Blog
Ik als kind 19. Nooit meer lachen
Door datingsite- en communitylid
aske
28-12-2018 10:54 | bekeken:
507 | funked:
1 | reacties:
3
Mijn moeder vertelt:
-En toen dacht ik dat ik nooit meer kon lachen-
Ze was 6 toen ze dat dacht. Ze zat in een zwart rijtuigje. Haar vriendinnetje liep op straat en zwaaide. Ze zwaaide terug. Dat mocht niet. De nieuwe vrouw die bij de buren hoorde, zei dat het niet mocht. Ze hoorde niet te zwaaien. Al was ze dan een kind van 6; wat er nu gebeuren ging en allemaal gebeurt was, daar hoorde je niet bij te zwaaien. En ook niet lachen.
En toen dacht ze: ik kan nooit meer lachen.
Natuurlijk hoorde ze niet te zwaaien en te lachen, dat begreep ze best. Haar moeder was immers dood. Ze had dan wel een nieuw broertje, maar ze had al broertjes genoeg. Ze had ook liever een zusje gehad. En nu had ze een broertje en een dode moeder en ze gingen naar het kerkhof om haar dode moeder in de grond te stoppen en dan had ze geen moeder meer. Dan lach je niet en zwaai je niet. Dan ben je stil en rustig. Alleen huilen mag, stil huilen, met een paar tranen.
Ze moest goed luisteren naar de nieuwe vrouw in huis. En op haar broertjes passen. Ze was immers al groot, had vader gezegd. Alleen haar broer was 7 en alle andere broertjes waren jonger. Vijf, vier, twee en een. Toen het nieuwe broertje kwam was haar moeder dood gegaan. Een paar dagen na het nieuwe broertje. Nu kon ze niet meer huilen, want haar moeder was er niet om bij te huilen en lachen mocht ook niet. Maar dat hoefde ook niet meer.
Ze zat in het rijtuigje, met 3 broertjes en de nieuwe vrouw die bij de buren hoorde. De kleinste broertjes waren te klein om mee te gaan. Die bleven thuis bij het meisje van de buren. Iedereen was zwart en iedereen was stil en iedereen was naar de kerk geweest en de dominee preekte heel lang en verder was het stil en alleen voeten op de vloer en witte zakdoeken. Dat was voor de tranen. Dat begreep ze wel. Zelf had ze geen tranen. Alleen als ze op bed lag en niemand erbij. De eerste nacht toen ze begreep dat moeder dood was had ze gehuild. Zo erg dat ze nooit meer wilde huilen.
En nu mocht ze ook niet meer lachen.
De nieuwe vrouw die bij de buren hoorde bleef een jaar. Eigenlijk deed ze wel aardig en ze begon een beetje te wennen.
Toen kwam er weer een nieuwe vrouw in huis. Daar was vader net mee getrouwd. En nu moesten ze naar die nieuwe vrouw luisteren. En de vrouw die bij de buren hoorde moest weer terug naar de buren. Ze kwam ook niet meer. Ze woonde vlakbij, maar ze kwam niet meer en ze mocht ook niet naar haar toe. Dat vond de nieuwe vrouw van vader niet goed. En als ze de vrouw die bij de buren hoorde zag, dan mocht ze niet zwaaien en niet lachen. Dat wilde de nieuwe vrouw van vader allemaal niet hebben. En toch was de vrouw die bij de buren hoorde best aardig geweest.
Maar als ze alleen was dan zwaaide ze. Stiekem.
En dan lachte ze.
Een beetje..