Blog
Het hart van alle dingen
Door datingsite- en communitylid
Adriano
24-01-2022 16:12 | bekeken:
285 | funked:
2 | reacties:
4
Ik ben in de lappenmand. Een gezegde dat bij mij opborrelt deze middag. Zou de betekenis even op moet zoeken, ‘ziek zijn’ staat er. Sinds vorige week woensdag voel ik me niet goed. Een pijn die ik door de dag heen voel, op een plek onder mijn oksel ter hoogte van mijn borst. Daarbij voel ik mij moe en verdrietig. Wat is er aan de hand?
Mijn gevoelens, daar draait het om. Troost is een woord dat speelt. Maar ook gemis om troost als kind. En verdriet om de eenzaamheid daarin. Van het een leven lang alles zelf, zonder die emoties bewust te zijn geworden, hebben moeten oplossen. Ineens wordt het duidelijk.
Mijn behoefte aan troost houdt niet alleen verband met het doorleven van de pijn die er in het gemis zit, maar ook het gevoel dat ik lange tijd mijn kwetsbaarheid niet durfde tonen aan anderen. Uit schaamte en angst, uit het onvermogen de ander de keus te geven om goed met mijn verdriet om te gaan.
Vanochtend gaf ik aan mijn vriendin aan dat ik haar troost nodig had. En dat kon ik omdat ik op eigen benen sta, ik niet manipuleer of bang ben dat ik de ander mijn verdriet opdring. Nee ik vraag de ander mij te troosten met in begrip van de keus van de ander dat niet te willen. Alles in totale vrijheid. Daar ligt voor mij de essentie.
Ik heb een verleden waarin ik in afhankelijkheid van mijn moeder leefde. Wat ik steeds weer nodig heb, is aan de ene kant de vrijmoedigheid om mijn behoeften kenbaar te maken en tegelijk de keus van de ander om daar nee tegen te zeggen. In een symbiose is die keus er niet, daar worden alle keuzes ondergeschikt gemaakt aan de ander. Daarom is dit zo belangrijk voor mij. Ik ben sterk genoeg om een ‘nee’ te aanvaarden. En sterk genoeg om dat niet als afwijzing te zien, maar als bewijs van de eigenheid van de ander. Net zoals ik zelf heb geleerd om mijn eigen keuzes los van de ander te maken.
Het maakt de weg vrij om niet meer als redder van de ander te fungeren. En tegelijk de ander te laten zien, dat ik sterk genoeg ben en niet gered hoef te worden. Zelfs niet als ik zo kwetsbaar ben als nu. Dat is nieuw. Mijn kracht ontleende ik tot nu toe aan mijn weerbaarheid, niet aan mijn kwetsbaarheid. Maar nu maak ik de stap naar kwetsbaarheid als kracht. Een kwetsbaarheid die ik wil gaan laten zien aan anderen die dicht bij mij staan. Bij wie ik voel dat het kan. Want niet ieder weet daar op de voor mij juiste manier mee om te gaan. Dat vraagt mensenkennis.
Wat voor mij belangrijk is, is het onderscheid dat ik heb gemaakt. Dat ik dacht alleen door mijn verdriet heen te kunnen gaan. Ik vermoed dat het als zo vaak, ‘en…en’ is, een deel doe je samen, maar soms ook alleen. Met dat laatste ‘alleen’ bedoel ik thuis, samen met God. Op die manier heb ik vele, vele lagen pijn doorvoelt en overwonnen.
Maar nu maak ik pas op de plaats, om een overgangsfase aan te kondigen. Een begin te maken om mijn verdriet te delen, ipv van enkel ‘alleen te helen’. Ik hoop dat ik daarmee de wortel van mijn hartzeer te pakken heb. Het kan echter ook alleen maar een klein stukje zijn van de pijn waar ik tegenaan loop. De tijd zal het leren.