Blog
Dinsdagmorgen in januari
Door datingsite- en communitylid
Adriano
23-01-2020 17:11 | bekeken:
314 | funked:
5 | reacties:
3
Dinsdagmorgen in januari
Dinsdag is mijn vrije dag.
Ik ga een kop koffie drinken bij de plaatselijke bakker.
Buiten is het koud. Ik doe geen handschoenen aan. Wil vandaag de kou graag voelen.
Het is nog niet echt koud geweest en de winter is al aardig op streek.
Ik loop maar allerlei gedachten schieten door mij heen.
De laatste tijd betrap ik mij erop weinig te zien van wat er om mij heen is.
Niet erg.
Even een kaart op de bus voor de nabestaanden van een overleden oom.
Dan naar de bakker.
Ik maak een praatje met Corine.
Terwijl ze mij helpt met brood en koffie, vertelt ze over haar weekend.
Ze was in Amsterdam. Niet haar favoriete stad.
Ik vertel over mijn weekend.
Even kort, maar de belangstelling doet mij goed.
Ik ga zitten en pak mijn Ipad en toetsenbord.
Begin de dagelijkse bijbelmail te lezen.
Weet even niet meer hoe die ging.
Wat mij bijbleef en ik vaak nog bewaar zijn de gebeden na elk stukje.
Een gebed dat ik steevast ook zelf bidt.
Ik mag vertellen aan God wat mij bezig houdt.
Zonder mijn ogen te sluiten bidt ik voor twee mensen, dat ik hen vergeef.
En een oplossing voor het probleem dat ik met deze twee mensen denk te hebben.
Iets anders besluit ik te kopiëren, een stuk waarin Jezus naar voren komt.
Ik las het net terug: ‘... je kunt ervan op aan dat Hij alles in de hand heeft.’
Als ik het tot mij door laat dringen, bedenk ik mij dat ik ondanks wat ik dagelijks lees, en gelezen heb misschien niet heb kunnen geloven dat Jezus Gods zoon is.
Dat is misschien vreemd. Het besef dat een mens die geleefd heeft Gods zoon was.
Dat besef, daar komen even geen nieuwe woorden voor.
Stilte.
Jezus deed dingen die alleen God kon.
Ik heb vragen.
Leg ze bij God neer.
Het begint langzaam tot mij door te dringen.
Ik heb al afgerekend.
Wil echter nog niet naar huis.
Heb enkele boodschappen nodig.
Dus even naar de Lidl een paar winkels verder.
Onderweg zie ik mijn buurvrouw staan, dwz ze was mijn buurvrouw al weer een flink aantal jaren geleden. Ze is in gesprek. Ik besluit, een tikkeltje onbeleefd, te wachten. De man met wie ze in gesprek is ken ik ook. Hij loopt verder.
‘Hoe gaat het?’ vraag ik.
‘Best goed.’
‘Zin in koffie?’
‘Nee, ik moet nog van alles doen.’
Ze heeft een rollator met een tas vol boodschappen erop.
We raken in gesprek.
Ze vertelt over de kerk.
Over haar achterkleinkind die ernstig ziek was.
Over een vriendin.
Dan vraag ik haar: ‘Hoe is het met je geloof?’
Ze vertelt over alle kleinkinderen die geloven.
Over de kerkdienst die ze bezocht een orthodoxe kerkdienst, Russisch.
Waarin zij apart genoemd werd.
Ik verbaas mij hoe zo’n kleine vraag zo’n mooi gesprek tot gevolg heeft.
We nemen afscheid.
Ik loop de Lidl binnen.
Als ik mijn boodschappen afgerekend heb, zie ik bij de uitgang een man zitten in een rolstoel.
Ik ken hem van vroeger, hij wandelde vaak door het park bij zijn huis met veel honden. Dat waren van die Lassie-honden, ik weet het ras niet. Schotse herdershond blijkt het te zijn toen ik het net googelde.
Ik vraag hem hoe het gaat.
Hij zit wat ineengedoken, zijn ringbaardje is te lang geworden en ongelijk.
Toch maakt hij een opgeruimde indruk op mij.
Hij vertelt dat zijn vrouw al 20 jaar geleden overleed.
Ik zie hem vaak met jonge vrouwen lopen, die een stukje voor hem uit lopen.
Zelden zijn rolstoel duwend.
Ik vraag hem ‘Geloof je?’
‘Nee eigelijk niet.
Het is er in mijn jeugd ingepompt.’ zegt hij.
‘En als je ziet wat mensen die zeggen te geloven anderen aandoen.’
‘Het is niet het geloof, maar het kwaad in de mens zelf die dat doet.’ riposteer ik.
‘Ik verbaas mij erover hoe alles heeft kunnen gebeuren met wat ik altijd deed, het fokken van honden. Hoe dat altijd goed ging.’ zegt hij.
Ik bedenk mij nu dat het een mooie vraag was om over verder te praten, maar dan staat de vrouw die met hem mee is gegaan ineens achter ons.
Ze willen verder.
Ik wens hem Gods zegen.