Je hoeft alleen de grens maar over te steken

Je hoeft alleen de grens maar over te steken.
Heb je Zijn roepstem gehoord?
"Hij trekt je met koorden van liefde".
Kom naar dat andere land waar de zon nooit onder zal gaan.
"Sta op, m'n liefste", klinkt het je tegemoet.
Wanneer je weet, dat je geroepen bent, kun je maar beter gaan.
"Hij gaat al wenende voort, die de zaadbuidel draagt.
Voorzeker zal Hij komen met gejuich, dragende zijn schoven."

De jachthoorns klinken.
Overal is trompetgeschal en feestgedruis.
De Koning roept je. Blijf niet langer dralen.
De geluiden zijn niet van de lucht.
Tussen de heuvels en vanaf de bergen
hoor je de voetstappen van de Koning die komt.
"Hij komt en Hij zal niet langer op zich laten wachten".
Laten we heengaan en vreugde bedrijven.
Je hoeft alleen de grens maar over te steken.

Mag ik jou een hand toereiken?
Zullen we samen gaan?
Er is geen verontschuldiging om achter te blijven in het verdorde land.
Trek je feestgewaad maar aan.
Je kunt niet in je oude kloffie komen.
Aarzel niet langer.
Nog even en alles zal anders worden.

"Je zult de Koning met jouw eigen ogen aanschouwen".
Stap nu maar over jouw eigen schaduw heen.
"Hoort Jezus' roepstem, komt tot het feest.
Komt, want alle dingen zijn gereed."
Je plaats wordt verwacht in het land van vreugde.
Kommer en tranen zullen vlieden.
Eeuwige vreugde zal je deel zijn.
"Laat de balsemgeuren stromen".
Je hebt al lang genoeg vertoefd in het land van de schaduwen des doods.

"Sta op mijn liefste, blijf niet langer dralen.'
Hij wenkt me.
Voor de prijs van mijn leven is betaald met kostbaar bloed.
Ik kan het niet zelf verdienen.
"Ik word over gebracht naar het Koninkrijk van Gods liefde".
De stem van de aanklager wordt over mijn leven verbroken.
Geen deurwaarders meer aan mijn deur.
De Koning heeft al mijn schulden vereffend.

"Daar is glorie in mijn ziel, prijst God!"
Ik steek de rivier over.
Een groots en wijds landschap ontvouwt zich aan mijn ogen.
Ik word opgenomen in het koor van de verlosten.
Vol aanbidding kniel ik neer. Ik ben thuis gekomen.

Psalm 126:6
Hooglied 2:10,13 Hooglied 4:16
Jesaja 33:17
Hosea 11:4
Hebr. 10:37
Coloss. 1:13
1 Petr.1:19
Openb. 12:10