat ik niet alleen heel weinig weet over het leven, maar ook vertrouwen dat er ontelbaar veel meer mogelijkheden zijn waarop God tussen mij en de ander komt. Door die wijsheid bij God neer te leggen opent dit een heel nieuw besef van vrijheid. Vrijheid om te zijn ipv zelf op te willen lossen. Vertrouwen ook dat God werkt in mij en de ander op, en dat is het lastige, een manier waar ik geen controle over heb. Dus in die kleine daad van overgave aan Hem, in afhankelijk durven zijn zit een heel scala aan gevolgen. De laatste bij controle gaat ook over loslaten. Loslaten dat ik zelf mijn leven wil sturen. Vertrouwen op zijn Heilige Geest die mij leidt.
Het boek * dat ik lees bepaalde mij opnieuw op mijn beperkingen waar het om inzicht gaat. Er staat: ‘De kleinste fouten van anderen kritiseren we, maar onze eigen grote fouten zien we over het hoofd. We ervaren en merken sterk wat anderen ons aandoen; daar zijn we best wel vaak mee bezig. Maar wat wij anderen aandoen, en hoeveel last anderen daarvan hebben merken we niet. Wie een keer goed naar zichzelf kijkt en zijn eigen gedrag onder een vergrootglas legt, zal niet meer zo snel en niet meer zo hard oordelen.’
Ik ben met allerlei gedrag opgegroeid, maar het lijkt lastig zoiets als een oordeel over de ander over boord te gooien. Wat is dat, dat dit gedrag zo hardnekkig is? Ik denk dat het gewoonte is. De gebaande paden van neuronetwerken. Maar waarom dan geen nieuwe paden bewandelen? Ik houd het in eerste instantie op onwetendheid. Nu ik erover lees en over begin te schrijven, kan er iets van een verandering beginnen. Waar te beginnen?
Boek *: ‘Eerst door als ik iets van iemand vind, mijn eigen binnenste op orde te brengen. Leren mijn mond te houden over anderen, mijn aandacht op mezelf te richten en mezelf in de gaten houden.’ Kijk dat is een mooi en goed voornemen; de aandacht op mezelf richten als ik kritisch ben naar anderen. Dat is een mooi leerdoel. Ga ik doen. Met Gods hulp uiteraard, anders rust er geen zegen op.
Tenslotte boek *: ‘Waar blijf ik, als ik niet bij mezelf kan zijn? En als ik alles heb gezien en meegemaakt, maar ik mezelf te kort heb gedaan, wat ben ik er dan mee opgeschoten? Je zult er veel voor terugkrijgen, als je alle tijdelijke zorgen kunt loslaten. Maar het gaat mis als je afhankelijk blijft van al die tijdelijke zaken die van weinig waarde zijn. Niets moet voor jou groot zijn, of hoog, of aangenaam of wenselijk, dan alleen God en alles wat van God komt. Besef dat alle hulp en steun van een medemens tijdelijk is, en niet erg de moeite waard, vergeleken met wat God je kan geven. Als je met heel je hart van God houdt, geef je niets om de dingen van de wereld. God alleen, de eeuwige en boven alles Verhevene, vervult alles. Hij zorgt voor hulp en steun waar je echt iets aan hebt en geeft echte blijdschap in je hart.’
Prachtig geschreven. De zin van het leven wordt beschreven. Als ik alle zorgen los durf te laten. ‘Niets moet groot zijn, of hoog of aangenaam of wenselijk, dan alleen God en alles wat van God komt.’, daar kan ik ik echt van genieten als ik ineens zoiets lees. De waarheid die rond God is, waar ik uiteindelijk in wil leven. Los te zijn van het aardse. Van alles wat mij af houdt van God.
Geduldig vervolg ik mijn weg, wetende dat God met mij mee gaat en die dingen zal openbaren op zijn perfecte tijd en plaats. Dank Vader, U bent Koning. Dank voor Uw wegen met mij. Dank U dat ik groei en leer en dat er zoveel nieuwe wegen tot U zijn, ook die waar ik ‘groot’ mee werd.
(* Boek: Thomas A Kempis ‘De navolging van Christus in jonge taal’, hertaald door Mink de Vries, blz. 115-117)